Download de presentatie
GepubliceerdFien van der Zee Laatst gewijzigd meer dan 8 jaar geleden
1
3 Hoe wordt de geologische tijd onderverdeeld?
1. De geologische tijdsschaal
2
De geologische tijdsschaal
Holoceen < 10000j 600 Biologische Big Bang
3
Hoe is het leven geëvolueerd sedert het Cambrium?
Hogere levensvormen zeer eenvoudig leven
5
Hoe kunnen we het leven op aarde reconstrueren?
afdruk ammoniet mammoet Met behulp van fossielen steenkoolvaren kop reuzenreptiel trilobiet varenbos
6
Een geologische periode sluit meestal af met een massa-extinctie
7
Oorzaken van de massa-extincties
1 Klimaatswijzigingen Wat is hiervan de oorzaak? Afkoeling Opwarming Wat is hiervan de oorzaak?
8
Wat is de oorzaak van de klimaatswijzigingen?
Vergelijk de breedteligging van West-Europa met het klimaat Besluit: het verplaatsen van de continenten veroorzaakt klimaatsveranderingen
9
Welke gevolgen hebben de klimaatsveranderingen?
Besluit: -Iedere temperatuur daling komt overeen met een zeespiegeldaling. - Iedere zeespiegeldaling komt overeen met een massa-extinctie
10
-Waarom spreekt men van de Biologische Big Bang vanaf het Cambrium?
Tijdens het Cambrium is de biologische ontwikkeling zeer snel gegaan, als het ware een explosie van leven. -Beschrijf in enkele grote stappen de evolutie van het plantaardige leven van het Cambrium tot nu: eerst eencelligen, vervolgens sporenplanten, dan de naaktzadigen (naaldbomen) en tenslotte de bedektzadigen (loofbomen en bloemendragende planten). -In welke periode werden de meeste steenkoollagen gevormd? Door welke planten? Onder welk klimaat? Waar bevond West-Europa zich toen op de globe? De steenkoollagen zijn meestal gevormd in het Carboon. Ze zijn ontstaan uit reuzenvarens die leefden in tropische omstandigheden. West-Europa lag toen veel zuidelijker over de evenaar.
11
-Gedurende welke geologisch hoofdtijdperk leefden de reuzenreptielen op aarde? Hoe zijn ze van de planeet verdwenen? De reuzenreptielen leefden tijdens het Mesozoïcum. Ze zijn van de aardbol verdwenen tijdens de massa-extinctie op het einde van het Krijttijdperk. -Geef een verklaring voor het voortdurend veranderen van het klimaat in een bepaald gebied: Een bepaald gebied kan door de plaattektoniek voortdurend verplaatst worden over de aardbol. Hierdoor zullen ook de klimaten veranderen. -Welke 6 grote massa-extincties kunnen we onderscheiden gedurende de laatste 600 miljoen jaar? Op het einde van het Ordovicium, het Devoon, het Perm, het Trias, het Krijt en het Holoceen ( nu bezig). -Wie of wat is de oorzaak van de laatste massa-extinctie in het Holoceen? De mens werkt zo ingrijpend in op het milieu zodat er dagelijks verschillende planten en diersoorten van de aarde verdwijnen. -Welk fenomeen kenmerkt de periode van het Pleistoceen? Het Pleistoceen is een periode die gekenmerkt wordt door enkele zeer koude periodes (glacialen of ijstijden).
12
2. Gebergtevorming
13
Besluit: vroeger zijn er nog periodes geweest van gebergtevorming
Wanneer werden deze lagen geplooid? Anticline Durbuy Syncline Walgrappe Devoon kalksteen Carboon zandsteen Dus ten vroegste op het einde van het Carboon Besluit: vroeger zijn er nog periodes geweest van gebergtevorming
14
De belangrijkste periodes van gebergtevorming
Welke gebergten werden gevormd?
15
Verspreiding van de gebergten
16
1) Caledonische plooiing:
Hoogtepunt in: Siluur tijdperk 400milj jaar geleden Voornaamste gebergten: Schotse Highlands, Scandinavisch massief bij ons het Brabants massief 2) Hercynische plooiing Hoogtepunt in: Eind Carboon 300milj jaar geleden Voornaamste gebergten: Appalachen, Centraal massief, Oeral bij ons Ardennen en de Duitse Eifel 3) Alpiene plooiing Hoogtepunt in: Vanaf het Eoceen, werkt nog steeds door Voornaamste gebergten: Alpen, Himalaya, Andes Welke invloed heeft de Alpiene plooiing bij ons? De Alpiene plooiing veroorzaakt bij ons een kleine opheffing ter hoogte van de Ardennen. Hierdoor snijden de rivieren diepe valleien uit en worden alle afzettingen van na het Carboon een beetje schuin gezet.
17
Optilling door de Alpiene plooiing
De lagen hierboven gaan daardoor schuin staan Optilling door de Alpiene plooiing
18
België op het ogenblik van de Caledonische plooiing
Caledonische plooiing miljoen
19
Caledonische plooiing 400 miljoen
1) Avalon (met oa België) wordt naar N-Am geduwd. 2) De oceanische plaat tussen Avalon en N-Am wordt onder Avalon geduwd (Iapetus oceaan). 3) Wanneer de twee continenten botsen tijdens het siluur (400milj) ontstaan de Caledonische gebergten (oa het Brabants massief).
