Rekenen met rente Jnw, september 2015.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
H3 Wat doe je met je geld Onderscheid tussen verschillende soorten uitgaven, om een goede begroting te kunnen maken Verschillende vormen van sparen en.
Advertisements

PowerPoint presentatie hypotheken
H 22: Kosten van een duurzaam produktiemiddel (dpm)
Hoofdstuk 3: Wat doe je met je geld?
H 12: Vreemd vermogen lang
Hoofdstuk 2.
OM EVEN OVER NA TE DENKEN.
In het jaar 2007 kon je dit kopen voor €100: In het jaar 2012 kon je dit kopen voor €100: Koopkracht = Het geld wordt minder waard.
H16: Renten H 16 gaat over renten. Wat is het verschil met H 15?
Agenda  Les 44 tm 46  wkn 04 en 05  hs 13 vreemd vermogen op korte termijn  bestuderen par 13.1 tm 13.5 maken wb vragen 13.1 tm
Lesplanning Binnenkomst Intro Vragen huiswerk Uitleg docent 2.2
Blz Prioriteiten stellen betekent dat je de belangrijkste dingen eerst koopt/ betaalt. Huishoudelijke uitgaven zijn producten die je vaak koopt,
Danny Schalkwijk R3Ki ( Economie presentatie )

19 augustus 2014 Nu en in de toekomst Samen uw woonwensen realiseren.
§2.3 Hoe leen je? In deze PowerPoint-presentatie leer je over: Lenen
§2.4 Wat doet de bank voor jou?
§2.2 Hoe spaar je? In deze PowerPoint-presentatie leer je over: Sparen
§ 2.4 Geld lenen kost geld Als je geld leent, moet je dat weer terugbetalen. Daarnaast betaal je meestal rente. Hoeveel en hoe lang je terugbetaalt, hangt.
Met gebruik van een verhoudingstabel
Verkopen en kassa H5 Betalen en administratie Ondernemer detailhandel.
 Om te kijken of je belegging echt beter is als je geld op de spaarrekening zetten, moet je het rendement berekenen.  Bij rendement wordt de winst vergeleken.
Aantekeningen Hoofdstuk 1
Wat voor inkomen heb je & waar blijft je geld?
Toepassingen 5L week 15: ‘Sportief spelen’ gespaard bedrag berekenen intrest – kapitaal – tijd procent van een getal breuk van een getal spaarperiode berekenen.
1. EVEN VOORSTELLEN… LEERDOELEN Je weet wat een bank is en doet. Je kent de (financiële) gevolgen van rood staan, kopen op afbetaling en een lening afsluiten.
1 Mijn Geldzaken. EVEN VOORSTELLEN… Weet jij hoeveel geld je op dit moment hebt op je rekening?
SPAREN EN LENEN. SPAREN  Enkelvoudige interest ( rente)  Samengestelde interest ( rente)
Domein Verhoudingen 11 Rente van spaartegoeden 2 Rente van spaartegoeden Als je geld op een spaarbankrekening stort en voor langere tijd laat staan,
Interest berekeningen
Aantekeningen hoofdstuk 3. Begroting Als je je uitgaven op orde wilt houden, dan moet je budgetteren. Raadzaam is om een begroting te maken, Dat doe je.
Lenen.
Welkom havo 4..
Exameneenheid: Consumptie
Vraag en Aanbod van financiële middelen & nominale en reële rente
Rekenen.
Welkom havo 4..
Welkom havo 4..
Beste Havo 4..
Welkom havo 4..
Beste ath 4..
Beste ath 4..
Beste Havo 4..
(Bijna) iedereen doet het
Welkom Havo 5..
Welkom havo 4..
Welkom ath 4..
Beste Havo 4..
Maximale geldschepping
Beste ath 4..
Beste Havo 4..
Beste ath 4..
H3 Financiering van een bedrijf
Beste Havo 4..
Welkom havo 4..
Les 3: Negatieve getallen Les4: Optellen en aftrekken
Beste Havo 4..
Welkom havo 4..
Beste Havo 4..
Beste ath 4..
De bank en jouw geld Hoofdstuk 3 Geheel.
Beste ath 4..
Beste ath 4..
Beste ath 4..
Vmbo 2 economie Goede producten?
Les 3: Negatieve getallen Les4: Optellen en aftrekken
EIGEN WONING © Dia van Berry Hagendijk.
H9: ENKELVOUDIGE INTEREST INTEREST
duurzame productiemiddelen
Transcript van de presentatie:

Rekenen met rente Jnw, september 2015

Rekenen aan spaarrente Spaarrente is een vergoeding van de bank voor het door jou 'uitlenen' van je spaargeld. Stel je hebt €10.000,- spaargeld en je krijgt 2% rente per jaar. Hoeveel euro rente krijg je dan per jaar? 10.000/100 x2% = €200,- rente per jaar. Per half jaar: €200/2 = €100,- rente per half jaar Per maand: €200/12 = €16,67 rente per maand

Voorbeeld Je hebt weer €10 Voorbeeld Je hebt weer €10.000,- spaargeld, je krijgt nog steeds 2% rente. Je lat het bedrag 8 jaar op je spaarrekening staan. Welk bedrag staat er na de 8 jaar op je Spaarrekening? Berekening: N= 8, p= 0,02 (1+0,02)^8 x 10.000= €11.716,59 Rente op rente Als je het spaargeld meerdere jaren op je spaarrekening laat staan, ontvang je rente over het gestorte bedrag en de eerder gekregen rente. Formule voor rente op rente: Spaarsaldo naar N jaar=(1+p)^N x beginsaldo. N= aantal jaar P= rentepercentage als decimaal getal

Rekenen aan leenrente Wanneer je geld leent moet je niet alleen het geleende bedrag terug betalen (aflossing), maar ook nog rente. De rente die je betaald is een vergoeding voor het uitlenen van het geld en een dekking van het mogelijk risico dat de bank loopt. Rente en aflossing worden niet altijd los van elkaar weergegeven, bijvoorbeeld bij koop op afbetaling, bij koop op afbetaling betaal je het geleende bedrag terug in maandelijks termijnen.

Koop op afbetaling Soms wil je iets kopen, terwijl je daar nu het geld niet voor hebt. Grote bedrijven zijn dan soms bereid om je het bedrag in delen te laten betalen. Je noemt dit, koop op afbetaling.

Koop op afbetaling voorbeeld Voorbeeld: je wilt een nieuwe tv kopen van €750,- maar hebt op dit moment het geld niet. De winkel keten is bereid om je het bedrag in delen terug te laten betalen. Je moet wel een aanbetaling doen van 10%, vervolgens betaal je nog 12 maandelijkse termijnen van €65,- per maand. Hoeveel moet je nu uiteindelijk voor de televisie betalen? De aanbetaling is 10% van €750 = €75,- daarnaast nog 12 maandelijkse termijnen van €70,- dus 12 x 65=€780,-. We hebben dus €75,- + €780,- =€855,- moeten betalen.