Teksten schrijven
Teksten schrijven – Waar gaat het over Onderwerp Titel Lead Tussenkopjes Illustraties Woorden vet/cursief
Teksten schrijven – Wat is het doel Je wilt de lezer: Informeren – alleen informatie Amuseren – plezier/verdriet Overtuigen - jouw mening Activeren - de lezer moet iets doen
Teksten schrijven – Wat is je doelgroep Bepaal wie je lezers zijn: Peuter/puber/volwassen Jongens/meisjes ?
Teksten schrijven – Wat wil je vertellen Hoofdgedachte van een tekst Het belangrijkste wat je wil zeggen in één zin Eerste of laatste alinea
Teksten schrijven – Maak schrijfplan IKS-indeling (Inleiding-Kern-Slot) Inleiding – introduceer het onderwerp Kern – deelonderwerp 1 deelonderwerp 2 deelonderwerp 3 ….. Slot – Samenvatting/conclusie Kernwoorden
Teksten schrijven – Maak eerste versie Werk de kernwoorden uit. Breng tekstverbanden aan gebruik hiervoor signaalwoorden Gebruik structurerende zinnen Maak goede alinea-indeling: Kernzin – uitwerking Uitwerking - kernzin
Teksten schrijven – Tekstverbanden 1. Opsomming Ook, bovendien, verder, ten eerste …, niet alleen .. maar ook, zowel .. als 2. Tegenstelling Maar, echter, daarentegen, toch, daar staat tegenover 3. Redengevend Omdat, want, immers, daarom 4. Vergelijkend Net als, evenals, zoals 5. Oorzakelijk Zodat, daardoor, waardoor, doordat
Teksten schrijven – Tekstverbanden 6. Voorwaardelijk Wanneer, als, indien, mits, op voorwaarde dat 7. Uitleggend Bijvoorbeeld, dat wil zeggen, met andere woorden 8. Concluderend Dus, concluderend, de conclusie is 9. Samenvattend Samenvattend, kortom, kort samengevat 10. Chronologisch Vroeger, eerder, dadelijk, terwijl, daarna
Teksten schrijven – Vraag feedback Feedback geven: Beschrijf wat jij ziet. Alleen geven op iets dat te veranderen is. Geef ook advies hoe iets anders kan. Feedback ontvangen: Luister goed het is positief bedoeld. Ga je zelf niet verdedigen. Vraag toelichting als je iets niet begrijpt.
Teksten schrijven – Herschrijven/inleveren Verwerk de feedback. Lever je tekst in.