De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

WERKWOORDELIJK GEZEGDE

Verwante presentaties


Presentatie over: "WERKWOORDELIJK GEZEGDE"ā€” Transcript van de presentatie:

1 WERKWOORDELIJK GEZEGDE
GRAMMATICA WERKWOORDELIJK GEZEGDE NAAMWOORDELIJK GEZEGDE VOLLEDIGE UITLEG UITLEG PER ONDERDEEL VOLLEDIGE UITLEG UITLEG PER ONDERDEEL OEFENSITES WERKWOORDELIJK GEZEGDE STAPPENPLAN ONTLEDEN ZIN OEFENSITES NAAMWOORDELIJK GEZEGDE 2012 Bert Spitters

2 HET NAAMWOORDELIJK GEZEGDE
Uitleg totaal Andere uitleg oefenen koppelwerkwoorden naamwoordelijk deel werkwoordelijk deel voorbeelden stappenplan 2012 Bert Spitters

3 HET NAAMWOORDELIJK GEZEGDE
Werkwoordelijk deel Naamwoordelijk deel zijn worden blijven blijken lijken schijnen heten dunken voorkomen Zelfstandig naamwoord Of Bijvoeglijk naamwoord + 2012 Bert Spitters

4 Wat zijn de eigenschappen van het naamwoordelijk gezegde?
Het naamwoordelijk gezegde is het zinsdeel dat altijd uit 2 delen bestaat: het werkwoordelijk deel het naamwoordelijk deel De nieuwe James Bondfilm is nu al een groot kassucces. De nieuwe James Bondfilm is nu al een groot kassucces.

5 naamwoordelijk gezegde
Wat zijn de kenmerken van het werkwoordelijk deel? Het werkwoordelijk deel bevat een of meerdere werkwoorden. Het belangrijkste werkwoord is ALTIJD een KOPPELWERKWOORD (KWW)

6 naamwoordelijk gezegde
Wat zijn koppelwerkwoorden? Koppelwerkwoorden zijn werkwoorden die zelf geen betekenis hebben. Samen met een bijvoeglijk naamwoord of een zelfstandig naamwoord geven ze aan wat het onderwerp is(=). Mijn broer blijft de beste van zijn team. Mijn broer = de beste van zijn team. Naamwoordelijk gezegde: blijft de beste van zijn team.

7 naamwoordelijk gezegde
Welke koppelwerkwoorden zijn er? zijn worden blijven voorkomen blijken de koppelwerkwoorden dunken heten schijnen lijken

8 naamwoordelijk gezegde
Nog een keer: Welke koppelwerkwoorden zijn er? Overzichtelijk in volgorde van belangrijkheid bij elkaar: ZIJN blijken heten WORDEN lijken dunken BLIJVEN schijnen voorkomen

9 naamwoordelijk gezegde
Voorbeelden: 1 In het zonlicht zijn de beelden prachtig. 2 De popster wordt zijn grote voorbeeld. 3 Tegenover de klant blijft de verkoper aardig. 4 Nu blijkt de renner ook een talentvolle bokser. 5 De websites lijken prima zo. 6 De nieuwe fotoā€™s schijnen onduidelijk. 7 Deze aanbiedingen heten voordeling! 8 Zij dunkt mij een vriendelijk meisje. 9 Het verhaal komt me bekend voor.

10 naamwoordelijk gezegde
Wat zijn de kenmerken van het naamwoordelijk deel? 1 Het is een woord of woordgroep 2 Het belangrijkste woord is een BN of ZN vb. Mijn vader is boos op zijn viervoeter. BN vb. Hij wordt onze nieuwe premier. ZN

11 naamwoordelijk gezegde
Welk zinsdeel staat nooit in een zin met een naamwoordelijk gezegde? Het LIJDEN VOORWERP staat NOOIT in een zin met een naamwoordelijk gezegde.

