Soortenkennis O41A deel 2 van 3 Toegepaste biologie O41 2014-2015
Kenmerken grove den Soortgroep Landplanten Hoofd-biotoop De grove den is een pionier soort die goed groeit op voedselarme gronden zoals droge zandgronden. Uiterlijke kenmerken De bladen van de grove den zijn naaldvormig en staan met twee tegelijk op korte takjes. De den heeft ook lange takjes met verspreid staande naalden. De lange takjes zorgen voor de lengtegroei. De grijsgroene naalden zijn gedraaid en kunnen tot 8 cm lang worden. De grove den kan 25-35 m hoog worden en heeft een penwortel, waarmee ook uit grotere diepte water opgenomen kan worden. Bij de bosbouw wordt de grove den na 80 tot 120 jaar gekapt. De bomen kunnen echter veel ouder worden. In Zweden staat een zevenhonderdjarige boom. Jonge bomen hebben een kegelvormige kroon. Oudere bomen hebben een meer schermvormige kroon en een hoge stam. De onderste takken zijn afgestorven en zitten deels nog aan de stam vast. De jonge schors aan de top van de boom is glad en grijsgeel van kleur. Op oudere leeftijd wordt er een ruwe plaatvormige schors gevormd. De plaatjes van de schors zijn vrij klein. De jonge kegels zijn groen en kleuren later donkergrijsbruin. De kegels kunnen tot 7 cm lang worden en zitten twee aan twee of in groepjes aan kromme steeltjes. Extra foto’s
kale en behaarde bosmier
Kenmerken kale en behaarde bosmier Soortgroep geleedpotigen Hoofd-biotoop dennen- en loofbossen Uiterlijke kenmerken De kale bosmier bouwt net als de behaarde bosmier een koepelnest aan de rand van dennen- en loofbossen. De koepelnesten hebben een eigen temperatuur die gelijk na het zonnen vroeg in het voorjaar van start gaat. De kop en de schaartjes van de werksters zijn rood tot roodbruin met zwarte vlekjes. Het achterlijf is zwartbruin met een roodachtige onder helft. De werksters zijn 4 tot 9 mm groot, de wijfjes 9 tot 11 mm en de mannetjes 9 tot 10 mm. De kale bosmier kan meer schaduw dan de behaarde rode bosmier verdragen. Een ander verschil tussen de behaarde- en de kale bosmier is het verschil in nestafsplitsing. De kale bosmier doet dit door middel van een aantal nesten met mierenpaadjes met elkaar te verbinden. De behaarde bosmier verbindt de nesten niet met mierenpaadjes. Extra foto’s
Ree
Kenmerken ree Soortgroep Hoofd-biotoop Bosrand zone Uiterlijke kenmerken Kleinste hertensoort in Nederland Zomervacht: zandgeel tot roodbruin Wintervacht: grijsbruin tot zwart Zwarte neus, witte kin Mannetjes hebben een eenvoudig gewei Spiegel (witte vlek rond de anus-streek) Mannetjes boonvormig Vrouwtjes hartvormig
Groene specht
Kenmerken groene specht Soortgroep Geleedpotige Hoofd-biotoop Tuinen, gebieden met bomen afgewisseld met open stukken Uiterlijke kenmerken Olijf groen boven (rug), licht grijs/groen onder (buik) Zwart in het gezicht. Rood boven op zijn kop en in de nek Beweegt zich vrij makkelijk voort over de grond Mannetjes hebben een rode wangvlek Mannetjes rode streep onder het oog( zwart omzoomd) Vrouwtjes zwarte streep onder het oog Luide lach, tong van circa 10 cm om insecten te vangen http://www.youtube.com/watch?v=RLlAhuZhEqs g
bosanemoon
Kenmerken bosanemoon Soortgroep Hoofd-biotoop Bos, graslanden en slootkanten Uiterlijke kenmerken Bloeit van maart tot mei tweeslachtig 5-7 witte tot roze/paarse, bloemdekbladen Onder de bloem zitten 3 handvormig bladeren Grof bochtig getande bladrand Plant zich voort met wortelstokken maar vormt ook zaden die verspreid worden door mieren http://vimeo.com/68493127?width=960&height=540
Vlaamse gaai HOOFDFOTO
Kenmerken vlaamse gaai Soortgroep Vogels Hoofd-biotoop Bossen Uiterlijke kenmerken Zwart witte met blauwe vleugels licht bruine kleur Een zwarte streep bij de snavel Witte stuit met zwarte staart Kleur blijf heel het jaar hetzelfde https://www.youtube.com/watch?v=H2pWH1hidgs Extra foto’s
hulst
Kenmerken hulst Soortgroep planten Hoofd-biotoop Bossen Uiterlijke kenmerken Bladeren zijn getand Mannelijke en vrouwelijke bloem op verschillende planten Bestuiving door insecten De hulst bloeit van april tot mei Rode bessen die giftig zijn Alleen van onderen stekels Extra foto’s
Vliegend hert
Kenmerken soortnaam Soortgroep Geleedpotigen Hoofd-biotoop Bossen Uiterlijke kenmerken Enorme kaken voor gevechten met mannetjes Rood bruin met zwarte halsschild en zwarte kop De vrouwtjes hebben normale kaken Ze leven op vooral vochtig hout De larven zijn wit met een bruine kop en 3 paar poten van voren Extra foto’s
“vuilboom (Rhamnus frangula)”
Kenmerken vuilboom Soortgroep Hoofd-biotoop bossen Uiterlijke kenmerken Lijkt op wegedoorn 5 meter hoog Schors zwart en bruine poriën en geen doorns Bladeren hetzelfde als wegedoorn maar gaafrandig Bloem alleenstaand of in oksel Rode besachtige steenvruchten Extra foto’s
“zanglijster (Turdus philomelos)”
Kenmerken zanglijster Soortgroep Hoofd-biotoop bossen Uiterlijke kenmerken Lengte 23 cm spanwijdte 33 t/m 36 Rug effe donkerbruin Vaal witte uiteinde aan vleugels Witte onderkant met v gevormde bruine vlekken Extra foto’s
“heermoes (Equisetum arvense)”
Kenmerken heermoes Soortgroep Hoofd-biotoop akkers Uiterlijke kenmerken 40 cm Sporen 6 ribben zijtakken in een krans Extra foto’s