Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdOscar Mertens Laatst gewijzigd meer dan 8 jaar geleden
1
Vrijheid en zelfverwerkelijking De visies van Harry Frankfurt en Charles Taylor Stefaan E. Cuypers CLAW – HIW PODIUM 0950, 3 februari 2015
2
Drie begrippen van vrijheid Begrip A: vrijheid, morele verantwoordelijkheid en determinisme PAP: S is moreel verantwoordelijk voor handeling A, alleen als S anders had kunnen handelen Begrip B: vrijheid en zelfverwerkelijking het ware zelf, identiteit, karakter, autonomie, authenticiteit Begrip C: vrijheid en bewuste beslissing Dick Swaab (Wij zijn ons brein) versus Marc Slors (Dat had je gedacht!)
3
Begrip B: vrijheid als zelfverwerkelijking Harry Frankfurt Charles Taylor
4
De visie van Harry Frankfurt A. PAP is onwaar B. het hiërarchische model van het (ware) zelf
5
Het probleem van vrijheid en determinisme Wat is de relatie tussen vrijheid en determinisme? incompatibilisme compatibilisme Harry Frankfurt libertarisme hard determinisme (Charles Taylor)
6
Frankfurts hiërarchische model Overzicht (1) hiërarchie van eerste- en tweede-orde-verlangens (2) hiërarchische wilsvrijheid (3) zelf-identificatie en morele verantwoordelijkheid (4) zelf-evaluatie en zelfverwerkelijking
7
(1) Verlangens van eerste en tweede orde
8
Verlangens van eerste en tweede orde (vervolg)
9
(2) Hiërarchische wilsvrijheid (WV) S’s wil is vrij, alleen als S (op de eerste orde) onbelemmerd verlangt wat S (op de tweede orde) verlangt te verlangen Het is in het verzekeren van de conformiteit van zijn wil met zijn tweede-orde volities, dan, dat een persoon wilsvrijheid uitoefent. En het is in de discrepantie tussen zijn wil en zijn tweede-orde volities, …, dat een persoon die deze vrijheid niet heeft het gebrek eraan voelt. Frankfurt, The Importance of What We Care About, 1988, pp. 20-21 (WV*) S’s wil is vrij, alleen als S anders had kunnen willen (verlangen 1ste orde ) dan S in feite wilt (verlangt 1ste orde )
10
(3) Zelf-identificatie en verantwoordelijkheid (PMV) S is moreel verantwoordelijk voor handeling A, alleen als S hiërarchische controle heeft over A (HC) S heeft hiërarchische controle over handeling A, alleen als A onder de controle staat van een wil (een eerste-orde verlangen) die bepaald is door S’s tweede-orde verlangen, hoe S’s wil verder ook bepaald is (HC*) S heeft hiërarchische controle over handeling A, alleen als A veroorzaakt wordt door een wil waarmee S zich identificeert, ook al is S’s wil overbepaald
11
Ongelukkige en gelukkige junkies
12
Ongelukkige en gelukkige junkies (vervolg) Vrije wil?Zelf-identificatie?Morele verant- woordelijkheid? Normale persoon JA Ongelukkige junkie NEEN Gelukkige junkie NEENJA
13
(4) Zelf-evaluatie en zelfverwerkelijking Zelfverwerkelijking is zelf-evaluatie door zelf-identificatie het vermogen tot reflexieve zelf-evaluatie komt tot uiting in de interne vorming van tweede-orde-verlangens [= zelf-identificatie] Wat is de normatieve basis voor de zelf-evaluatie? volledig onafhankelijk van de moraliteit en zelfs van de rationaliteit descriptief Wat is de (historische) context van de zelf-evaluatie? geheel onafhankelijk van de causale voorgeschiedenis en van de sociale omgeving intern
14
Zelfverwerkelijking (overzicht posities) zelfverwerkelijking JA NEEN Haidt, Gray zelf-ontdekking zelf-interpretatie zelf-ontwerp “karakter” “verhaal” “radicale keuze” JS Mill Ch Taylor J-P Sartre (H Frankfurt)
