Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdElke Simons Laatst gewijzigd meer dan 8 jaar geleden
2
Eindtoets taal Oefenreeks 11
3
Gebruikte symbolen Ga naar mijn volgende dia Ga naar mijn voorgaande dia Ik wil nog even mijn informatie raadplegen
4
Keuzemogelijkheid Wil je nog graag even de informatie doornemen ? Klik op onderstaande knop Maak je graag onmiddellijk de oefeningen ? Klik op onderstaande knop
5
Werkwoorden = Woorden die zeggen wat je allemaal kunt doen : lopen, springen, dansen…
6
Kleur de werkwoorden met groen, de naamwoorden met geel. De hond ruikt aan de kist. De jongen roept. Joris ziet de meeuw. Daar komt mama. De vogel kijkt gemeen.
7
Schrijf vijf naamwoorden uit ‘Een meeuw in nood’. !!! Lees ‘Een meeuw in nood’ !!! !!! Verschillende antwoorden zijn mogelijk !!! Bijv.1. meeuw 2. dier 3. strand 4. Joop 5. mand
8
Schrijf vijf werkwoorden uit ‘Een meeuw in nood’. !!! Lees ‘Een meeuw in nood’ !!! !!! Verschillende antwoorden zijn mogelijk !!! Bijv.1. zit 2. pakt 3. heeft 4. zien 5. kan
9
Maak zinnen met een woord uit elke kolom. 1. zit 2. pakt 3. heeft 4. zien 5. kan 1. meeuw 2. dier 3. strand 4. Joop 5. mand Bijv.Het dier heeft grote honger. De meeuw zit vol met pek. Joop kan de meeuw vangen.
10
Kleur de werkwoorden met groen, de naamwoorden met geel. De hond ruikt aan de kist. De jongen roept. Joris ziet de meeuw. Daar komt mama. De vogel kijkt gemeen.
11
Schrijf vijf naamwoorden uit ‘Een meeuw in nood’. !!! Lees ‘Een meeuw in nood’ !!! !!! Verschillende antwoorden zijn mogelijk !!! Bijv.1. meeuw 2. dier 3. strand 4. Joop 5. mand
12
Schrijf vijf werkwoorden uit ‘Een meeuw in nood’. !!! Lees ‘Een meeuw in nood’ !!! !!! Verschillende antwoorden zijn mogelijk !!! Bijv.1. zit 2. pakt 3. heeft 4. zien 5. kan
13
Maak zinnen met een woord uit elke kolom. 1. zit 2. pakt 3. heeft 4. zien 5. kan 1. meeuw 2. dier 3. strand 4. Joop 5. mand Bijv.Het dier heeft grote honger. De meeuw zit vol met pek. Joop kan de meeuw vangen.
14
Werkwoorden = Woorden die zeggen wat je allemaal kunt doen : lopen, springen, dansen…
15
Klik in elke zin op het werkwoord. De hond aan de kist. De jongen. Joris de meeuw. Daar mama. De vogel gemeen. ruikt roept ziet komt kijkt
16
Klik in elke zin op de naamwoorden. De ruikt aan de. De roept. ziet de. Daar komt. De kijkt gemeen. hond kist jongen Joris meeuw mama vogel
17
Schrijf vijf naamwoorden uit ‘Een meeuw in nood’. !!! Lees ‘Een meeuw in nood’ !!! !!! Maak deze oefening met je mama of papa. Verschillende antwoorden zijn mogelijk !!! Bijv.1. meeuw 2. dier 3. strand 4. Joop 5. mand
18
Schrijf vijf werkwoorden uit ‘Een meeuw in nood’. !!! Lees ‘Een meeuw in nood’ !!! Bijv.1. zit 2. pakt 3. heeft 4. zien 5. kan !!! Maak deze oefening met je mama of papa. Verschillende antwoorden zijn mogelijk !!!
19
Maak zinnen met een woord uit elke kolom. 1. zit 2. pakt 3. heeft 4. zien 5. kan 1. meeuw 2. dier 3. strand 4. Joop 5. mand Bijv.Het dier heeft grote honger. De meeuw zit vol met pek. Joop kan de meeuw vangen. !!! Maak deze oefening met je mama of papa. Verschillende antwoorden zijn mogelijk !!!
20
Bravo !
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.