Bindingstypen en eigenschappen van stoffen

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Inleiding in de RedOx chemie
Advertisements

H12. Polariteit van stoffen
Stof voor het SE1 H1 t/m 7.
Klik nu op de titel van dia 2 om verder te gaan
Bouw van zuivere stoffen
Hoofdstuk 3 Stoffen en reacties
Zoutreacties.
Zouten.
Magnesiumbromide Natriumfosfaat suiker MgBr2  Mg Br-
Zuivere stoffen en mengsels
Klinische Chemie Leereenheid 4 Evelien Zonneveld 15 december 2005.
Het gedrag van stoffen in water
Polariteit scheikundeblok.
7 Reacties met elektronenoverdracht
Zouten in water.
Hoofdstuk 4 Moleculaire stoffen
Hoofdstuk 4 Zouten.
Hoofdstuk 2 Moleculaire Stoffen
H4 Zouten.
Verbindingen Klas 4.
Periodiek Systeem Klas 4.
Introductie Zouten klas 4.
Polymeren.
Examentraining Havo 5.
Atoombouw: middeleeuwen
Elektrische verschijnselen
Structuur van de stof.
Geleiding in vaste stoffen
mineralen: atoombouw 1 Mineralen
Biologie makkelijk? QF8&NR=1 QF8&NR=1 Nee dus, je kunt het heeeeel ingewikkeld.
Formules van ionaire stoffen
1.4 Ontleedbare stoffen: Samengestelde ionen
Hfst 1 paragraaf 3 Enkelvoudige ionen.
Stoffen en deeltjes 4T Nask2 1.1 Wat zijn stoffen?
1.5 Naamgeving moleculaire stoffen
Inleiding chemie Contact Dit document is samengesteld door onderwijsbureau Bijles en Training. Wij zijn DE expert op het gebied van bijlessen en trainingen.
Scheikunde Chemie overal Week 1
Marc Bremer Scheikunde Marc Bremer
Hoofdstuk 3 Stoffen en reacties
11 Redoxreacties.
Atoombindingen Covalent: sterk, elektronenpaar gedeeld
Chemie van water Mevrouw Baeten.
Bindingen Waterstof H : H Natriumchloride Na+ Cl- Na+ :Cl Waterstofchloride δ + δ - H : Cl atoombinding ionbinding polaire atoombinding dipoolmolecuul.
Chemische bindingen Kelly van Helden.
O42 M42 Scheikunde.
Scheikunde 4 Atoombouw Kelly van Helden.
4.4.Doorstroom Scheikunde H 1
ZOUTEN METALEN MOLECULAIRE STOFFEN HAVO 4 - BRP.
Scheikunde 4 W&L.
Nova Scheikunde VWO hoofdstuk 1
Hoofdstuk 3 Kelly van Helden.
Ionogene bindingen Chpt 6.
Atomen, moleculen en ionen
Covalente Bindingen en
Zuur-base eigenschappen van zouten
Lewis structuren VSEPR model
Overzicht lesstof toets 2. Inhoud Hoofdstuk 5: Atoombouw Hoofdstuk 6: Atoom- en Molecuulmassa Hoofdstuk 7: Chemische binding Hoofdstuk 8: Rekenen met.
Metalen & opfris molberekeningen Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 2.
HOOFDSTUK 1 STOFFEN.
Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 1
Rekenen aan reacties Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 3.
Hoofdstuk 4 Mengen en scheiden
8.4 Moleculen en atomen Praktikum 36: Vragen:
Bindingen Waterstof H : H Natriumchloride Na+ Cl- Na+ :Cl- Waterstofchloride δ + δ - H : Cl atoombinding ionbinding polaire atoombinding dipoolmolecuul.
Covalente binding Waterstof atoom atoomnummer 1 1 proton 1 elektron.
Doorstroom Scheikunde les 1
Zouten en water Tutor voor de vierde klassen
Zouten Combinatie metaal + niet metaal Ionen Bv Natriumchloride
Hier links zie je een overzicht van alle dia’s met hun titels Als je naar de volgende (of een andere dia) wil klik je op de titel Klik nu nogmaals hier!!
Transcript van de presentatie:

Bindingstypen en eigenschappen van stoffen De chemische binding: krachten tussen atomen, moleculen en ionen

Moleculaire stoffen Opgebouwd uit niet-metalen (NM + NM) Atoombinding IN het molecuul TUSSEN de atomen Atoombinding = gemeenschappelijke elektronenparen (g.e.p.) Atoombinding is sterk, moeilijk te verbreken. Verbreekt bij ontleding van het molecuul. Verbreekt NIET bij verdampen van een stof. Verbreekt bij chemische reacties. Hierbij ontstaan dus andere moleculen.