15
De visie van Charles Taylor B. Het narratief interpretatieve model van het (ware) zelf
16
Taylors narratief interpretatieve model Overzicht (1) intentioneel handelen en betekenisvol verhaal (2) zelf-interpretatie (3) zwakke en krachtige evaluatie (4) horizon van significantie en zelfverwerkelijking
17
(1) Intentioneel handelen en betekenisvol verhaal Gedrag is zoals een tekst intentie handeling overtuiging en verlangen betekenis verhaal ‘narratio’, tekst
18
(2) Zelf-interpretatie Hermeneutische interpretatie van het zelf ‘hermèneuoo’ = uitleggen + ‘techné’ = techniek (a) basale proto-interpretatie de zinvol beleefde werkelijkheid (feiten + handelingen) (b) zelf-interpretatie reflexieve en expressieve toe-eigening van (a) in de taal en het narratieve
19
(3) Zwakke en krachtige evaluatie Zelf-interpretatie = zelf-evaluatie ‘Zwakke’ evaluatie: weegt verlangens kwantitatief tegenover elkaar af en beoogt bevrediging van verlangens machtsstrijd tussen ‘sterke’ en ‘zwakke’ verlangens ‘Krachtige’ evaluatie: evalueert verlangens kwalitatief en beoogt waarachtigheid en authenticiteit evaluatieve termen zoals goed/slecht, edel/gemeen, moedig/laf, openlijk/achterbaks, gepast/ongepast, …
20
(4) Horizon van significantie en zelfverwerkelijking Zelfverwerkelijking is het resultaat van (i) kritische reflectie en (ii) krachtige zelf-evaluatie Deze authentieke zelf-articulatie is afhankelijk van een horizon van significantie, d.w.z. van (a) een vooraf bestaand betekenissysteem en een vooraf gegeven waardenhiërarchie normatief (b) een gemeenschappelijke taal, dialogale relaties en een sociale context extern
21
Vergelijk en contrasteer internextern descriptiefFrankfurt normatiefTaylor Frankfurt en Taylor reflexief model van het (ware) zelf zelf-evaluatie Frankfurt vs. Taylor
22
Opdracht 1 Rik heeft een affaire met Barts vrouw. Bart doodt Rik, ofschoon Bart weet dat wat hij doet moreel verkeerd is. (1) Bart handelt uitsluitend vanuit een onweerstaanbare drang. (2) Bart handelt vanuit een onweerstaanbare drang en hij identificeert zich ook met deze onweerstaanbare drang. (3) Bart identificeert zich met zijn verlangen om Rik te vermoorden, maar dit verlangen is geen onweerstaanbare drang. (4) Bart is feilloos geïndoctrineerd in zijn familie-code die zegt dat rivalen moeten vermoord worden. Verder hetzelfde als (3). Is Bart moreel verantwoordelijk voor Riks dood in (1), (2), (3) en (4)? Volgens Frankfurt? Volgens u? Waarom?
23
Opdracht 2 Salahuddin is een jihadist, een engelsman van geboorte (= Richard Dart), die zich tot de fundamentalistische Islam, het Salafisme, bekeerde. (Robb Leech, My brother the terrorist) Is Salahuddin authentiek? Kan hij zijn ware zelf verwezenlijken? Volgens Frankfurt? Volgens Taylor?
24
Opdracht 3 “Niemand kan zichzelf beginnen modelleren naar een geloof of een idee zonder tot een hogere orde van ervaring op te klimmen: een principe van ondergeschiktheid, van meesterschap over zichzelf in zijn natuur geïntroduceerd: hij is niet louter meer een bundel indrukken, verlangens en impulsen.” George Eliot, Scenes of Clerical Life (Penguin, p. 320) Kan dit citaat verbonden worden met de visie van Frankfurt? Met de visie van Taylor? Indien “ja”, waarom en hoe? Indien “neen”, waarom niet?
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.