De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Stoornis/beperkingen Stoornissen Thema 10 les 8

Verwante presentaties


Presentatie over: "Stoornis/beperkingen Stoornissen Thema 10 les 8"— Transcript van de presentatie:

1 Stoornis/beperkingen Stoornissen Thema 10 les 8
Sociaal werk 2 Stoornis/beperkingen Stoornissen Thema 10 les 8

2

3 PTSS

4 PTSS Wie een traumatische ervaring heeft gehad loopt een kans van minstens 25 procent om een posttraumatische stres stoornis (PTSS) te ontwikkelen. Kenmerken je hebt steeds last van herbelevingen; je doet van alles om deze dromen van of herinneringen aan het trauma te voorkomen; je bent voortdurend erg gespannen(voortdurend op hun hoede zijn), waakzaam en prikkelbaar. Vaak slaap je ook slecht, geen interesse, vermijden van bepaalde plekken, stemmingswisselingen,

5 PTSS type deel 2 Dit kan al aanwezig zijn wanneer je een enkele gebeurtenis hebt meegemaakt, bijvoorbeeld een verkrachting, auto ongeluk, overval. We noemen dit type-I trauma. Vaak ook gaat het om een reeks gebeurtenissen, denk aan incest, oorlogsituaties. Dan hebben we het over type-II trauma of ook wel een complexe ptss. Complexe ptss kan erg op de borderline stoornis lijken en volgens sommigen is er een grote overlap tussen die twee.

6 Korte film

7 Behandeling/ Therapie
Biologische behandelingen Medicatie Psychotherapie Bv Freud psycho analyse Ret (rationele-emotionele therapie), Cognitieve therapie

8 Welke therapie is de beste?
Er is uit onderzoek gebleken dat psychotherapie echt kan werken. Welke soort van therapie beter is dan de andere is niet duidelijk, misschien is dat er niet. Iedere therapie hanteert haar eigen manieren, gebaseerd op belangrijke bevindingen en theorieën in het eigen vakgebied. Er is geen therapie die mensen sneller zou helpen, de therapieën werken op dezelfde manier. De factoren die voor elke therapie cruciaal zijn, zijn steun, motivatie en hoop. Zonder deze drie factoren bij de therapeut en de patiënt is de therapie duidelijk minder effectief gebleken.

9 Dissociatieve stoornis

10 Dissociatieve stoornis
Wat is dis? Iedereen is wel eens aan het dagdromen of is wel een beetje verstrooid. Heeft u hier zo veel last van dat u niet meer normaal kan functioneren? Dan kan het zijn dat u een dissociatieve stoornis heeft. Bij een dissociatieve stoornis denkt en voelt u tijdelijk minder en zijn uw herinneringen vervormd. U komt als het ware los te staan van uw eigen bewustzijn en u bent een tijdje ‘van de wereld’. Uw gevoel van tijd kan verstoord zijn waardoor uren in uw beleving seconden kunnen lijken.

11 Wat zijn de symptomen van een dissociatieve stoornis?
Tijdens het dissociëren kunt u de volgende symptomen ervaren: geheugenverlies hebben in de war zijn over uw eigen identiteit het gevoel hebben ‘los’ te staan van uzelf, ‘als een robot’ veranderingen in gedrag en stemming uw lichaam anders ervaren geen pijn voelen

12 Wat is de oorzaak Traumatische ervaringen. Denk bijvoorbeeld aan kindermishandeling, seksueel misbruik, of een groot verlies. Door dissociatie kunt u nare gevoelens die naar boven komen door een traumatische ervaring wegdrukken en eraan ontsnappen. Het kan beschouwd worden als een soort afweermechanisme dat u in staat stelt extreme angst of stress te verdragen. Wanneer u bij traumatische ervaringen dissocieert kan het zijn dat u later ook dissocieert wanneer u niet in gevaar bent. Meestal gebeurt dit n.a.v. een zogenaamde “trigger”, iets dat doet denken aan de traumatische ervaring. Zo kunt u gaan dissociëren op momenten dat de vervelende herinneringen bijna naar boven komen. Uw bewustzijn schakelt zich dan als het ware uit.

