THEMA 4 WOORDEN LEZEN
pijl
zuil
boek
touw
deur
tijl
nijl
mijl
pijn
wijn
zijn
lijk
rijk
wijs
huil
muil
kuil
ruit
kuit
duik
ruik
duin
tuin
duim
lijf
zit
zin
zot
zon
zet
zes
zee
zeep
zeer
zoo
zool
zoog
zaak
zaal
zaag
koek
hoek
doek
zoek
toen
koen
moet
doet
poes
moes
koel
roep
soep
boer
roer
mouw
zout
hout
kous
goud
koud
bil
bek
bel
bom
bos
beer
boos
boom
boog
bal
bak
baas
baan
bier
bij
bijl
leuk
reuk
beuk
leun
heup
geur
zeur
neus
heus
reus