tegenwoordige tijd en verleden tijd Werkwoordspelling tegenwoordige tijd en verleden tijd persoonsvorm Free Powerpoint Templates
De man heeft een fiets gestolen? Wat is de persoonsvorm? De man heeft een fiets gestolen? De man heeft
Hij gaat onze wedstrijd fluiten Wat is de persoonsvorm? Hij gaat onze wedstrijd fluiten gaat fluiten
Wil jij de hond vanavond uitlaten? Wat is de persoonsvorm? Wil jij de hond vanavond uitlaten?
Wat is de stam van het werkwoord? fietsen
Wat is de stam van het werkwoord? beantwoorden
Wat is de stam van het werkwoord? verhuizen
Hoe schrijf je de persoonsvorm in deze zin? De vrouw …………… meteen om de rekening vragen vraagt
Hoe schrijf je de persoonsvorm in deze zin? De conducteur……………….. de kaartjes van de passagiers. controleert controleerd
Hoe schrijf je de persoonsvorm in deze zin? Hij ……………..heel hard om de opdracht af te krijgen. werken werkt
Hoe schrijf je de persoonsvorm in deze zin? Ik ……………de hele tijd door muggen gestoken wordt word
Hoe schrijf je de persoonsvorm in deze zin? Hij ……………. (worden) de hele tijd door muggen gestoken
Hoe schrijf je de persoonsvorm in deze zin? Wij ……………. (gaan) morgen lekker een stukje fietsen.
Hoe schrijf je de persoonsvorm in deze zin? Zij ……………… (geven) de bos bloemen weg aan het publiek.
Hoe schrijf je de persoonsvorm in deze zin? Zij ……………… (reageren) nooit snel op haar mail.
Hoe schrijf je de persoonsvorm in deze zin? Hij ……………… (treden) morgen op in het stadion.
Hoe schrijf je de persoonsvorm (VT) in deze zin? Vroeger ……………… Frank zich nooit. scheerde schoor
Hoe schrijf je de persoonsvorm (VT) in deze zin? We ……………… met de trein verder. reisten reisden
Hoe schrijf je de persoonsvorm (VT) in deze zin? De vuurkorf ……………… uitstekend. brande brandde
Hoe schrijf je de persoonsvorm (VT) in deze zin? Hij ……………… zijn voorsprong. vergrote vergrootte
Hoe schrijf je de persoonsvorm (VT) in deze zin? Het nieuwtje ……………… (verspreiden) zich snel door de school.
Hoe schrijf je de persoonsvorm (VT) in deze zin? Hij ……………… (schrijven) het antwoord stiekem in zijn hand.
Hoe schrijf je de persoonsvorm (VT) in deze zin? Die familie ……………… (verhuizen) bijna elk jaar.