Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdLeopold de Backer Laatst gewijzigd meer dan 7 jaar geleden
1
Hoofdstuk 6 Productie en markt
2
Produceren Het maken van goederen en leveren van diensten Productie in enge zin: klanten betalen ervoor Productie in ruime zin: alle activiteiten om in behoefte te voorzien
3
Produceren Productiefactoren Natuur Grond, grondstoffen
Arbeid Mensen Kapitaal Machines Ondernemerschap Kennis/risico’s nemen Beloning Pacht Loon Rente (interest) Winst
4
Bedrijfskolom Weg van begin(oer)producent tot winkelier
Hoe korter de bedrijfskolom, hoe goedkoper het product. Bijv. internetaankopen.
5
Bedrijfskolom Chocola
Plantage Verwerkingsfabriek = Toegevoegde waarde Groothandel Detailhandel (winkel) Consument
6
Arbeids- en kapitaalintensief
Arbeidsintensief: mensen doen het werk Kapitaalintensief: machines doen het werk
7
Afschrijving Jaarlijkse waardevermindering van kapitaalgoederen
Geld reserveren voor nieuwe kapitaalgoederen
8
Afschrijving berekenen
(Toekomstige) aanschafwaarde Rest(inruil)waarde - Totale afschrijving Totale afschrijving : gebruiksjaren= afschrijving per jaar
9
Oefening Bedrijf X koopt een machine voor € Deze moet na 12 jaar vervangen worden. De restwaarde zal dan € zijn. Een nieuwe machine kost tegen die tijd € Bereken het bedrag van de jaarlijkse afschrijving.
10
Oefening Toekomstige) aanschafwaarde € Rest(inruil)waarde - € Totale afschrijving € €78000/12= €6.500
11
Markt Concrete markt: plaats waar op afgesproken tijden goederen worden verhandeld. Abstractie markt: geheel van vraag naar en aanbod van een product. Bijv. huizenmarkt aanbod producenten vraag consumenten
12
Evenwicht Evenwichtsprijs prijs waarbij aanbod en vraag gelijk zijn.
Evenwichtshoeveelheid hoeveelheid waarbij aanbod en vraag gelijk zijn. Als de vraag toeneemt en er is evenveel aanbod dan stijgt de prijs Als het aanbod toeneemt en er is evenveel vraag dan daalt de prijs
13
Vraaglijn? Aanbodlijn? Evenwichtsprijs? Evenwichtshoeveelheid?
14
MARKTAANDEEL Marktaandeel: het deel van de markt dat een bedrijf bezit. Als Nike-sneakers een marktaandeel van 10% heeft 10% van alle verkochte sneakers is dan van het merk Nike
15
Winst berekenen Omzet (afzet x verkoopprijs)
inkoopwaarde - (afzet x inkoopprijs) brutowinst bedrijfskosten – nettowinst Bedragen altijd exclusief BTW
16
Consumentenprijs Dit betaalt de klant
Verkoopprijs = 100% Dit ontvangt de verkoper BTW = 21% Dit ontvangt de belastingdienst Consumentenprijs = 121% Dit betaalt de klant
17
Oefening Bedrijf A produceert in sneakers. Een paar sneakers kost €45,- inclusief 21% btw. De inkoopprijs is €23. De afzet in 2015 is De bedrijfskosten bedragen € 5500 per maand. Bereken de nettowinst per jaar.
18
uITWERKING Omzet = , *37,19 Inkoopwaarde = * 23 Brutowinst = ,07 Bedrijfskosten = *12 Nettowinst = ,07
19
Berekening exclusief BTW
Prijs incl. BTW = €212 (BTW= €12). Dus prijs excl. BTW = € 212- € 12= € 200 Prijs incl. BTW = €45,- (BTW 21%) Berekening prijs excl = % BTW = % + prijs incl = % = € 45,- Prijs excl = € 45:121x100= €37,19 De consumentenprijs is altijd incl BTW
20
oEFENING winst berekenen
Afzet = pc’s Verkoopprijs = 350 euro Inkoopprijs = 200 euro Bedrijfskosten = euro Bereken de nettowinst. O: 20000*350= I: *200= Brutowinst= Bedrijfskosten= Nettowinst=
21
Arbeidsproductiviteit
Hoeveel kan 1 persoon in een bepaalde tijd (uur, week, maand enz.) produceren. Verhogen arbeidsproductiviteit 1. Arbeidsverdeling/specialisatie 2. Technologische ontwikkelingen 3. Scholing 4. Betere werkomstandigheden 5. Prestatieloon Berekening totale productie : aantal werknemers
22
Maatschappelijke kosten
Kosten betaalt door de maatschappij via belasting bijv. om milieu te reinigen. De vervuiler betaalt. Hierdoor dalen de maatschappelijke kosten en stijgen de kosten voor het bedrijf. Gevolg kan zijn duurdere producten
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.