Is ‘t kofschip gezonken…? Meer over de werkwoordspelling.
Het doel van deze workshop: Aan het einde van deze workshop ken je…. Het verschil tussen zwakke en sterke werkwoorden. De regels m.b.t. ‘t kofschip (ezelsbruggetje of je in de verleden tijd ~te(n) of ~de(n) schrijft)
Sterke werkwoorden… Worden ook wel onregelmatige werkwoorden genoemd. Zijn werkwoorden die in de verleden tijd van klinker veranderen…. Voorbeelden: Lopen – liepen, lezen – lazen, helpen – hielpen, wijzen - wezen
Zwakke werkwoorden… Worden ook wel regelmatige werkwoorden genoemd. Worden in de verleden tijd geschreven met de uitgangen ~de(n) of ~te(n)
Wanneer ~te(n) en wanneer ~de(n) Wij hanteren op school de regel van: ‘t kofschip x
(Het kan ook de ik-vorm in de tegenwoordige tijd zijn) Hoe werkt deze regel ? Eerst gaan we op zoek naar de stam van het werkwoord. HOE KUNNEN WE DEZE VINDEN? Je haalt van het hele werkwoord ~EN af. Wat overblijft is de stam. Fietsen - en = fiets (Het kan ook de ik-vorm in de tegenwoordige tijd zijn)
FIETS zit deze in ‘t kofschip x Ja: dan schrijf je ~te(n) Dan ga je kijken naar de laatste letter van de stam. FIETS zit deze in ‘t kofschip x Ja: dan schrijf je ~te(n) Nee: dan schrijf je ~de(n)
Waarom dan soms ~dde(n) of ~tte(N)? Dit heeft te maken met de stam van de werkwoorden. Werkwoorden waarvan de stam eindigt op een ~d of een ~t krijgen in de verleden tijd er net zo goed ~te(n) of ~de(n) achter de stam. Bijvoorbeeld: raden Vorige week …………. ik het juiste antwoord. Hele ww = raden - en = ra(a)d. Dit eindigt al op een ~d. (zit niet in ‘t kofschip x) Ik is het onderwerp. (enkelvoud) dus komt er ~de achter raadde
Even oefenen….
Is ‘t kofschip x gezonken of… Ik hoop dat de werkwoordspellingsregels wat zijn komen boven drijven. BEDANKT VOOR JULLIE AANDACHT!