De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Koolhydraten en eiwitten

Verwante presentaties


Presentatie over: "Koolhydraten en eiwitten"— Transcript van de presentatie:

1 Koolhydraten en eiwitten

2 Voedingsstoffen Er zijn vier voedingstoffen te onderscheiden.
Koolhydraten Eiwitten Vetten Alcohol Deze voedingsstoffen zijn belangrijk voor jouw functioneren en leveren allemaal energie. Dit drukken we uit in Kcal. Koolhydraten en vetten zijn de belangrijkste energiebronnen.

3 Koolhydraten Wat weten we al over koolhydraten?

4 Direct/indirect van plant afkomstig
Water (H2O) opnemen vanuit de bodem Koolzuurgas/kooldioxide (CO2) uit de lucht Zonlicht voor energie Bladgroenkorrels kunnen opgeslagen chlorofyl omzetten in glucose. Glucose -> energie voor de plant. Glucose: (kan worden opgeslagen als zetmeel, vet of aminozuren

5

6

7 Koolhydraten Opgebouwd uit: Koolstof ( C) Waterstof (H) Zuurstof (O)

8 Koolhydraten Koolhydraten noemen we ook wel suiker of sachariden.
De moleculen van sachariden kunnen weinig (3) tot zeer veel (meer dan ) koolstofatomen per molecuul bevatten. Sachariden zijn onder te verdelen in drie groepen; Monosachariden of enkelvoudige koolhydraten Disachariden of tweevoudige koolhydraten Polysachariden of meervoudige koolhydraten

9 Bouwstenen van alle overige koolhydraten Glucose (druivensuiker)
Enkelvoudige suiker Bouwstenen van alle overige koolhydraten Glucose (druivensuiker) Basisleverancier van brandstof voor het lichaam Wordt gevormd bij fotosynthese Komt voor in zoete vruchten Fructose (vruchtensuiker) Komt voor in honing en vijgen Twee keer zo zoet als gewone suiker (sacharose) Galactose Bestanddeel van melksuiker Wordt gevormd in de melkklier van mens en dier en niet in planten Glucose -> druivensuiker (druiven, honing) Fructose -> fruitsuikers (fruit en honing)

10 Zijn opgebouwd uit twee verbonden monosachariden. Sacharose
Tweevoudige suiker Zijn opgebouwd uit twee verbonden monosachariden. Sacharose Biet/riet suiker Glucose + fructose Lactose Melksuiker Glucose + galactose Maltose Moutsuiker Glucose + glucose Sacharose: biet/riet suiker (glucose/fructose) (gewone suiker) Lactose: melksuiker (Glucose/galactose) Maltose: moutsuiker (glucose/glucose) Fruit, honing, melk, suiker (snoep, frisdrank, koek)

11 Bestaan uit een groot aantal monosachariden (meestal meer dan twintig)
Meervoudige suiker Bestaan uit een groot aantal monosachariden (meestal meer dan twintig) Zetmeel Verteerbaar + Niet oplosbaar Glycogeen Verteerbaar + Oplosbaar Voedingsvezels Onverteerbaar + oplosbaar en onoplosbaar Verteerbaar + Niet oplosbaar (glucosemoleculen) Verteerbaar + Oplosbaar (dierlijk) (glucosemoleculen) Onverteerbaar + oplosbaar en onoplosbaar (cellulose) Aardappelen, groente, granen, meel en meelproducten, peulvruchten. Glucogeen-> knollen, zaden, wortels

12 Koolhydraten Mono-sachariden Disachariden Poly sacharyden Glucose
Fructose Galactose Disachariden Sacharose Lactose Maltose Poly sacharyden Zetmeel Glycogeen Voedings vezels Blz tot enkele belangrijke koolhydraten onder de loep.

