De stam van het werkwoord Hoofdstuk 2 Spelling De stam van het werkwoord
Persoonsvorm tegenwoordige tijd ik-vorm: stam De stam van het werkwoord vind je door -en van het hele werkwoord af te halen. Soms verdwijnt er een letter, soms komt er een letter bij of verandert een letter (hopen – hoop). De eindmedeklinker schrijven we altijd enkel. Het werkwoord schrikken wordt dus niet schrikk, maar schrik.
Pv tegenwoordige tijd ik-vorm: stam hele werkwoord -en stam (ik-vorm) denken denk lopen verrassen verven lop loop verrass verras verv verf 3
Noteer de stam van de werkwoorden hele werkwoord stam schaatsen rennen durven lezen jagen antwoorden schaats ren durf lees jaag antwoord
Scheidbare werkwoorden Scheidbare werkwoorden kunnen gesplitst worden als ze persoonsvorm zijn. De stam van een scheidbaar werkwoord heeft een gesplitste en een niet-gesplitste vorm. Voorbeeld: opbellen: bel op / opbel Ik bel mijn vriendje op. Ik denk dat ik straks mijn vriendje even opbel.
Wat is de stam (2x) van de splitsbare werkwoorden? afdrogen - Ik …………….. Hij wil dat ik …………….. instappen - Ik …………….. De taxichauffeur wil dat ik …………….. nadenken - Ik …………….. De docent wil dat ik eerst …………….. opschieten - Ik …………….. Zij wil dat ik …………….. droog af afdroog stap in instap denk na nadenk schiet op opschiet