Moleculaire stoffen δ‒ δ+ Atoombinding tussen ongelijke atomen: polaire binding Sterk polaire binding bij ‒O‒H, =N‒H, (H-F, C‒O, C‒F, etc.) Polaire binding: g.e.p. niet symmetrisch gedeeld, daardoor is het ene atoom elektronenrijk : , het andere elektronenarm: Grootste elektronegativiteit (BINAS 40A) bepaalt welk atoom δ‒ wordt. Dipoolmoleculen (= polaire stoffen) als lading ongelijk verdeeld is over het hele molecuul. δ‒ δ+

Moleculaire stoffen Moleculen trekken elkaar zwak aan: de vanderwaalsbinding (of: molecuulbinding). Ongeladen kleine moleculen hebben zeer kleine vanderwaalskrachten; meestal gasvormig bij kamertemperatuur. Grotere dipoolmoleculen hebben sterkere molecuulbinding

Moleculaire stoffen Vanderwaalsbinding verdwijnt bij verdampen/koken oplossen

Voorbeeld: Naftaleen (C14H10) molecuulrooster

Moleculaire stoffen Vooral bij O‒H en N‒H groepen sterkere molecuulbinding: H-bruggen! Gevolg 1: relatief hoge kookpunten Gevolg 2: mengen onderling goed Gevolg 3: trekken water aan: hydrofiel

Moleculaire stoffen H-bruggen tekenen:

Moleculaire stoffen Molecuulstructuur van ijs: H-bruggen vormen de diamantachtige structuur van het molecuulrooster.

Ionaire stoffen Opgebouwd uit metalen en niet-metalen (M+NM): zouten Positieve metaalionen. Negatieve ionen van niet-metalen. Sterke ionbinding, dus: Hoge smeltpunten. Voorbeeld: ionrooster KClO3 > >

Ionaire stoffen Ionrooster hard en bros Breekt bij vervorming:

Ionaire stoffen Zouten vormen soms (zout)hydraten. Bijvoorbeeld: CaCl2(s) + 6 H2O(l) → CaCl2.6 H2O(s) Zouten lossen soms op in water (BINAS 45), de ionen worden gehydrateerd: Modellen van een gehydrateerd kation (+) en anion (‒)

Ionaire stoffen Oplossen van een zout (natriumchloride) Hydratatie: dipoolmoleculen vormen ‘watermantels’. https://www.youtube.com/watch?v=xdedxfhcpWo

Ionaire stoffen Uitkristalleren van zouten Indampen Na+ + Cl‒ → NaCl

Ionaire stoffen Zoutoplossingen geleiden stroom: Vrije ionen Zoutoplossingen nooit als hele verhoudingsformule noteren in reactievergelijkingen! Bijvoorbeeld: natriumcarbonaatoplossing =

Metaalbinding Alleen bij metalen en legeringen. Sterk type binding. Metaalrooster: regelmatige bolstapelingen

Metaalbinding Vrije elektronen houden positieve atoomrompen (metaalionen) bijeen. Geleiders voor stroom en warmte Vervormbare, buigzame stoffen.

Atoomroosters Elementen B, C, Si en P (groep 13/14): speciaal! Atomen vormen onderling sterke covalente bindingen in een atoomrooster. Geen afzonderlijke moleculen, alle atomen aan elkaar. Harde stoffen met zeer hoge smeltpunten. Lossen nergens in op.

Atoomroosters C(s): diamant C(s): grafiet Si(s): materiaal voor microchips SiC(s): carborundum P(s): rode fosfor

Atoomroosters Kwarts: SiO2(s): covalent rooster

Atoomroosters Silicaten: losse of verbonden SiO4-tetraëders Si: formele lading 4+; O: formele lading 2‒ Metaalionen maken lading neutraal. Voorbeeld: Ca2Al2Si4O13 (soort cement). Toepassing: bouwmaterialen, zeolieten (katalysatoren, wasmiddelen, etc.)

Andere vormen van koolstof Fullerenen (“Buckyballs”) Grafeen Grafaan (CH!) Nanobuisjes grafeen