12 naamwoordelijk gezegde
Met welk werkwoord kan het koppelwerkwoord wel en met welk NOOIT samen een gezegde vormen? Het koppelwerkwoord (kww) kan wel een gezegde vormen met een hulpwerkwoord (hww), maar nooit met een zelfstandig werkwoord (zww) NAAR STAPPENPLAN NAAR BEGIN

13 ? STAPPENPLAN Zet de persoonsvorm tussen haakjes. volgende WAAR
WIE WAT Aan/voor VZā€¦. WAAR WANNEER WAAROM HOE STAPPENPLAN Zet de persoonsvorm tussen haakjes. volgende NAAR STAPPENPLAN NAAR BEGIN

14 ZWW KWW ? STAPPENPLAN Zoek alle werkwoorden in de zin.
WIE WAT Aan/voor VZā€¦. WAAR WANNEER WAAROM HOE STAPPENPLAN Zoek alle werkwoorden in de zin. Het belangrijkste werkwoord in de zin is een ZWW KWW NAAR STAPPENPLAN NAAR BEGIN

15 ? STAPPENPLAN WERKWOORDELIJK GEZEGDE De zin heeft een volgende WAAR
WIE WAT Aan/voor VZā€¦. WAAR WANNEER WAAROM HOE STAPPENPLAN De zin heeft een WERKWOORDELIJK GEZEGDE volgende NAAR STAPPENPLAN NAAR BEGIN

16 ? STAPPENPLAN NAAMWOORDELIJK GEZEGDE De zin heeft een volgende WAAR
WIE WAT Aan/voor VZā€¦. WAAR WANNEER WAAROM HOE STAPPENPLAN De zin heeft een NAAMWOORDELIJK GEZEGDE volgende NAAR STAPPENPLAN NAAR BEGIN

17 ? STAPPENPLAN WERKWOORDELIJK deel Zoek het volgende WAAR WANNEER
WIE WAT Aan/voor VZā€¦. WAAR WANNEER WAAROM HOE STAPPENPLAN Zoek het WERKWOORDELIJK deel volgende NAAR STAPPENPLAN NAAR BEGIN

18 ? STAPPENPLAN ONDERWERP Zoek het volgende WIE WAAR WANNEER WAAROM HOE
WAT Aan/voor VZā€¦. WAAR WANNEER WAAROM HOE STAPPENPLAN Zoek het ONDERWERP volgende NAAR STAPPENPLAN NAAR BEGIN

19 ? STAPPENPLAN NAAMWOORDELIJK deel Zoek het volgende WAAR WANNEER
WIE WAT Aan/voor VZā€¦. WAAR WANNEER WAAROM HOE STAPPENPLAN Zoek het NAAMWOORDELIJK deel volgende NAAR STAPPENPLAN NAAR BEGIN

20 STAPPENPLAN ONDERWERP. ? WIE Zoek het volgende WAAR WANNEER WAAROM HOE
WAT Aan/voor VZā€¦. WAAR WANNEER WAAROM HOE STAPPENPLAN Zoek het ONDERWERP. volgende NAAR STAPPENPLAN NAAR BEGIN

21 STAPPENPLAN LIJDEND VOORWERP. ? WAT Zoek het volgende WIE WAAR WANNEER
Aan/voor VZā€¦. WAAR WANNEER WAAROM HOE STAPPENPLAN Zoek het LIJDEND VOORWERP. volgende NAAR STAPPENPLAN NAAR BEGIN

22 STAPPENPLAN MEEWERKEND VOORWERP. ? Zoek het volgende Aan/voor WAAR
WIE WAT Aan/voor VZā€¦. WAAR WANNEER WAAROM HOE STAPPENPLAN Zoek het MEEWERKEND VOORWERP. volgende NAAR STAPPENPLAN NAAR BEGIN

23 STAPPENPLAN VOORZETSELVOORWERP. ? Zoek het volgende Aan/voor WAAR
WIE WAT Aan/voor VZā€¦. WAAR WANNEER WAAROM HOE STAPPENPLAN Zoek het VOORZETSELVOORWERP. volgende NAAR STAPPENPLAN NAAR BEGIN

24 BIJWOORDELIJKE BEPALING
? WIE WAT Aan/voor VZā€¦. WAAR WANNEER WAAROM HOE STAPPENPLAN Zoek de BIJWOORDELIJKE BEPALING VAN PLAATS. volgende NAAR STAPPENPLAN NAAR BEGIN

