De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

HET ZENUWSTELSEL deel 2 samensteller: Matthias Steinebach

Verwante presentaties


Presentatie over: "HET ZENUWSTELSEL deel 2 samensteller: Matthias Steinebach"— Transcript van de presentatie:

1 HET ZENUWSTELSEL deel 2 samensteller: Matthias Steinebach 7-4-2008

2 In deze presentatie komen de “bijbehorende” structuren van het zenuwstelsel aan de orde zoals de vliezen, de bloedvaten en de liquor.

3 De hersenen en het ruggenmerg hebben een belangrijke functie en dienen goed beschermd te worden. De organen zelf zijn niet erg stevig en het zijn dus de botten en de vliezen die dat werk moeten doen. =

4 De hersenen liggen goed beschermd binnen de schedelholte. Het schedeldak vormt een halve bol en de schedelbasis is een “vloer” met drie etages. In deze vloer zitten de nodige gaten voor de zenuwen, het ruggenmerg en de bloedvaten.

5 Het ruggenmerg ligt in het ruggenmergskanaal. Dit wordt gevormd door openingen in de ruggenwervels.

6 Het gehele centrale zenuwstelsel, zowel hersenen als ruggenmerg, is omgeven door drie vliezen. Van buiten naar binnen zijn dit: - harde hersenvlies of dura mater - spinnenwebvlies of arachnoidea - zachte hersenvlies of pia mater

7 Binnen de schedel vormt de dura mater (het harde hersenvlies) een aantal tussenschotten. Deze zitten tussen de twee helften van de grote hersenen (falx cerebri (rode stip) en tussen de achterkwabben van de grote hersenen (occipitaalkwabben) en de kleine hersenen (tentorium cerebelli (blauwe stip).

8 Naast de dura mater ( het harde hersenvlies) zijn er ook, van buiten naar binnen, de arachnoidea (het spinnenwebvlies) en de pia mater (het zachte hersenvlies)

9 De arachnoidea bestaat uit twee gedeelten: -het vliezig deel dat dicht tegen de dura mater aanligt -de vezels die door de subarchnoidale ruimte lopen en dus verbonden zijn met de pia mater.

10 In de subarachnoidale ruimte zit liquor (hersenvocht). De hersenen hebben eenzelfde soortelijk gewicht als de liquor. De hersenen “dobberen” als het ware in de liquor. Ze worden daardoor beschermd tegen schokken ten gevolge van bewegingen.

11 De pia mater ( letterlijk: de zachte voedster) ligt als een handschoen om het zenuwstelsel; het volgt het oppervlak, ook in alle plooien en groeven.

12 In de pia mater lopen de bloedvaten voor de hersenschors.

13 Rond het ruggenmerg liggen dezelfde vliezen als rond de hersenen. Tussen dura en botten zit echter veel meer ruimte: de epidurale ruimte. Hierin lopen veel aders en bij een “ruggenprikverdoving” wordt hier het verdovingsmiddel meestal ingespoten.

14 De bloedvaten Er lopen vier bloedvaten naar de hersenen: -arteriae carotis interna (“inwendige” halsslagaders li + re) -arteriae vertebralis (wervelslagaders li + re )

15 De vertebralis arteriën vormen de arteria basilaris en deze vormt samen met de beide carotis arteriën de circulus Willisii = de cirkel van Willis.

16 Vanaf de cirkel van Willis gaan er drie paar arteriën naar de grote hersenen: -arteria cerebralis anterior (donkerblauw) -arteria cerebralis media (rood) -arteria cerebralis posterior (lichtblauw)

17 Het voordeel van deze cirkel is dat bij afsluiting van een van de aanvoerende arteriën er via de verbindingen toch nog bloed naar alle hersendelen kan gaan. Het is dus een soort sluipweg bij “ernstige filevorming”

18 Elke hersenarterie heeft zijn “eigen” verzorgingsgebied, het zijn zogenaamde “eindarteriën. Dit houdt in dat een verstopping van één van de bloedvaten niet opgevangen kan worden door een ander, in tegenstelling tot de grotere vaten naar de schedel zoals al eerder is uitgelegd

19 De hersenstam en het cerebellum krijgen hun bloed via zijtakken van de arteria basillaris.

20 De grote aders van de hersenen liggen tussen bladen van de dura. Ze worden dan sinussen genoemd. Belangrijk zijn de sinus sagittalis superior en inferior en de sinus sphenoidalis.

