De Oudheid Grieken en Romeinen in de context van de wereldgeschiedenis Hoorcollege propedeuse semester I blok I F.G. Naerebout
Ter herinnering Elke 14 dagen de uitgewerkte werkcollege- opdracht 48 uur vóór je werkcollege inleveren via Blackboard (‘inleverpunt’) Te dien einde eerst jezelf inschrijven in je eerstejaarsgroep via Blackboard Powerpoints van dit college en verdere informatie: Blackboard en (Syllabi) Facebook Oude Geschiedenis:
Vervolg eerste college ¶ 3 Het 3de en 2de millennium v.C. Tweede college ¶ 1 Het 1ste millennium v.C. ¶ 2 Griekenland & Rome tot ca. 500 v.C.
3de en 2de millennium v.C. Einde 4de millennium: urbanisering; schrift; bronstechnologie vroege steden/staten; arbeidsverdeling; sociale differentiatie; bureaucratie; leger en oorlog Hoofdthema’s: migraties; rijksvorming
2400 v.C. Mesopotaamse hegemonieën Oeroek; Rijk van Sargon van Akkad; Oer 2000 v.C. Komst van de Amorieten Einde Soemer en opkomst van Babylon Begin van geschiedschrijving in Mesopotamië Begin van Minoïsche bloeiperiode; schrift: Lineair A; Cycladisch/Egeïsche beschaving Komst van Grieken en van Italische volken 1700 v.C. Babylon: Hammurabi: wetscodificatie
1600 v.C Santorini/Thera/Thira Opkomst van nieuwe machtsblokken Elam, Assyrië, Mitanni, Hittieten-rijk Griekenland: bloei van Helladische cultuur; Mycene 1500 v.C. Einde Indusbeschaving Opbloei van China: Shang; Chinees schrift: karakters Grieken op Kreta: Lineair B Egypte expansief in Nabije Oosten: Nieuwe Rijk
(Pre-)Griekse wereld Bronstijd Minoïsch- Cycladisch (pre-Grieks) 1600 Helladisch- Myceens (Grieks) 1200 Crisis Dark Age Archaïsch Klassiek Hellenistisch Italië/Rome Bronstijd Vroegste Rome Koningstijd [ /509] Republiek [510/509-27]
Cycladen
Kreta in de Minoïsche periode: archeologische vindplaatsen
Knossos
Knossos: reconstructie
Mycene
Mycene: reconstructie
Een kleitablet beschreven met Lineair-B (de schriftsoort): de taal is een vroege vorm van Grieks (‘Myceens’, ‘Myceens- Grieks’) Deze teksten bewijzen dat tussen c en 1200/1000 v.C. de overheersende cultuur GRIEKS was; vóór c (en op Kreta tot c. 1500) was de overheersende cultuur pre-Grieks (al waren er reeds Griekssprekenden aanwezig)
1200 v.C. Ondergang Late Bronstijd-bestel, migraties Val van het Hittietenrijk, invallen door de Zeevolken, binnendringen van Arameeën in Mesopotamië en Nabije Oosten, begin van het einde voor MyceensGriekenland (wegkwijnend tussen ) 1100 v.C. China: Zhou
: de rijken van de 2de helft van het 2de millennium en met paarse pijlen de migratiestromen die c.1200 de ondergang van dit Bronstijdbestel inluiden (of begeleiden?)
1000 v.C. Successor states: Neo-Hittieten, Frygiers Verspreiding van het alfabet-schrift 900 v.C. Opkomst van Assyrië als grootmacht In het Nabije Oosten: Fenicië, Filistijnen, Israel, Juda ¶ 1 Het 1 ste millennium v.C.
¶ 2 Griekenland & Rome tot ca. 500 v.C. Griekenland in de Dark Age De Griekse wereld van Homeros? Migraties: Doriërs (“tweede komt van de Grieken”); oversteek naar Klein-Azië; Cyprus Archaïsch Griekenland Ex oriente lux einde isolement, vele stimulansen vanuit het oosten, waaronder het alfabetschrift Polis, poleis opkomst van de Griekse ‘stadstaat’ Bevolkingsgroei en ‘kolonisatie’: Grieken zwermen uit over de Middellandse Zee en de Zwarte Zee en stichten nieuwe poleis
Dark Age migratie van Dorische Grieken van noord naar zuid, en van andere Grieken naar de overzijde van de Egeïsche Zee
en Grieks moederland Archaïsche migratie van Grieken vanuit het Grieks moederland (Grieks vasteland, Griekse eilanden en de kust van Klein-Azië) naar de Griekse ‘kolonies’ (= nieuw gestichte zelfstandige poleis op de kusten van Spanje, Zuid-Frankrijk, Sicilië en Zuid-Italië, Noord- Afrika, Hellespont en Bosporus en de Zwarte Zee)