De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Les 10 voor 2 september 2017 DE TWEE VERBONDEN.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Les 10 voor 2 september 2017 DE TWEE VERBONDEN."— Transcript van de presentatie:

1 Les 10 voor 2 september 2017 DE TWEE VERBONDEN

2 In Galaten 4:21-31, Paulus gebruikt een allegorie (= een symbolische voorstelling van een idee, uitgebeeld door mensen zoals bv. de rechtspraak` voorgesteld door vrouwenfiguur met weegschaal) om redding door geloof te vergelijken met redding door werken: de zoon van de vrije vrouw (Sara) en de zoon van de slavin (Hagar). Het verbond met Adam en Eva. Het verbond met Abraham. Sara en Hagar. Hagar en Sinaï. Ismaël en Izak.

3 HET VERBOND MET ADAM EN EVA
“En de HEERE God gebood de mens: ‘Van alle bomen van de hof mag u vrij eten, maar van de boom van de kennis van goed en kwaad, daarvan mag u niet eten, want op de dag dat u daarvan eet, zult u zeker sterven.’” (Genesis 2:16-17) Voor de zonde (Genesis 2) bevatte het verbond tenminste de volgende clausules voor de mensheid: Houd de sabbat (v. 3). Zorg voor de schepping (v. 15). Eet niet het verboden fruit (v. 17). Het was heel duidelijk: gehoorzaam en je zal leven! Natuurlijk konden Adam en Eva dat verbond nakomen, zij waren volmaakte wezens. Omdat zij ongehoorzaam zijn geweest, introduceerde God een nieuw verbond van genade dat gebaseerd is op de belofte van een Verlosser (Genesis 3:15)

4 HET VERBOND MET ABRAHAM
“Maar zie, het woord van de HEERE kwam tot hem: Deze man zal uw erfgenaam niet zijn, maar iemand die uit uw eigen lichaam voortkomt, die zal uw erfgenaam zijn.’” (Genesis 15:4) Toen God Abram riep, beloofde Hij hem tot een “groot volk” te maken (Genesis 12:2). Na 10 jaar te hebben rondgetrokken, begon Abram aan de vervulling van die belofte te twijfelen: “Zie, mij hebt U geen nageslacht gegeven, en zie, iemand die in mijn huis geboren is, zal mijn erfgenaam zijn!” (Genesis 15:3). Daarom vestigde God een standvastig verbond met Abram door tussen de verdeelde lichamen van de geofferde dieren te gaan. (Genesis 15:9-21). Door dit te doen, garandeerde God Zijn verbond met Zijn eigen leven. Hij gaf uiteindelijk zijn eigen leven op Golgotha om de belofte te vervullen.

5 SARA EN HAGAR “En Abraham zei tegen God: ‘Och, zou Ismaël voor Uw aangezicht mogen leven!’ […] ‘Wat Ismaël betreft, heb Ik u verhoord. […] Mijn verbond echter zal Ik met Izak maken, de zoon die Sara u volgend jaar op deze vastgestelde tijd zal baren.’” (Genesis 17:18-21) Abrahams eerste fout was, het verlaten van het beloofde land en naar Egypte te gaan. Enkele Egyptische slaven die Farao aan Sara gaf, voegden zich bij Abrahams gevolg. Hagar was een van hen. Sara was onvruchtbaar, dus na tien jaar wachtten dacht ze dat ze een zoon kon krijgen door haar slavin als 'draagmoeder' te gebruiken om van haar kind te bevallen Daarom was Ismael het resultaat van menselijke inspanning ("volgens het vlees") terwijl Izak de zoon van Sara en het resultaat was van geloof ("door belofte" Galaten 4:23).

6 HAGAR EN SINAÏ “Want deze Hagar is de berg Sinaï in Arabië, en komt overeen met het huidige Jeruzalem, dat met haar kinderen in slavernij is.” (Galaten 4:25) Het verbond in Sinaï introduceerde gehoorzaamheid als reactie op het hebben van vertrouwen in de beloften en de goddelijke zegeningen (“als u nauwgezet Mijn stem gehoorzaamt”, Exodus 19: 5). Desondanks kunnen de mensen dat verbond niet nakomen, omdat zij het op hun eigen manier probeerden te vervullen en het geloof op een tweede positie plaatsten (Hebreeën 4: 2, Exodus 19: 8). Op dezelfde manier zoals Abraham en Sara probeerden God te helpen om Zijn beloftes te vervullen, trachtten de Israëlieten Gods genadeverbond om te zetten in een verbond van werken. Hagar symboliseert Sinaï doordat beiden menselijke pogingen tot redding door werken onthullen.

7 ISMAEL EN IZAK “Maar zoals destijds hij die naar het vlees geboren was, hem vervolgde die naar de Geest geboren was, zo is het ook nu.” (Galaten 4:29) De Judaïsten dachten dat hun eigen werken hen redding zouden kunnen brengen. Het centrum van hun religieuze leven was Jeruzalem en de tempel. Zij waren eigenlijk net slaven zoals Hagar (Galaten 4:25). Redding door werken en redding door het geloof zijn totaal onverenigbaar. We moeten een van die twee reddingsmiddelen “verwerpen” (Galaten 4:30). Ismael dreef de spot met Izak over het afpakken zijn erfenis. De “zonen van het vlees” drijven ook de spot met de “zonen van de Geest.”

8 “In uw Nageslacht zullen alle volken van de aarde gezegend worden
“In uw Nageslacht zullen alle volken van de aarde gezegend worden.” (Genesis 26:4) ABRAM HAGAR ISMAEL DE BERG SINAÏ WERELDSE JERUZALEM SLAVEN SARA IZAK DE BELOFTE NIEUWE JERUZALEM VRIJ Hagar was een geschenk van Farao, een slavin. SARA was Abrahams wettige vrouw. Ismael was gewelddadig. Izak was vreedzaam. Sommige mensen kijken naar Sinaï en proberen gered te worden door hun werken. Wij kijken naar Christus en we worden gered door het geloof Sommige mensen vertrouwen in wat ze in dit leven kunnen doen. We vertrouwen op wat God al voor ons heeft gedaan Sommige mensen zijn slaven van hun werken. Wij zijn vrij in Jezus Christus onze Verlosser

9 “De geest van slavernij wordt veroorzaakt door te leven in overeenstemming met wettische religie, door middel van het streven om in eigen kracht aan de eisen van de wet te voldoen. Er is hoop voor ons alleen als we komen onder het verbond van Abraham, dat is het verbond van de genade door het geloof in Jezus Christus. Het evangelie gepredikt tot Abraham, waardoor hij hoop had, was hetzelfde evangelie dat aan ons vandaag gepredikt wordt, waardoor we hoop hebben. Abraham zag op naar Jezus, die ook de Leidsman en Voleinder van ons geloof is.” E.G. White: “Comments, The SDA Bible Commentary, vol. 6, p


Download ppt "Les 10 voor 2 september 2017 DE TWEE VERBONDEN."

Verwante presentaties


Ads door Google