13 Depersonalisatiestoornissen…

14 Dissociatieve amnesie
Dissociatieve amnesie (dissociatief geheugenverlies) Onvermogen om belangrijke herinneringen, die met de eigen persoon te maken, hebben uit het geheugen op te halen (= geheugenverlies, amnesie). Deze vergeten herinneringen kunnen een periode van enkele minuten tot het hele leven beslaan. Als het geheugen daaromtrent terugkeert is vaak moeilijk vast te stellen of de hervonden herinneringen (deels) correct zijn of niet.

15 Verschijnselen en oorzaken…
Mogelijke verschijnselen (o.a.) Geheugenverlies, verwardheid, angst, paniek. Mogelijke oorzaken (o.a.) Branden, verkeersongelukken, overstromingen, traumatische gebeurtenissen zoals seksueel misbruik en verkrachting, oorlogservaringen, concentratiekamp-ervaringen, overlijden van een dierbare, bedreigende psychische ervaringen zoals epileptische aanvallen of psychosen, drugs

16 Somatoforme stoornissen…

17 somatisch-symptoomstoornis is een ernstige, chronische aandoening.
Hierbij hebben mensen last van talloze lichamelijke klachten waarvoor geen medische verklaring te vinden is zoals: hoofdpijn misselijkheid buikpijn vermoeidheid flauwvallen pijn bij rug, buik, borst en hoofd 

18 Deze klachten worden vaak beschreven als ondraaglijk
Deze klachten worden vaak beschreven als ondraaglijk. Er kan binnen de somatisch-symptoomstoornissen onderscheid gemaakt worden of iemand voornamelijk pijn ervaart of juist andere lichamelijke klachten.

19 Conversiestoornis Conversie betekent letterlijk omzetten. Een conversiestoornis zet bepaalde psychische problemen om in iets lichamelijks. Dit is een onbewust proces. Voor de medische wereld zijn de klachten vaak een raadsel: iemand kan van de ene op de andere dag opeens niet meer praten, is verlamd, doof of blind. De medische oorzaak hiervan is echter niet te vinden

20 Hypochondrie/Ziekteangststoornis
Mensen met hypochondrie ervaren constant de angst dat ze een ernstige ziekte hebben, ondanks dat dit door onderzoek wordt uitgesloten.

21 Andere gespecificeerde somatisch-symptoomstoornis of verwante stoornis
Bij een andere gespecificeerde somatisch-symptoomstoornis is er sprake van klachten, zonder dat daar een medische verklaring voor is gevonden en zonder dat er sprake is van een andere psychische stoornis. Soms wordt er wel een medische oorzaak gevonden, echter zijn de klachten dan veel ernstiger dan men zou verwachten bij de oorzaak. Er wordt gedacht dat de klachten worden versterkt door een psychische component. Voorbeelden hiervan zijn klachten als: vermoeidheid verlies van eetlust problemen met maag-darmkanaal problemen met de urinewegen

22 Slaap-waakstoornissen…

23 Slaap-waakstoornissen…
Een waakstoornis is een vorm van een slaapstoornis. Mensen die gedurende langere tijd slecht, ’s nachts onrustig of te weinig slapen en daardoor overdag niet fit zijn kunnen last hebben van een slaap-waakstoornis. Soms leiden mensen aan een niet tegen te houden slaperigheid overdag. Ook dan kan er spraken zijn van een slaap-waakstoornis.

24 Als slaap-waakklachten in een periode van drie maanden minimaal drie keer per week optreden en overdag gepaard gaan met klachten als vermoeidheid, slaperigheid, concentratieproblemen en prikkelbaarheid, is sprake van een chronisch slaapprobleem.

25 Slaap-waakstoornissen kunnen op basis van de klachten van een patiënt als volgt worden ingedeeld:
Slecht slapen ’s nachts Vergrote slaperigheid overdag Verstoringen van het slaap-waakritme Ongewenste gedragingen ’s nachts

26 Insomnia… We spreken van insomnie, langdurige slapeloosheid, als het niet kunnen in- of doorslapen en/of te vroeg wakker worden een maand of langer speelt, minimaal drie keer per week voorkomt en klachten geeft overdag. Patiënten die lijden aan langdurige slapeloosheid – zonder dat daarvoor een specifieke lichamelijke of psychische oorzaak is aan te wijzen – kunnen in een vicieuze cirkel terecht komen. Cognitieve gedragstherapie kan dan aangewezen zijn om precies de factoren die bijdragen aan de insomnie in kaart te brengen en aan te pakken. De kern de slaaptherapie is de slapeloosheid te doorbreken en ander gedrag en een andere denkwijze aan te leren.