13 Functies verteerbare koolhydraten
Brandstof Smaakmaker Kleurstof Bindmiddel Bindmiddel (aardappelzetmeel, agar, bloem)

14 Plantaardige koolhydraatbronnen
Aardappelen (ook chips, frites) Groente Fruit Peulvruchten Granen Meel Suiker

15 Dierlijke koolhydraatbronnen
Melk en melkproducten Geringe mate kaas

16 Voedingsvezels Meer kauwen, bevorderd spijsvertering
Ze vóórkomen dat glucose snel in bloed worden opgenomen Binden water, zachtere ontlasting Snellere darmperistaltiek doordat bacteriën op vezels inwerken en zo darm stimuleren Geven verzadigingsgevoel (leveren dus geen energie!) Blz. 26 voedingsvezels

17 Voedingsvezel Waar zitten voedingsvezels in?
Ongeraffineerde graanproducten (volkorenbrood zilvervliesrijst, havermout, roggenbrood etc.) Groente Fruit met schil Peulvruchten Aardappelen Noten en zaden

18 Goede energieleveraars
De dikmakers Verse groente Alcohol Vers fruit Suiker Aardappelen Chocolade Boerenbrood Frisdrank Bonen Jam Rijstproducten ontbijtgranen Tarwe producten Witte pasta

19 Eiwitten

20 Eiwitten Wat weten we al over eiwitten?

21 Functies Opbouw celstructuur Aanmaak hormone
Aanmaak neurotransmitters (bijvoorbeeld adrenaline) Aanmaak enzyme Onderhoud spierstelsel Eiwitten vormen het fundament van alle cellen. Cellen en weefsels bestaan voor 17% uit eiwit Uit aminozuren bouwt het lichaam enzymen voor spijsvertering en stofwisseling Hormonen worden gemaakt uit aminzuren

22 Aminozuren en eiwitten
Er zijn 20 verschillende soorten aminozuren Aminozurenpatroon voorbeeld: Peptide betekent: een binding. Dipeptide Polypeptide Eiwit kan uit meer dan 500 aminozuren in een specifieke volgorde bestaan: ALS SLA LAS

23 Essentiele aminozuren
12 niet essentiële aminozuren (kan het lichaam zelf maken) 8 essentiële aminozuren (kan het lichaam niet zelf maken) essentiële aminozuren halen we uit onze voeding. Producten die bijna geen eiwit bevatten: Suiker, jam, maïzena, appels, boter en margarine

24 Eiwitten Koolstof Waterstof Zuurstof Stikstof ( enige stikstofbron)
(soms zwavel, fosfor, ijzer of jodium) (dierlijke en plantaardige eiwitten enige stofstofbron voor de mens, alleen nitrificerende bacteriën (leven op de wortels van bonen, klaver, lupiden) stikstofkringloop alle eiwitten bevatten 16% stikstof Blz. 16 tot de structuur van eiwitten

25 Dierlijke en plantaardige eiwitten
Dierlijk: - vleeswaren (schouder ham, kip, kalkoen, worst, hamburger) - zuivel (melk, yoghurt, kwark) - ei - vis Plantaardig: (wat is het voordeel van plantaardige eiwitten?) - aardappelen (minder vet!) - graanproducten - peulvruchten noten - rijst - sojabonen - zaden Dierlijk eiwit bevat vaak veel verzadigd vet.

26 Structuur eiwitten Verantwoordelijk voor eigenschappen eiwit
Primaire structuur Hoofdketen van aminozuren Secundaire structuur Ontstaat door verbindingen tussen de waterstof en zuurstofatomen. Alleen als het eiwit uit kleine aminozuren bestaat Voorbeeld is zijde, dit is wel plooibaar maar niet rekbaar. Tertiaire structuur /globulair Spiraal die geknikt en of omgebogen is. Voorbeeld is hemoglobine

27

28 Denaturatie Verandering in structuur van eiwitten onder invloed van chemische veranderingen, fysische of mechanische processen Verandering oplosbaar tot vast Eiwitten zijn niet meer vloeibaar en/of oplosbaar Onomkeerbaar Door langgerekte vorm beter toegankelijk voor eiwit afbrekende enzymen, beter verteerbaar Stollen van ei Zuur worden van melk

29 Wat hebben we behandeld?
Ons voedsel Koolhydraten; Blz tot enkele belangrijke koolhydraten onder de loep. Blz. 26 voedingsvezels Eiwitten; Blz 16 t/m 19


Download ppt "Koolhydraten en eiwitten"

Verwante presentaties


Ads door Google