21 Het bloed wordt uiteindelijk afgevoerd via de vena jugularis interna, die in de hals loopt.

22 Bijzonder aan de bloedvoorziening van de hersenen is de BLOEDHERSENBARRIÈRE. De wand van de haarvaten van de hersenen zijn minder goed doorgankelijk dan de haarvaten in het lichaam. Hierdoor is er een extra bescherming tegen schadelijke invloeden. Deze barrière wordt gevormd door “pseudopodia” (nepvoetjes) van de steuncellen van het zenuwweefsel

23 De liquor cerebrospinalis De liquor cerebrospinalis wordt gevormd in de vier hersenkamers. In elke kamer zit namelijk een bloedvatrijk orgaan: de plexus choroideus.

24 De ventrikels zitten in de verschillende hersendelen: de eerste en tweede zijventrikel zitten beiderzijds in de grote hersenen, de derde ventrikel in de tussenhersenen en de vierde in de hersenstam onder de kleine hersenen. AFGIETSEL HERSENHOLTE

25 Het geproduceerde hersenvocht wordt uit de hersenholten afgevoerd via het foramen van Magendie. Dit zit onder de kleine hersenen. Het vocht komt dan terecht in de (sub)arachnoïdale ruimte. Dit zit tussen het spinnenwebvlies en het zachte hersenvlies.

26 Dit vocht kan afgetapt worden door een zogenaamde lumbaal of liquorpunctie. Dit wordt altijd gedaan laag in de rug omdat daar (bij volwassenen) geen ruggenmerg meer zit (zie ook presentatie Zenuwstelsel 1).

27 Liquor wordt continu aangemaakt en moet dus ook weer afgevoerd worden. Dit gebeurt via de “granulationes arachnoidales”. Dit zijn uitstulpingen van het spinnenwebvlies in de grote sinussen (“venen”) in de schedel

28 De liquor wordt ook afgevoerd via de vliezen, met name op de plekken waar de ruggenmergzenuwen door de dura heen gaan.

29 Liquor wordt continu aangemaakt en moet dus afgevoerd worden. Als dit niet gebeurt bij pasgeborenen ten gevolge van een aangeboren afwijking kan er een hydrocephalus (waterhoofd) ontstaan. Bij hen zijn de naden nog niet vergroeid.

30 Om dan de afvoer te bevorderen wordt er een drain (slangetje met ventiel) ingebracht die het vocht uit de rechter hersenkamer afvoert naar de buikholte of het hart. Dit is een Pudenz-drain.

31 Bij volwassenen kan de afvoer soms ook belemmerd zijn. De schedel kan echter niet meer uitzetten. Daarom worden in die situatie de hersenen “van binnenuit platgedrukt”: een interne hydrocephalus. Op de röntgenfoto zijn de ventrikels duidelijk groter.

32 Bijzondere situatie Bijzonder is dat er ook liquor rond de “oogzenuw” zit. De oogzenuw is in feite ook geen zenuw maar een “tractus”, een zenuw- baan van het centraal zenuwstelsel. En rond het CZS zitten de vliezen (19).

33 Als gevolg hiervan zal bij een verhoogde liquordruk de oogzenuw samengedrukt worden waardoor ook de bloedvaten in de oogzenuw gestuwd raken. Dit veroorzaakt dan oedeem van de papil, ookwel stuwingspapil genoemd. Dit is te zien bij “oogspiegelen”.

34 Als er dus op basis van de anamnese het vermoeden bestaat dat de druk in de schedel hoger is dan moet er “in fundo” gekeken worden; met behulp van een fundoscoop bekijkt men door de pupil naar de “fundus”, “de achterkant”/bodem, van het oog en beoordeelt men de papil (blinde vlek).

35 Er zijn ook andere redenen op “in fundo” te kijken. Bijvoorbeeld bij glaucoom (li) of diabetes (re). Dit geeft dan andere afwijkingen te zien Normaal 12 jaar later

36


Download ppt "HET ZENUWSTELSEL deel 2 samensteller: Matthias Steinebach"

Verwante presentaties


Ads door Google