27 Hypersomnia… dagelijks terugkerende perioden van overmatige slaperigheid. Iemand heeft de behoefte om overdag meerdere dutjes te doen. Deze klachten duren langer dan een maand en bemoeilijken het normaal functioneren in het dagelijks leven. Langdurige hypersomie kan leiden tot geheugenproblemen, problemen met werk, studie, sociale contacten en het hebben van weinig energie. Ongeveer 5 tot 15% van de bevolking lijdt aan hypersomnie. De ernst van hypersomnie kan verschillen van bijvoorbeeld vermoeidheid na een maaltijd tot ongewenst inslaap vallen in gezelschap. Bij hypersomnie kan automatisch gedrag voorkomen, waarbij iemand zich niet meer kan herinneren wat hij of zij heeft gedaan.

28 Narcolepsie de patiënt dagelijks kampt met een onbedwingbare en overmatige slaperigheid overdag. De patiënt valt meerdere malen op een dag zo maar in slaap, zonder dit te kunnen tegenhouden. Het ongewild in slaap vallen overdag, is bij deze patiënten geen directe consequentie van een verstoorde nachtslaap. Bij narcolepsie zijn er vaak ook andere symptomen zoals plotselinge spierverslapping of zeer levendige dromen. Patiënten met narcolepsie kunnen gebaat zijn met bepaalde medicijnen. Deze genezen de aandoening niet maar onderdrukken de symptomen waardoor de patiënt beter kan functioneren in het dagelijks leven. Geplande slaappauzes en een regelmatige leefwijze dragen daaraan ook bij.

29 Parasomnie Bewegingen of ‘ongewoon gedrag’ tijdens de slaap komen in vele varianten voor, variërend van praten in de slaap tot veelvuldig slaapwandelen. Slaapstoornissen die gepaard gaan met ongewone bewegingen of ongewoon gedrag worden ook wel aangeduid met de verzamelterm parasomnie. Hieronder rekenen we ook aandoeningen zoals het rusteloze benen syndroom. Een deel van de patiënten is zich in het geheel niet bewust van zijn parasomnie, waardoor gevaarlijke situaties kunnen ontstaan. Parasomnie kan leiden tot een slechte kwaliteit van de slaap.

30 Slaapapneu Mensen met slaapapneu, een verstoorde ademhaling tijdens de slaap, hebben aanvankelijk niet-specifieke klachten zoals slaperigheid overdag, concentratieverlies en soms hartkloppingen. De klachten nemen langzamerhand toe. Bij patiënten met een apneu valt de ademhaling tijdens de slaap stil. De ademstilstand duurt enkele seconden tot zelfs enkele minuten en treedt veelvuldig op. De hersenen geven telkens een signaal om weer te ademen. Ten gevolge van dat signaal wordt de apneupatiënt steeds een beetje wakker. De slaap werkt dan niet meer herstellend terwijl het lijkt alsof de patiënt met slaapapneu gewoon doorslaapt.

31 Slaapapneu 2 Er zijn verschillende vormen van slaapapneu. OSAS (obstructief slaapapneu syndroom) komt het meest voor en gaat gepaard met luid snurken. De verstoorde ademhaling wordt dan veroorzaakt door afsluiting van de keelholte tijdens de slaap. Bij CSAS (centraal slaapapneu syndroom) geven de hersenen te weinig prikkels om te ademen tijdens de slaap. Deze diagnose is moeilijker te stellen. De meeste patiënten met slaapapneu zijn gebaat met CPAP- apparatuur. Dit is een toestel dat de luchtdruk in de neus- en keelholte verhoogt. Dit voorkomt afsluiting van de keelholte. Er treedt dan geen ademstilstand meer op.

32 Verdieping… leeftijdsgebonden stoornissen.
Waar denk je aan…. Blz… 182 t/m 191.. Bedenk een casus. Per onderdeel…


Download ppt "Stoornis/beperkingen Stoornissen Thema 10 les 8"

Verwante presentaties


Ads door Google