21
België op het ogenblik van de Hercynische plooiing
Hercynische plooiing miljoen
23
Hercynische plooiing 300miljoen
- Gondwana botst tegen Laurasië. - De oceanische korst (Rheic ocean) verdwijnt onder Gondwana. - De Hercynische gebergten in Midden Europa worden gevormd oa de Ardennen Eifel, Vogezen.
24
Geplooid: ten vroegste op het einde van het Carboon
Wanneer werden deze lagen geplooid? Anticline Durbuy Syncline Walgrappe Devoon kalksteen Carboon zandsteen Geplooid: ten vroegste op het einde van het Carboon Hercynische plooiing
25
3. Ouderdomsbepaling
26
1. Absolute ouderdomsbepaling
1) Met GIDSFOSSIELEN Voorbeeld:
27
Mucrospirifer DEVOON 408 à 360 miljoen jaar oud
28
2) Met de halveringswaarde van radio-actieve elementen
Voorbeeld 14C methode Tijdens leven: constante verhouding 14C/12C Na dood: verlies van 14C door radio-actief verval Halfwaardetijd 14C = 5730 jaar
29
2. Relatieve ouderdomsbepaling
1. Wetten van de sedimentatie - Afzettingen worden gevormd in horizontale vlakke lagen - Geplooide of schuine lagen zijn het resultaat van gebergtevorming Jongere lagen Oudere lagen - Oudere lagen liggen meestal onder jongere - Tussen twee lagenpaketten ligt een discordantievlak
30
2. Relatieve ouderdomsbepaling
2. Principes van de relatieve ouderdomsbepaling. - De breuk is jonger dan de gesteenten waardoor ze loopt - Magmatische gesteenten zijn jonger dan de er rond liggende gesteenten - De gesteentelaag is even oud als de fossielen die er in voorkomen - Ingesloten gesteenten zijn ouder dan het omgevingsgesteente
31
1) Er worden sedimenten afgezet in mooie horizontale lagen ( meestal in de zee). Volgens de wet van de superpositie (A oudste, F jongste laag). 2) Door gebergtevorming worden de lagen geplooid en vervormd ( synclines, anticlines, plooien, breuken ) . Losse gesteenten worden vaak samengeperst tot harde rots. 3) Na de gebergtevorming krijgen we een periode van erosie. Het gebergte wordt afgevlakt tot een schiervlakte. 4) De schiervlakte komt zo laag te liggen zodat ze weer wordt overspoeld. Er worden nieuwe sedimenten afgezet. Tussen de lagenpakketten ontstaat zo een discordantievlak.
35
1. Afzetting van de lagen A
2. Plooiing en erosie van de lagen A 3. Intrusie van de magmahaard M 4. Afzetting van de lagen 1,2,3 en 4 gevolgd door optilling en erosie 5. Ontstaan van de breuklijn F 6. Erosie van de lagen 1,2,3 en 4 met breuk 7. Afzetting van de lagen X, Y discordantievlakken 8. Doorbraak van vulkanisch gesteente V 9. Optilling van het gehele lagenpakket rechts breuklijnen
36
Oefening 3: oplossing 1 Afzetting van de sedimenten D
2 Vorming van de breuk B 3 Doordringen van de magmahaard C 4 Erosie en daarna afzetting van de lagen E 5 Insnijding door rivieren in de afzetting E
37
Oefening met de geologische kaart
JONG OUD JONG ANTICLINE
38
B jong A oud B A
39
Oefening met de geologische kaart
OUD JONG OUD JONG SYNCLINE ANTICLINE
40
4. Geologische opbouw van België
Fonderie-des-Chiens (Nimes)
41
plooiing van alle lagen
Caledonische gebergtevorming plooiing van alle lagen klei fyllade zand kwartsiet overspoeld door zeeën afzetting zand en klei
42
ondiepe zee; warm en vochtig klimaat
kustmoerassen met weelderige vegetatie veenlagen inkoling afbraak Caledonisch massief afzetting van puin (zand en klei ) in zeeën
43
plooiing van alle lagen
Hercynische gebergtevorming plooiing van alle lagen sedimenten worden vast tweede plooiing eerste plooiing opheffing
44
herhaaldelijke transgressies van de zee
gebied ten noorden van Samber en Maas onder water België boven water uiterste zuiden onder water afzettingen afbraak Hercynisch massief (veel steenkoollagen verdwijnen)
45
afzetting nieuwe lagen door transgressies in Tertiair en Quartair
door Alpiene gebergtevorming: opheffing van België terugtrekking van de kustlijn
46
Geologische doorsnede Roeselare
47
1) De sedimenten afgezet tijdens het Paleozoïcum zijn 1 of 2 keer geplooid geweest door de Caledonische en of de Hercynische plooiingsfase. 2) Na de Hercynische plooiing was er een periode van erosie. Pas in het Krijttijdperk heeft de zee ons land weer overspoeld en werden er massaal kalksteen sedimenten afgezet (sterk watervoerende laag). 3) In het Tertiair werden afwisselend zanden en kleien afgezet in een ondiepe zee die zich langzaam terugtrok naar het noorden. 4) Alle lagen hellen een beetje af naar het NW omdat er door de Alpiene plooiing een lichte optilling is in het zuiden ( ter hoogte van de Ardennen). 5) Tijdens de ijstijden werd ons land bedekt met een laag zand en leem die werd opgewaaid uit de droogliggende Noordzee.
48
afgedekt door zand en klei tijdens zeetransgressies
plantenresten veenlagen afgedekt door zand en klei tijdens zeetransgressies inkoling veen bruinkool steenkool Terug
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.