Download de presentatie
GepubliceerdNorbert Verbeke Laatst gewijzigd meer dan 7 jaar geleden
1
Jeugd in het Strafrechtelijk kader laatste les grote lijn
2
Leerdoel module Je weet wat je waarom en hoe wel en niet met jongeren en hun omgeving moet aanvangen om ze binnen het kader van het strafrecht niet opnieuw met het strafrecht in aanraking te laten komen
3
Agenda vandaag Theorie het geheel samenvatting en (nieuw) inzoomen op interventies Pauze ? Toets, vooruitkijken Thermometer en evalueren
4
Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK)
Vier basisbeginselen: het belang van het kind (art. 3) het non-discriminatiebeginsel (art. 2) het recht op leven, overleven en ontwikkeling van het kind (art. 6) het recht van het kind op participatie (art. 12) Kennen:
5
What Works-beginselen
1. Risicobeginsel: wie (interventie afhankelijk van recidiverisico) 2. Behoeftebeginsel: wat (veranderbare factoren) 3. Responsiviteit: hoe (motivatie, leerstijl en (on-)mogelijkheden hiervan te profiteren) 4. Behandelmodaliteit (evidencebased) 5. Programma-integriteit (getoetste theorie uitgevoerd volgens programma) 6. Professionaliteit (opleiding, training inter- en supervisie) RNR-Model, Risks, Needs Responsivity Assessement
6
Belang van recidive beginsel
Geen behandeling Intensieve behandeling Recidive van hoog risico daders 51% 32% Recidive van laag risico daders 15% Bonta et al, 2000
8
Mogelijk schadelijke effecten van sancties/interventies?
Criminalisering en stigmatisering Deviantie training: het bij elkaar brengen van criminele jongeren werkt criminogeen In JJI’s (en gesloten jeugdzorg?): Victimisering (helaas te veel onderling geweld, zie boek ww in gesloten jeugdzorg) Hospitalisering (het is daar moeilijk om aan je ontwikkeltaken te werken)
9
Recidive onder jongeren
Statische risico factoren : Leeftijd, aantal delicten in het verleden, leeftijd eerste delict Deze zijn dus niet meer veranderbaar of beïnvloedbaar
11
Dus mbt WW? Wat leerde het risico beginsel ons ook alweer?
Grijp niet te zwaar maar ook niet te licht in Risico wordt bepaald door statische factoren En door veranderbare/dynamische factoren Het risico profiel bepaalt de intensiteit van het ingrijpen
12
Binnen de criminogene delict- en schade gerelateerde factoren
Algemeen en specifiek Statisch en dynamisch Stabiel en acuut Denk bij de schade ook aan de schade voor de jongere zelf (IVRK).
13
Stabiele delictgerelateerde criminogene factoren: The big four
Antisociale cognities (normen, attitude, gevoelens als haat, wrok) Antisociaal netwerk Antisociaal gedrag (incl. verslaving) Antisociaal persoonlijkheidscomplex (agressief egocentrisch temperament, psychopathie, zwakke probleemoplossing)
14
Dus dit waren de Risc’s en Needs
Daarna gingen we naar de Responsiviteit We keken naar LVB (Hendrien Kaal) en naar groepen (Jan Dirk) Aansluiten bij motivatie en vaardigheden/kracht en individu
15
Responsiviteit LVB was geen risico factor, zoals ook etnische achtergrond of ‘straattaal’ geen risicofactor is Maar wel belangrijke factoren om rekening mee te houden in het interveniëren, vandaar: responsiviteit
16
Straatgroepen (Jan Dirk)
Companions in Crime (Mark Warr, 2002) Angst voor ridiculisering (afwijzing, uitsluiting) Vrienden en loyaliteit (vgl. neutralisering) Behoefte aan status onder ‘peers’ (statusangst) Aanvullende factoren bij groepsdruk Negatief zelfbeeld (onzekerheid), beperkte mogelijkheden, beperkte vaardigheden… Zie ook: Samenplegen (Frank Weerman, 2001)
17
Van Toorn & LVB meten bleek een hachelijke kwestie: (2010): 49 mannen met vermoeden van LVB (rond de 30 jaar) met 3 sten getest Range Hoogste uitkomst WAIS GIT KAIT WAIS-GIT -23 tot +19 36x 13x - WAIS-KAIT -14 tot +25 43x 6x GIT-KAIT -30 tot +30