25 BIJWOORDELIJKE BEPALING
? WIE WAT Aan/voor VZā€¦. WAAR WANNEER WAAROM HOE STAPPENPLAN Zoek de BIJWOORDELIJKE BEPALING VAN TIJD. volgende NAAR STAPPENPLAN NAAR BEGIN

26 BIJWOORDELIJKE BEPALING
? WIE WAT Aan/voor VZā€¦. WAAR WANNEER WAAROM HOE STAPPENPLAN Zoek de BIJWOORDELIJKE BEPALING VAN REDEN. volgende NAAR STAPPENPLAN NAAR BEGIN

27 BIJWOORDELIJKE BEPALING
? WIE WAT Aan/voor VZā€¦. WAAR WANNEER WAAROM HOE STAPPENPLAN Zoek de BIJWOORDELIJKE BEPALING VAN HOEDANIGHEID. Naar begin

28 Sites naamwoordelijk gezegde
Andere uitleg Oefenen NAAR STAPPENPLAN NAAR BEGIN

29 HET NAAMWOORDELIJK GEZEGDE
Werkwoordelijk deel Naamwoordelijk deel zijn worden blijven blijken lijken schijnen heten dunken voorkomen Zelfstandig naamwoord Of Bijvoeglijk naamwoord + 2012 Bert Spitters NAAR STAPPENPLAN NAAR BEGIN

30 Wat zijn de eigenschappen van het naamwoordelijk gezegde?
Het naamwoordelijk gezegde is het zinsdeel dat altijd uit 2 delen bestaat: het werkwoordelijk deel het naamwoordelijk deel De nieuwe James Bondfilm is nu al een groot kassucces. De nieuwe James Bondfilm is nu al een groot kassucces. NAAR STAPPENPLAN NAAR BEGIN

31 naamwoordelijk gezegde
Wat zijn de kenmerken van het werkwoordelijk deel? Het werkwoordelijk deel bevat een of meerdere werkwoorden. Het belangrijkste werkwoord is ALTIJD een KOPPELWERKWOORD (KWW) NAAR STAPPENPLAN NAAR BEGIN

32 naamwoordelijk gezegde
Wat zijn koppelwerkwoorden? Koppelwerkwoorden zijn werkwoorden die zelf geen betekenis hebben. Samen met een bijvoeglijk naamwoord of een zelfstandig naamwoord geven ze aan wat het onderwerp is(=). Mijn broer blijft de beste van zijn team. Mijn broer = de beste van zijn team. Naamwoordelijk gezegde: blijft de beste van zijn team. NAAR STAPPENPLAN NAAR BEGIN

33 naamwoordelijk gezegde
Welke koppelwerkwoorden zijn er? zijn worden blijven voorkomen blijken de koppelwerkwoorden dunken heten schijnen lijken NAAR STAPPENPLAN NAAR BEGIN

34 naamwoordelijk gezegde
Nog een keer: Welke koppelwerkwoorden zijn er? Overzichtelijk in volgorde van belangrijkheid bij elkaar: ZIJN blijken heten WORDEN lijken dunken BLIJVEN schijnen voorkomen NAAR STAPPENPLAN NAAR BEGIN

35 naamwoordelijk gezegde
Voorbeelden: 1 In het zonlicht zijn de beelden prachtig. 2 De popster wordt zijn grote voorbeeld. 3 Tegenover de klant blijft de verkoper aardig. 4 Nu blijkt de renner ook een talentvolle bokser. 5 De websites lijken prima zo. 6 De nieuwe fotoā€™s schijnen onduidelijk. 7 Deze aanbiedingen heten voordeling! 8 Zij dunkt mij een vriendelijk meisje. 9 Het verhaal komt me bekend voor. NAAR STAPPENPLAN NAAR BEGIN

36 naamwoordelijk gezegde
Wat zijn de kenmerken van het naamwoordelijk deel? 1 Het is een woord of woordgroep 2 Het belangrijkste woord is een BN of ZN vb. Mijn vader is boos op zijn viervoeter. BN vb. Hij wordt onze nieuwe premier. ZN NAAR STAPPENPLAN NAAR BEGIN

