Opleidingssessie 2 Growing Together Communicatievaardigheden van de mentor.

Presentatie over: "Opleidingssessie 2 Growing Together Communicatievaardigheden van de mentor."— Transcript van de presentatie:

1 Opleidingssessie 2 Growing Together Communicatievaardigheden van de mentor

2 Programma sessie 2 Communicatie –Inhoud –Relatie –Vorm Feedback Luisteren Vragen stellen Coachingsvalkuilen Structuur van het gesprek

3 7 % Woorden 38 % Manier waarop iets gezegd wordt 55 % Lichaamstaal Communicatie Je kan niet NIET communiceren

4 4 Communicatie Inhoud Relatie Vorm

5 5 Communicatie Communicatie : inhoud

6 6 Analyse Administratie Concepten Ideeën verwoorden Integratie Schrijven Techniek Implementatie Probleemoplossing Financiën Planning Organisatie Innovatie Creativiteit Relatievaardigheden Lesgeven/leren Communicatie : inhoud

7 7 Analyse Techniek Probleemoplossing Financiën Administratie Implementatie Planning Organisatie Concepten Integratie Innovatie Creativiteit Ideeën verwoorden Schrijven Relatievaardigheden Lesgeven / Leren Communicatie : inhoud 12 34

8 8 Inhoud : tips -Stem je argumenten af op de ander -Zoek sterke bewijzen -Maak duidelijk wat het belang voor de ander is -Bereid je voor op tegenargumenten -Argumenten die niet werken, werken niet! Communicatie : inhoud

9 9 Communicatie : relatie

10 Roos van Leary Boven Onder TegenSamen Concurrerend Leidend HelpendAanvallend Meewerkend Volgend Teruggetrokken Opstandig Communicatie : relatie

11 Relatie : tips -Benadruk het positieve -Gebruik de inbreng van je mentee -Positief omgaan met weerstand en niet reageren met weerstand op de weerstand. -Evenwichtig tussen onder en boven, nadruk op samen! Communicatie : relatie

12 12 Communicatie : vorm

13 Vorm: tips Zorg voor een logisch verhaal (bv als … dan) Gebruik deductie als je mentee positief staat t.o.v. het thema Gebruik inductie als je mentee negatief staat t.o.v. het thema Gebruik de vorm die het best aansluit bij de boodschap en bij de mentee (woorden, beelden, voorbelden, documenten, …).

14 Vorm : Verbaal Zeg ‘ik’ als het ‘ik’ is en spreek niet voor de anderen Zeg zonder afzwakkingen wat je denkt of wilt. Vermijd twijfelwoorden als ‘eventueel, misschien, een beetje, … Zeg duidelijk wat je wil en ga er niet van uit dat mensen dit wel weten of het in ieder geval zullen raden Vermijd suggestieve vragen

15 15 Non-verbale communicatie Communicatie : vorm Nabijheid – Positie Paralinguïstische aspecten : spreekritme, pauzes, articuleer, intonatie Gebaren - gezichtsuitdrukking

16 Feedback

17 Het Johari venster Feedback

18 Het door culturele regels voor beleefdheid en tact bepaalde communicatieproces zal geen feedback opleveren die voldoende duidelijk is om echt te leren Door bewuste feedback krijgt iemand informatie over zijn/haar blinde vlek Feedback

19 Twee voorwaarden voor feedback De dreiging van gezichtverlies moet zo klein mogelijk worden gemaakt. De helderheid van de communicatie moet zo groot mogelijk zijn. Feedback

20 Feedback in 4 stappen Feit : Ik zag je, ik hoorde je, … Interpretatie : Ik dacht, ik voelde, … Verwachting : Ik zou willen dat, ik stel voor dat, … Waarom : En dat is voor mij belangrijk omdat … Feedback

21 Feedback ontvangen Accepteer de feedback Probeer zo open en onbevangen mogelijk te luisteren Vraag om verduidelijking en concretisering Laat de feedback bezinken en beslis wat je ermee zal doen Geef een reactie Feedback

22 Luisteren

23 Luisteren is meer dan gewoon wachten tot de ander is uitgesproken Luisteren geschiedt niet alleen verstandelijk Vooroordelen Selectief luisteren Voorgewend luisteren Luisteren

24 Emotionele geblokkeerdheid Verveling Redetwisten en onderbreken Botsing van wijsheden ‘Verlies’ op de lijn Luisteren

25 Vragen stellen

26 Open vragen De gesloten Vraag De reflectieve vraag Suggestieve vragen Aansluiten bij de interesse van de ander

27 Coachingsvalkuilen

28 Zelf snel advies geven (zonder het probleem voldoende te kennen, of zonder de coachee de kans te geven het probleem zelf op te lossen) Waarom vragen (brengt de coachee in de verdediging) Te ondersteunend (Morgen zal het wel beter gaan; Maak je geen zorgen; Het ligt niet aan jou; …) Evaluerend (ja dat klopt; ben je wel zeker?; …) Interpreterend (ah, dus jouw probleem is…; dus je bent erg teleurgesteld in je collega; …) Coachingsvalkuilen

29 Toelichting thematische opdrachten 2 en 3

30 Vragen of opmerkingen?