Thema 5: Regeling Basisstof 2 Hormonen
Hormonen (Vetachtige of eiwitachtige) Signaalstoffen die door bloed vervoerd worden Hebben specifieke werking reageren op receptoreiwitten van doelwitorgaan Hormoonconcentratie bepaalt reactiesnelheid van doelorgaan Altijd negatieve terugkoppeling (geproduceerde stof remt productie van het stimulerende hormoon)
Hormoonklieren zijn endocrien, oftewel ze Exocriene klier Endocriene klier Hormoonproducerende kliercellen Bloedvat Kliercellen Hormoonklieren zijn endocrien, oftewel ze geven als kliercel hun stoffen af aan het bloed
1 = Epifyse(pijnappelklier) 2 = Hypofyse 3 = Schildklier 4 = Thymus 5 = Bijnieren 6 = Alvleesklier 7 = Eierstokken 8 = Testes
Hypothalamus Afgifte van: Releasing hormonen: via bloedvaatjes afgegeven die naar hypofysevoorkwab lopen, waardoor deze hormonen gaat afgeven (o.a. TSH, FSH, LH, groeihormoon) (Als het hormoon een remmend effect heeft op de hormoonafgifte noemen we dat een inhibiting hormoon) Neurohormonen: gemaakt in neuronen waarvan de uitlopers naar de hypofyseachterkwab lopen, waardoor deze hormonen gaat afgeven (ADH, oxytocine) = neurosecretie
Hypofyse Produceert hormonen die de werking van andere hormoonklieren beinvloeden. Hypothalamus Nieren ADH Oxytocine Voorkwab (= adenohypofyse) Achterkwab (= neurohypofyse) Baarmoeder (weeën) TSH Prolactine Borsten Thyroxine Schildklier Borsten ACTH Bijnieren Groeihormoon FSH Oestrogeen en progesteron LH Eierstok en testis
De schildklier
Schildklier Stimuleert de stofwisseling, groei en ontwikkeling. Bij Jood tekort ontstaat Struma. Animatie Bioplek schildklier
Te weinig thyroxine?
De eilandjes van Langerhans
Insuline insuline glucose glycogeen glucagon Animatie Bioplek insuline-glucagon
Bijnieren Hormoon adrenaline Heeft een snelle kortdurende werking in stress-situaties Glycogeen wordt omgezet in glucose (in spieren en lever) Hartslag en ademhaling omhoog, verwijden bloedvaten naar skeletspieren en hersenen. Vertering wordt geremd.