37 naamwoordelijk gezegde
Welk zinsdeel staat nooit in een zin met een naamwoordelijk gezegde? Het LIJDEN VOORWERP staat NOOIT in een zin met een naamwoordelijk gezegde. volgende NAAR STAPPENPLAN NAAR BEGIN

38 naamwoordelijk gezegde
Met welk werkwoord kan het koppelwerkwoord wel en met welk NOOIT samen een gezegde vormen? Het koppelwerkwoord (kww) kan in een enkelvoudige zin samen staan met een hulpwerkwoord (hww), maar nooit met een zelfstandig werkwoord (zww) NAAR STAPPENPLAN NAAR BEGIN

39 Klik op SRMT om de presentatie te beginnen
Werkwoordelijk gezegde Klik op SRMT om de presentatie te beginnen NAAR STAPPENPLAN NAAR BEGIN 2012 Bert Spitters

40 HET WERKWOORDELIJK GEZEGDE
Alle werkwoorden in de zin. HWW Werkwoordelijk gezegde ZWW 2012 Bert Spitters

41 Werkwoordelijk gezegde
Wat zijn de kenmerken van het werkwoordelijk gezegde? 1 Het werkwoordelijk gezegde is het zinsdeel dat aangeeft wat het onderwerp doet. Deze zin lees ik hier nu. Deze zin lees ik hier nu.

42 Werkwoordelijk gezegde
Wat zijn de kenmerken van het werkwoordelijk gezegde? 2 Het belangrijkste werkwoord is altijd een zelfstandig werkwoord (ZWW).

43 Werkwoordelijk gezegde
Wat is een zelfstandig werkwoord? Een zelfstandige werkwoord is een werkwoord dat aangeeft wat het onderwerp doet. Het is de kern van het werkwoordelijk gezegde. De televisie toont mooie schaatsbeelden. De televisie toont. Werkwoordelijk gezegde: toont

44 Werkwoordelijk gezegde
Met welk werkwoord kan het zelfstandig werkwoord samen het gezegde vormen? Met een of meer hulpwerkwoorden. James Bond is ongezien het pand binnengekomen. hww zww De Waalwijkse uitvinder zou dat bedacht kunnen hebben. hww zww hww hww

45 Werkwoordelijk gezegde
Het werkwoordelijk gezegde met zich of een vorm ervan. Werkwoorden met zich of een vorm ervan noemen we wederkerende werkwoorden. Zich* wassen zich vergissen zich bedenken zich overtuigen zich afvragen zich oppeppen ā€œzichā€™ā€™ noemen we het wederkerend voornaamwoord (wd.vnw)

46 Werkwoordelijk gezegde
Het werkwoordelijk gezegde met zich of een vorm ervan. 1. Ik was me elke ochtend. 2.Jij/u wast je/zich elke ochtend. 3. Hij, zijn, men wast zich elke ochtend. 1.Wij wassen ons elke ochtend. 2. Jullie wassen je elke ochtend. 3. Zij/ze wassen zich elke ochtend.

47 Werkwoordelijk gezegde
Voorbeelden: 1 Het computerbedrijf heeft zich bij de koop vergist. hww Wd. vnw zww 2 In de tram worden de passagiers gecontroleerd. hww zww 3. Hij heeft dat gewoon te doen. hww vz zww

48 Werkwoordelijk gezegde
Scheidbare werkwoorden: Scheidbare werkwoorden zijn zelfstandige werkwoorden met een voorvoegsel (vv) of pro partikel (pp). In de tegenwoordige en verleden tijd splitst het werkwoord zich. aandoen Ze doet haar jas aan. schoonmaken Hij maakt de kamer schoon. paardrijden Ankie rijdt al jaren paard. zww pp

49 Werkwoordelijk gezegde
Vragen: Kunnen in een werkwoordelijk gezegde twee zelfstandige werkwoorden staan? In een werkwoordelijk gezegde kan maar Ć©Ć©n zelfstandig werkwoord staan. Kan in een werkwoordelijk gezegde een koppelwerkwoord staan? In een werkwoordelijk gezegde kan geen koppelwerkwoord staan. Welke twee zinsdelen vormen de kern van een zin? De kern van de zin bestaat uit het onderwerp en het gezegde.

