Soortenkennis O41A deel 2 van 3

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
3.3 zaadplanten bedektzadigen struiken
Advertisements

Het Floraliaproject!!!.
Bloemen, vruchten, zaden
Pinus (den) Naaldboom Stevige naalden in paren of groepjes Wintergroen
Gemaakt door Melissa van Lijssel
De neusaap door Brendan en Alec
Trekvogels..
3.2 sporenplanten 1 Varen Mos Heermoes (Paardenstaart)
3.3 zaadplanten bedektzadigen bomen
Vogels in het park Bij SBO SAM
Woordenschat groep 5, thema 8, les 1
Gemaakt door: Maya Opdeweegh
10 maart 2014– Dennis van de Schoot Haas- konijn- zwarte rat
18 maart 2014 – Romy Remijnse Heggemus – huismus - boompieper
12 December 2013 – Bas van den Bersselaar Sperwer –Buizerd - Torenvalk
Soortenkennis 24 maart 2014 – Jari van Tuil
Soortenkennis Vick Hermsen
4 februari 2014 – Joris Mathijssen Koolmees - Pimpelmees - Staartmees
9 Januari, Rick den Dekker Wulp, Kievit, Grutto
19 December 2013 – Kira de Bruin Wilde eend – Slobeend – Fazant
1 februari Robin Post Tjiftjaf, Spreeuw, Vink.
Soortenkennis 3 Juni 2014, Koen Stevens
mijn spreekbeurt gaat over
Soortenkennis 11 maart 2013 – Magdalena Organ
Woordenschat groep 5 Thema 3 Les 2
7 februari 2014 – Jasper Mol Merel – Zanglijster – Nachtegaal
1 februari 2014 – Luc Hanssen Houtduif – Turkse Tortel - Koekoek.
Soortenkennis 17 februari 2014 – Frank Ouwerkerk
6 juni 2014 – Mike Schuurman Europese Hamster – Bever – Europese Otter
Soortenkennis 25 februari 2014 – Bram Romein
3 februari 2014 – Joris van Lent Ekster -- Vlaamse gaai -- gierzwaluw
Toegepaste biologie O Soortenkennis Toegepaste biologie O
Toegepaste biologie O Soortenkennis Toegepaste biologie O
Soortenkennis O41A DEEL 2 van 2
Soortenkennis O41A deel 1 van 2
Soortenkennis Deel 2 van 3
Soortenkennis O41A deel 3 van 3
Vijvertuinen ADA Hofman
Plantenkennis lijst 1 Bomen Deel 1 G41-G31-GB1+2.
Toegepaste biologie O SOORTENKENNIS DEEL 2/3.
Soortenkennis Deel 3 van 3 O41B
Soortenkennis Deel 1 van 3
Hoe overleven bomen de winter?
Bladverliezende heesters G41-G31-GB1+2
Vogels in de winter.
Ontdekkingstocht Groepje 4.. Groepje 4 ! Zjamila, Zoë, Eva, Bart en Claudia. Zjamila, Zoë, Eva, Bart en Claudia.
Bol- en knolgewassen Klas 3.
Ontdekkingen in de zomer
Cognitieve ontwikkeling bij kleuters
Bloemen, vruchten, zaden
Nieuwe aanplant stad Hardenberg
Nuttige dieren en abiotische factoren
Plantenkennis – Bos en haagplantsoen
Bladeren herkennen.
Niveau 2, 3 en 4 Plantenkennis Bos en haagplantsoen.
Niveau 2 Plantenkennis Coniferen.
Niveau 2 Plantenkennis Heesters.
Soortenkennis Milieu MO
Weet jij veel over DE EIK ?
Niveau 2 Plantenkennis Heesters.
Niveau 2 Plantenkennis Coniferen.
Plantenkennis Heesters.
Regenwormen.
Toegepaste biologie M Soortenkennis Toegepaste biologie M
Nieuwe aanplant stad Hardenberg
Dit is gewoonlijk het bovengrondse deel van een groene plant
“Knuffels” kleuren digibordpeuters.
Hogere planten Plaats in het plantenrijk
Transcript van de presentatie:

Soortenkennis O41A deel 2 van 3 Toegepaste biologie O41 2014-2015

Kenmerken grove den Soortgroep Landplanten Hoofd-biotoop De grove den is een pionier soort die goed groeit op voedselarme gronden zoals droge zandgronden. Uiterlijke kenmerken De bladen van de grove den zijn naaldvormig en staan met twee tegelijk op korte takjes. De den heeft ook lange takjes met verspreid staande naalden. De lange takjes zorgen voor de lengtegroei. De grijsgroene naalden zijn gedraaid en kunnen tot 8 cm lang worden. De grove den kan 25-35 m hoog worden en heeft een penwortel, waarmee ook uit grotere diepte water opgenomen kan worden. Bij de bosbouw wordt de grove den na 80 tot 120 jaar gekapt. De bomen kunnen echter veel ouder worden. In Zweden staat een zevenhonderdjarige boom. Jonge bomen hebben een kegelvormige kroon. Oudere bomen hebben een meer schermvormige kroon en een hoge stam. De onderste takken zijn afgestorven en zitten deels nog aan de stam vast. De jonge schors aan de top van de boom is glad en grijsgeel van kleur. Op oudere leeftijd wordt er een ruwe plaatvormige schors gevormd. De plaatjes van de schors zijn vrij klein. De jonge kegels zijn groen en kleuren later donkergrijsbruin. De kegels kunnen tot 7 cm lang worden en zitten twee aan twee of in groepjes aan kromme steeltjes. Extra foto’s

