Serie en Parallel
Serie schakeling Voor een serie schakeling geldt: Enter Serie schakeling Voor een serie schakeling geldt: De weerstanden moet je bij elkaar optellen. De stroomsterkte door alle weerstanden is gelijk. De spanning verdeelt zich over de weerstanden.
Serieschakeling van twee weerstanden R1=20 ohm R2=60 ohm Ut=80 V
Bij een serie schakeling: Weerstanden optellen. Enter Bij een serie schakeling: Weerstanden optellen. R1= 20 ohm R2= 60 ohm Rt=R1 + R2 Rt=20 + 60 = 80 ohm Rt =80 ohm Ut=80 V
Serieschakeling Je weet nu: Ut= 80 V Rt= 80 ohm I= 80 1 A Rt 80 1 x Enter Serieschakeling Je weet nu: Ut= 80 V Rt= 80 ohm I= Ut 80 1 A Rt 80 Er stroomt 1 A door de schakeling
Enter Parallelschakeling Bij een parallelschakeling kun je alle apparaten apart aan/uit zetten. Bij een parallelschakeling is de spanning over de apparaten steeds hetzelfde. De stroom verdeelt zich over de apparaten Het ene apparaat laat meer stroom door dan de andere
Parallelschakeling van twee apparaten Enter Parallelschakeling van twee apparaten R1=20 ohm Apparaat 1 heeft een weerstand van 20 ohm. Apparaat 2 heeft een weerstand van 60 ohm. Spanningsbron 60 V. R2=60 ohm Ut=80 V
Parallelschakeling van twee apparaten Druk niet op Enter Parallelschakeling van twee apparaten U=80 V R1=20 ohm I1= ? U=80 V R1=20 ohm Spanning over het eerste apparaat 80 V Spanning over het tweede apparaat ook 80 V I1=4A U=80 V U=80 V R2=60 ohm I2= ? R2=60 ohm I2=1,3A I1=U/R1 80/20 = 4 A It=5,3 A I2=U/R2 80/60 = 1,3 A Ut=80 V Druk nu steeds op enter Itotaal + I1 + I2 = 5,3 A