50 Sites werkwoordelijk gezegde
Andere uitleg Oefenen terug

51 HET WERKWOORDELIJK GEZEGDE
Uitleg totaal Andere uitleg oefenen Wat is het ww gez? Zww? Zww? voorbeelden Hww vragen Scheidbaar ww? stappenplan terug Wederkerend ww? 2012 Bert Spitters

52 HET WERKWOORDELIJK GEZEGDE
Alle werkwoorden in de zin. HWW Werkwoordelijk gezegde ZWW 2012 Bert Spitters

53 Werkwoordelijk gezegde
Wat zijn de kenmerken van het werkwoordelijk gezegde? 1 Het werkwoordelijk gezegde is het zinsdeel dat aangeeft wat het onderwerp doet. Deze zin lees ik hier nu. Deze zin lees ik hier nu.

54 Werkwoordelijk gezegde
Wat zijn de kenmerken van het werkwoordelijk gezegde? 2 Het belangrijkste werkwoord is altijd een zelfstandig werkwoord (ZWW). Per onderdeel Begin

55 Werkwoordelijk gezegde
Wat is een zelfstandig werkwoord? Een zelfstandige werkwoord is een werkwoord dat aangeeft wat het onderwerp doet. Het is de kern van het werkwoordelijk gezegde. De televisie toont mooie schaatsbeelden. De televisie toont. Werkwoordelijk gezegde: toont Per onderdeel Begin

56 Werkwoordelijk gezegde
Met welk werkwoord kan het zelfstandig werkwoord samen het gezegde vormen? Met een of meer hulpwerkwoorden. James Bond is ongezien het pand binnengekomen. hww zww De Waalwijkse uitvinder zou dat bedacht kunnen hebben. hww zww hww hww Per onderdeel Begin

57 Werkwoordelijk gezegde
Het werkwoordelijk gezegde met zich of een vorm ervan. Werkwoorden met zich of een vorm ervan noemen we wederkerende werkwoorden. Zich* wassen zich vergissen zich bedenken zich overtuigen zich afvragen zich oppeppen ā€œzichā€™ā€™ noemen we het wederkerend voornaamwoord (wd.vnw)

58 Werkwoordelijk gezegde
Het werkwoordelijk gezegde met zich of een vorm ervan. 1. Ik was me elke ochtend. 2.Jij/u wast je/zich elke ochtend. 3. Hij, zijn, men wast zich elke ochtend. 1.Wij wassen ons elke ochtend. 2. Jullie wassen je elke ochtend. 3. Zij/ze wassen zich elke ochtend. Per onderdeel Begin

59 Werkwoordelijk gezegde
Voorbeelden: 1 Het computerbedrijf heeft zich bij de koop vergist. hww Wd. vnw zww 2 In de tram worden de passagiers gecontroleerd. hww zww 3. Hij heeft dat gewoon te doen. hww vz zww Per onderdeel Begin

60 Werkwoordelijk gezegde
Scheidbare werkwoorden: Scheidbare werkwoorden zijn zelfstandige werkwoorden met een voorvoegsel (vv) of pro partikel (pp). In de tegenwoordige en verleden tijd splitst het werkwoord zich. aandoen Ze doet haar jas aan. schoonmaken Hij maakt de kamer schoon. paardrijden Ankie rijdt al jaren paard. zww pp Per onderdeel Begin

61 Werkwoordelijk gezegde
Vragen: Kunnen in een werkwoordelijk gezegde twee zelfstandige werkwoorden staan? In een werkwoordelijk gezegde kan maar Ć©Ć©n zelfstandig werkwoord staan. Kan in een werkwoordelijk gezegde een koppelwerkwoord staan? In een werkwoordelijk gezegde kan geen koppelwerkwoord staan. Welke twee zinsdelen vormen de kern van een zin? De kern van de zin bestaat uit het onderwerp en het gezegde. Per onderdeel Begin

62 Sites werkwoordelijk gezegde
Andere uitleg Oefenen Begin


Download ppt "WERKWOORDELIJK GEZEGDE"

Verwante presentaties


Ads door Google