kale en behaarde bosmier

Kenmerken kale en behaarde bosmier Soortgroep geleedpotigen Hoofd-biotoop dennen- en loofbossen Uiterlijke kenmerken De kale bosmier bouwt net als de behaarde bosmier een koepelnest aan de rand van dennen- en loofbossen. De koepelnesten hebben een eigen temperatuur die gelijk na het zonnen vroeg in het voorjaar van start gaat. De kop en de schaartjes van de werksters zijn rood tot roodbruin met zwarte vlekjes. Het achterlijf is zwartbruin met een roodachtige onder helft. De werksters zijn 4 tot 9 mm groot, de wijfjes 9 tot 11 mm en de mannetjes 9 tot 10 mm. De kale bosmier kan meer schaduw dan de behaarde rode bosmier verdragen. Een ander verschil tussen de behaarde- en de kale bosmier is het verschil in nestafsplitsing. De kale bosmier doet dit door middel van een aantal nesten met mierenpaadjes met elkaar te verbinden. De behaarde bosmier verbindt de nesten niet met mierenpaadjes. Extra foto’s

Ree

Kenmerken ree Soortgroep Hoofd-biotoop Bosrand zone Uiterlijke kenmerken Kleinste hertensoort in Nederland Zomervacht: zandgeel tot roodbruin Wintervacht: grijsbruin tot zwart Zwarte neus, witte kin Mannetjes hebben een eenvoudig gewei Spiegel (witte vlek rond de anus-streek) Mannetjes boonvormig Vrouwtjes hartvormig

Groene specht

Kenmerken groene specht Soortgroep Geleedpotige Hoofd-biotoop Tuinen, gebieden met bomen afgewisseld met open stukken Uiterlijke kenmerken Olijf groen boven (rug), licht grijs/groen onder (buik) Zwart in het gezicht. Rood boven op zijn kop en in de nek Beweegt zich vrij makkelijk voort over de grond Mannetjes hebben een rode wangvlek Mannetjes  rode streep onder het oog( zwart omzoomd) Vrouwtjes  zwarte streep onder het oog Luide lach, tong van circa 10 cm om insecten te vangen http://www.youtube.com/watch?v=RLlAhuZhEqs g

bosanemoon

Kenmerken bosanemoon Soortgroep Hoofd-biotoop Bos, graslanden en slootkanten Uiterlijke kenmerken Bloeit van maart tot mei tweeslachtig 5-7 witte tot roze/paarse, bloemdekbladen Onder de bloem zitten 3 handvormig bladeren Grof bochtig getande bladrand Plant zich voort met wortelstokken maar vormt ook zaden die verspreid worden door mieren http://vimeo.com/68493127?width=960&height=540

Vlaamse gaai HOOFDFOTO

Kenmerken vlaamse gaai Soortgroep Vogels Hoofd-biotoop Bossen Uiterlijke kenmerken Zwart witte met blauwe vleugels licht bruine kleur Een zwarte streep bij de snavel Witte stuit met zwarte staart Kleur blijf heel het jaar hetzelfde https://www.youtube.com/watch?v=H2pWH1hidgs Extra foto’s

hulst

Kenmerken hulst Soortgroep planten Hoofd-biotoop Bossen Uiterlijke kenmerken Bladeren zijn getand Mannelijke en vrouwelijke bloem op verschillende planten Bestuiving door insecten De hulst bloeit van april tot mei Rode bessen die giftig zijn Alleen van onderen stekels Extra foto’s

Vliegend hert

Kenmerken soortnaam Soortgroep Geleedpotigen Hoofd-biotoop Bossen Uiterlijke kenmerken Enorme kaken voor gevechten met mannetjes Rood bruin met zwarte halsschild en zwarte kop De vrouwtjes hebben normale kaken Ze leven op vooral vochtig hout De larven zijn wit met een bruine kop en 3 paar poten van voren Extra foto’s

“vuilboom (Rhamnus frangula)”

Kenmerken vuilboom Soortgroep Hoofd-biotoop bossen Uiterlijke kenmerken Lijkt op wegedoorn 5 meter hoog Schors zwart en bruine poriën en geen doorns Bladeren hetzelfde als wegedoorn maar gaafrandig Bloem alleenstaand of in oksel Rode besachtige steenvruchten Extra foto’s

“zanglijster (Turdus philomelos)”

Kenmerken zanglijster Soortgroep Hoofd-biotoop bossen Uiterlijke kenmerken Lengte 23 cm spanwijdte 33 t/m 36 Rug effe donkerbruin Vaal witte uiteinde aan vleugels Witte onderkant met v gevormde bruine vlekken Extra foto’s

“heermoes (Equisetum arvense)”

Kenmerken heermoes Soortgroep Hoofd-biotoop akkers Uiterlijke kenmerken 40 cm Sporen 6 ribben zijtakken in een krans Extra foto’s