18
sociale informatieverwerking (SIV)
inadequate SIV Kinderen inadequate SIV en externaliserend gedrag nemen informatie anders waar en tonen vaak een agressieve probleem oplossingsstijl. Gevolg: problemen met andere mensen
19
Model LVG-problematiek van LKC-LVG (Vermeulen et al., 2007)
LVG-specifieke kenmerken: en bijkomende kenmerken / problematiek: komen tot uiting in: INTELLIGENTIE IQ LEERPROBLEMEN ERNSTIGE GEDRAGSPROBLEMEN BEPERKT SOCIAAL AANPASSINGS- VERMOGEN (SAV) PSYCHIATRISCHE STOORNIS MEDISCH- ORGANISCHE PROBLEMEN PROBLEMEN IN GEZIN EN SOCIALE CONTEXT en leiden tot: CHRONICITEIT / LANGDURIGE BEHOEFTE AAN ONDERSTEUNING
20
Van de client naar Effectief interveniëren
1.Behandelmodaliteit (evidencebased) 2. Programma-integriteit (getoetste theorie uitgevoerd volgens programma) 3. Professionaliteit (opleiding, training inter- en supervisie)
21
hoe er behandeld wordt Op de website van het NJI staan de effectief bevonden interventies beschreven. Die zijn in elk geval allemaal theoretisch goed onderbouwd en voldoen aan de WW beginselen. Er zijn ook indicaties en contra indicaties verwoord. Voor de toets: Zoek voor iedere jongere op verschillende momenten in de behandeling passende interventies.
22
Een mogelijke interventie is plaatsing in een JJI of gesloten jeugdinrichting
Jongeren ervaren dit als een grote straf, en we weten: aansluiten bij mogelijkheden vaardigheden en motivatie (responsiviteit beginsel) is belangrijk. Vraag voor ons gaat maar over een deel van het doel van straffen
23
Strafrechtelijke paradox
Vergelden herstel morele breuk met samenleving Proportioneel Verdiend Schuldvereffening Voorkomen Instrumenteel gebruik strafrecht Afschrikken Behandeling
24
Stanford Prison Experiment, Zimbardo 1971 side effecten opsluiting beperken ons resultaat
25
Invloedrijk onderzoek toont aan dat effect toeneemt met afname van dwang Parhar et al., 2008
26
Leefklimaat en Coping “Good is Stronger than Bad”
Repressief Klimaat + Behandel- Motivatie Passieve Coping + Actieve Coping + + Open Klimaat +
27
“Jongeren kunnen door hun ervaringen, problemen en/of stoornis vaak niet adequaat reageren op een interventie. Een jongere met beperkte leercapaciteiten dwingen in plaats van ondersteunen zal frustratie en agressie tot gevolg hebben. Behandelmotivatie gevoed door een gevoel van ertoe doen, erbij horen, gezien worden (Van der Helm, Wissink, de Jongh, & Stams, 2012) zijn belangrijke voorwaarden voor opvoeding, behandeling, oftewel, om te leren. Met andere woorden, contact (je openstellen voor de ander), gaat vooraf aan interactie (je aanpassen en invloed uitoefenen). Behandelmotivatie kan bij geïnterneerde jongeren niet worden afgedwongen (Deci & Ryan, 2007), maar zal moeten worden verworven, stapje voor stapje vooruit en regelmatig met een stapje terug. Dit kan alleen in een goed klimaat of milieu dat intrinsieke motivatie stimuleert (Van der Helm, 2009).” Bron: De invloed van het orthopedagogisch klimaat in de residentiële justitiële jeugdzorg: recidivevermindering door opvoeding,behandeling en scholing. Een wetenschappelijke onderbouwing.Dr. G.H.P. van der Helm, hogeschool Leiden, Nico van Tol, Bsc, hogeschool Leiden, Prof. dr G.J.J. Stams, Universiteit van Amsterdam (april 2013).
28
Welke interventies voldoen aan WW- normen?
Wie kent interventies? Hoe verhoudt dat voorbeeld zich tot WW? We gaan naar het NJI: De data bank Effectieve jeugdinterventies
29
Leerdoel module Je weet wat je waarom en hoe wel en niet met jongeren en hun omgeving moet aanvangen om ze binnen het kader van het strafrecht niet opnieuw met het strafrecht in aanraking te laten komen
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.