De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Huidmiddelen Hoofdstuk 8 Farmacotherapie in de apotheek Okt 2015.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Huidmiddelen Hoofdstuk 8 Farmacotherapie in de apotheek Okt 2015."— Transcript van de presentatie:

1 Huidmiddelen Hoofdstuk 8 Farmacotherapie in de apotheek Okt 2015

2 Inhoud  De huid  Toedieningsvormen  Keuze toedieningsvorm

3 De huid (Latijn: cutis)  Grootste orgaan; oppervlak: 1,5 tot 2 m 2  Bestaat uit:  Opperhuid (epidermis)  Bescherming tegen invloeden van buitenaf  Lederhuid (dermis)  bevat bloedvaatjes, talgklieren, lymfekliertjes, zenuwuiteinden  Onderhuids bindweefsel (subcutis)  warmte, energieopslag, bescherming tegen stoten

4 De huid

5 Toedieningsvormen  Vloeibaar  Halfvast (smeerbaar op de huid)  Vast (niet smeerbaar)

6 Toedieningsvormen: vloeibaar  Oplossingen (solutio)  Oplossingen in water, alcohol of propyleenglycol  Bijv. depvloeistof  Schudsels (lotion)  Combinatie vaste stof en vloeistof  Bijv. zinkoxideschudsel  Smeersel (linimentum)  Vet verdeeld in water (vloeibare emulsie)  Bijv. Lanettesmeersel voor op behaarde hoofdhuid

7 Toedieningsvormen: halfvast  Gel (mucilago)  Vloeistoffen die verdikt zijn tot een halfvaste massa  Vaak dik genoeg voor in een tube  Vb. carbomeerwatergel  Crème (cremor)  Mengsel van water en vetten met emulgator  Gemakkelijk afwasbaar  > 20% vaseline  vette creme

8 Toedieningsvormen: halfvast  Zalf (unguentum)  Vastere massa dan crèmes, bevat geen water  Onderverdeling:  Vette zalf  alleen vet (+ gnm) watervrij met vaseline en paraffine  Emulgerende zalf  vet + emulgator (+ gnm) water opneembaar, hechten makkelijk op vochtige huid, makkelijk afwasbaar, bv. Lanettezalf  Hydrofiele zalf  macrogolzalf water opneembaar, indrogend effect  Uitzondering: Koelzalf  Vet + emulgator + water = crème

9 Toedieningsvormen: halfvast  Pasta (pastae)  Hoog gehalte vaste stof (vaak meer dan 50%)  Onderverdeling:  Stijve pasta  vaste stof + vet bijv. zinkoxidepasta  Weke pasta  vaste stof + olie (+ evt. water) bijv. zinkoxide-kalkwaterzalf (ZOK-zalf)  Waterige pasta  vaste stof + water

10 Toedieningsvormen: vast  Strooipoeders (conspergentia)  Resorbeerbare strooipoeders, mogen (na sterilisatie) gebruikt worden op wonden, bv. resorbeerbaar strooipoeder  Niet-resorbeerbare strooipoeders, bevatten vaak talk, op intacte huid, bv. strooipoederbasis

11 Keuze toedieningsvorm  De gouden regel: Nat op nat Vet op droog

12 Keuze toedieningsvorm  Nattende huid  indrogend zinkoxidesmeersel of ZOK-zalf  Na behandeling huid afdekken; na wisseling verband de huid schoonmaken met olie (bv. paraffine)  Omslag gedrenkt, in bv. Water  Droge huid  Uitdroging tegengaan, bv. Vette crème, (vette) zalf  Zalf geeft huid glanzend laagje, dus overdag crème en ‘s nachts zalf

13 Keuze toedieningsvorm  Behaarde (hoofd)huid  Behandelen met oplossingen en gelen: makkelijk afwasbaar  Bv. lanettesmeersel  Mondslijmvlies  Moet goed hechten aan slijmvlies  Hypromellosezalf


Download ppt "Huidmiddelen Hoofdstuk 8 Farmacotherapie in de apotheek Okt 2015."

Verwante presentaties


Ads door Google