VHP Les 10.

Presentatie over: "VHP Les 10."— Transcript van de presentatie:

1 VHP Les 10

2 Voeding Spijsvertering Sondevoeding

3 Voedingsstoffen

4 De functie van de voedingsstoffen
Bouwstof = nodig voor de groei en het vervangen van dode cellen. Energie = de brandstof voor het lichaam Hulpstoffen => helpen het lichaam bij de stofwisseling

5 Spijsvertering Het spijsverteringsstelsel betreft de organen die betrokken zijn bij de opname en de verwerking van voedsel.

6 Het spijsverteringsstelsel
De mond De speekselklieren De keelholte De slokdarm De maag De lever en de galblaas De alvleesklier De dunne darm De dikke darm

7 De spijsvertering bestaat uit een aantal processen:
De opname van voedsel door de mond; Het fijnmalen van dit voedsel; Het verteren (dat is het afbreken van voeding zodat ze door de darmen kunnen worden opgenomen); Het verder transporteren door de darmen van de spijsbrok die is ontstaan; De opname van voedingsstoffen in het bloed; Het verwijderen van de onverteerbare voedselresten uit het lichaam via de ontlasting

8 peristaltiek Het spijsverteringskanaal zorgt voor de opname en het transport van voedsel. Transport vindt deels plaats door de zwaartekracht. Maar het transport vooral plaats door de werking van de spieren in de wand van de slokdarm, de maag en de darmen. Deze spierwerking wordt peristaltiek genoemd.

9 Sondevoeding

10 Sonde: Een sonde wordt aangebracht om voeding rechtstreeks in de maag te kunnen toedienen. Maagsonde: via de neus naar de maag. Het inbrengen is een voorbehouden handeling PEG sonde: rechtstreeks naar de maag. Het aanleggen doet een arts. Mic-keybutton: deze kan de PEG vervangen als fistel is ontstaan. Het aanleggen

11 Redenen voor het plaatsen van een sonde:
Aandoeningen in het maagdarmkanaal Slikproblemen Ernstige ziekte waardoor slikken niet mogelijk is Tijdelijk, bv. na een operatie Bij bewusteloosheid Voor een maagspoeling

12 Als een maagsonde via de neus wordt ingebracht is er gevaar op aspiratie
Voeding in de longen – longontsteking – controleren!!!! Door lucht in te spuiten en te luisteren met stethoscoop of maagsap opzuigen.

13 Toedienen van sondevoeding 1
Dit verschilt per merk, vaak per trechter of spuit. Het is vaak voorverpakte voeding, soms als poeder en moet het nog opgelost worden volgens voorschrift. Er zijn verschillende smaken. Verzorg bij toediening altijd de huid rond de sonde. Laat de cliënt zitten of op de linkerzijde liggen (dit bevordert de voeding naar de dunne darm)

14 Toedienen van sondevoeding 2
Verzorg de mond, ook al wordt er niet mee gegeten. Let op ontstekingen Houd er rekening mee dat een maagsonde onprettig voelt! Observeer de stoelgang, voor het geval er obstipatie ontstaat.

15 PEG/Mic-key

16 PEG/Mic-Key 1

17 PEG/Mic-Key 2 Voordelen: Meer bewegingsvrijheid
Geen vervelend gevoel in de keel Gewoon eten en drinken is mogelijk Kan ook gebruikt voor medicatietoediening Verzorgen: De sonde doorspoelen voor gebruik en na gebruik De huid rondom de sonde verzorgen, observeer de huid Beweeg of draai de PEG of mic-key om de fistel open te houden