De Wereld- oorlogen H11.4 DE VERENIGDE STATEN.  Federale staat: wantrouwend tegenover centrale overheid (president), veel macht bij afzonderlijke staten.

Presentatie over: "De Wereld- oorlogen H11.4 DE VERENIGDE STATEN.  Federale staat: wantrouwend tegenover centrale overheid (president), veel macht bij afzonderlijke staten."— Transcript van de presentatie:

1 De Wereld- oorlogen H11.4 DE VERENIGDE STATEN

2  Federale staat: wantrouwend tegenover centrale overheid (president), veel macht bij afzonderlijke staten VS 1920-1929 POLITIEK

3 VS 1920-1929 ECONOMIE  1920-1929 enorme economische groei  Technologische ontwikkelingen en verbetering van de industrie (bijv. auto’s van Ford)  Consumptiemaatschappij (vraag neemt toe, leningen, aandelen, reclame)  New Capitalism (het kapitalisme zou uiteindelijk voor de welvaart voor iedereen zorgen: overheid houdt zich afzijdig)

4

5 OORZAKEN VAN DE GROTE DEPRESSIE (JAREN ‘30)  Overproductie en onderbesteding  Terugloop in sommige sectoren (spoorwegen, textiel, mijnbouw)  Crisis in de landbouw (dalende vraag uit Europa)  AANLEIDING: Beurscrash 1929

6 Hoover (rep) greep niet in (vertrouwen in het marktmechanisme) en in 1932 werd Roosevelt (FDR) (dem) gekozen om de problemen op te lossen

7 NEW DEAL  New Deal: pakket van maatregelen waarbij de overheid actief ingrijpt op economisch gebied  Talloze wetten (lettersoep: TVA, NRA, etc.)  Werkverschaffingsprojecten  Subsidie en hulp aan boeren

8  Rond 1936: Tweede New Deal  Poging tot sociale wetgeving (National Welfare Program: NWP) meer macht bij de werknemers (vakbonden)  Kritiek van werkgevers (hoge belastingen en afstaan van macht)  Kritiek van Hooggerechtshof (wetten gaan te ver en tasten de rechten van de lidstaten aan/ tegen de grondwet)

9 Reorganisatie van de Overheid Herschikking van het Hooggerechtshof! Dictator FDR (Franklin. D. Roosevelt)

10 RESULTATEN VAN DE NEW DEAL  Wisselend succes (crisis pas opgelost tijdens WOII)  Overheid grijpt in op economisch gebied  Democraten komen op voor de zwakkeren en meer sociale wetgeving  Grotere rol voor de president (angst voor Imperial precidency)