Familie: cool! 12. Februar 2014.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Rot sind die Rosen.
Advertisements

Welke woorden krijgen een naamval?
Grammatica Passwort Deutsch Klas 4
Erwin de Vries Charlotte Custers. Erwin de Vries Charlotte Custers.
STAPPENPLAN GRAMMATICUS.
Differentiëren met TrabiTour
Kapitel 12: S Gemaakt door Bart.
Bezittelijk voornaamwoord
Grammatica Passwort Deutsch Klas 4
Das Versprechen Kapitel 10: Seite
Bienvenue à tous.
Der, die, das Artikel.
Der IMPERATIV de GEBIEDENDE WIJS.
Kommunikative Grammatik
In mit durch von zu zwischen aus bei an seit neben für unter.
5 Minuten lesen.
1 Nietzsche: wantrouwen en de Leer van de Übermensch. Machiel Keestra, IIS, 23 maart 2005.
bijvoeglijk naamwoord gecombineerd met trappen van vergelijking
ABENTEUER LITERATUR SEITE 24,25 Door Floor en Nathalie.
In mit durch von zu zwischen aus bei an seit neben für unter.
Familie: cool! Montag 1. Dezember.
Wat gaan we doen vandaag?
H. Lukens.  Les 2 van Projekt: ich bin…  Vragende voornaamwoorden (Interrogativpronomen)  “Spiel”  Üben.
Wat Pha Luang Ta Bua De tijgertempel In 1999 vonden de inwoners van een klein dorpje van de provincie Kanchanaburi in Thailand in het bos twee gewonde.
Woordsoorten Maud Hutten.
Je gaat de dialoog voorstellen oefenen. Per dia zie je steeds twee zinnen. De ene zin is voor Peter, de andere voor Heiner. Door op het luidsprekertje.
Waar kantelen we vandaan en waar gaan we naar toe? (en is dat eigenlijk wel een goed idee?) Margo Trappenburg AOG Overheidsevenement 30 september Amersfoort.
Wat zijn verwijswoorden en hoe gebruik je die?
Neue Kontakte 6e editie onderbouw
Bezittelijk voornaamwoord
Nederlands Woensdag 6 januari 2va.
De betrekkelijk voornaamwoorden
Te leren voor Schreibfähigkeits Toets 14 Dec H3c.
Vaste voorzetsels en keuzevoorzetsels
Voorzetsels, met altijd de 4e naamval 131TB
Zwei Weisen, worauf man sich die ,Null-Gruppen’ merken kann
Stof voor Proefwerk Trabitour C – Kapitel 9 Je moet kennen en kunnen: Woordjes AB Zinnen TB Bezittelijke voornaamwoorden - TB 48 Werkwoorden.
Wat te leren voor de Grammatica toets Kap2 Duits:.
Duits Klassen 2 alle gramm info boek A. einundzwanzig hunderteins ! dreißig ! vierzig fünfzig sechzig ! siebzig ! achtzig neunzig hundert tausend 109.
Ein informeller Brief Gute Tipps. Formuleringen Hoe gaat het met je? = Wie geht es (geht’s) dir? Ik heb het druk = Ich habe viel zu tun. in de vakantie.
Aanwijzend voornaamwoord Bezittelijk voornaamwoord 2 Voornaamwoorden.
Ik ben wel eens benieuwd wat jullie allemaal onthouden hebben!
Welke woorden horen bij deze groep en hoe werkt het?
Meewerkend voorwerp 3VWO
Duits -1 Grammatica.
Seite 44/45 TB.  Je hebt al geleerd: 1. De werkwoorden haben, sein en werden in het Präsens en Präteritum (Periode 1) 2. De vervoegingen van normale.
Grammatik C + I Redemittel J + D
Grammatik C + I Redemittel D + J
PERIODE 3: KAPITEL 3 Grammatik C + J Redemittel D + J.
Für: Realschule 11. Klasse
Te leren voor Schreibfähigkeits Toets
Hoofdstuk 3 Grammatica woordsoorten
Schulprüfung Schreibfertigkeit
Rot sind die Rosen.
Naamvallen met het bepaald lidwoord
bijvoeglijk naamwoord gecombineerd met trappen van vergelijking
De betrekkelijk voornaamwoorden
Het bezittelijk voornaamwoord
Zwei Mal Deutschland Die BRD und DDR
Persoonlijk voornaamwoord
Bezittelijk voornaamwoord
Naamvallen en het onbepaald lidwoord
Klassen 2 alle gramm info boek A
Bezittelijk voornaamwoord
Zwei Weisen, worauf man sich die ,Null-Gruppen’ merken kann
GRAMMATICA Unit 3 klas 2 Aanwijzende voornaamwoorden, bezittelijke voornaamwoorden, de voltooide tijd en het lidwoord a/ an.
Hoe ontstaan naamvallen?
J. van Os Maurick College Tweede klas
Hoe ontstaan naamvallen?
WOORDSOORTEN HAVO-2.
Transcript van de presentatie:

Familie: cool! 12. Februar 2014

Einteilung Kontrollieren Aufgaben Uitleg Grammatik (grammatica) Selbständig arbeiten Sprechaufgabe Hausaufgaben Abschluss

Ziele Kun je een gesprek voeren over jouw familie en jouw verjaardag Ken je de bezittelijke voornaamwoorden Weet je hoe je de bezittelijke voornaamwoorden moet toepassen

Kontrollieren Aufgaben Was? Aufgabe 28 und 29 Wo? Arbeitsbuch Seite 53 und 54

Grammatik Sven Kramer ist ein Schlittschuhläufer. Meine Eltern haben ein Kind. Ireen Wüst ist eine Frau. ‘een’ wordt vertaald met: ein of eine Bij vrouwelijke woorden en meervoud een -e

Woorden die net zo gaan als ein/eine: der en das die en meervoud geen  kein keine mijn  mein meine jouw  dein deine zijn  sein seine haar  ihr ihre onze  unser unsere jullie  euer euere hun  ihr ihre uw  Ihr Ihre

Selbständige Arbeit Was? Aufgabe 30, 31 und 32 Wo? Arbeitsbuch Seite 55 und 56 Hilfe? Textbuch Seite 30 Zeit? 10-15 Minuten Fertig? Aufgabe 33 (Arbeitsbuch Seite 56) Aufgabe 37 (Arbeitsbuch Seite 60)

Sprechaufgabe Was? Aufgabe 35 Wo? Arbeitsbuch Seite 57 Mit Wem? In Zweiergruppen Zeit? 10 Minuten

Hausaufgaben Dienstag den 18. Februar: Maken: Aufgabe 30 t/m33 (Arbeitsbuch Seite 55 t/m 57) Leren: Lernliste (Arbeitsbuch Seite 62/63)

Tschüss und bis zum nächsten Mal!