de tijd van burgers en stoommachines

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
H3 Industralisatie en Ismen.
Advertisements

Middeleeuwse steden H5 par. 5.3.
Gemaakt door:Tijn Schreuder
Hoofdstuk 4: Burgers en stoommachines
Tijdvak: Steden en Staten
De Industriële Revolutie
Industriële revolutie
Kenmerken van de industriële samenleving
Het cultuurstelsel verdwijnt
Hierdoor kon er efficiënter gewerkt worden en groeide de opbrengst
de tijd van burgers en stoommachines
de tijd van burgers en stoommachines
Kenmerk 11 De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd.
Kenmerk 4: De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en de ontwikkeling van het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat Les 1: Graecia;
Les 5 - Groei van de Steden
Kenmerk 4: De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en de ontwikkeling van het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat Les 4: Griekenland,
Kenmerk 6: (a) De groei van het Romeinse imperium, (b) waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 6: De Romeinen en hun bestuur.
Kenmerk 14 a Opkomst van de stedelijke burgerij en b De toenemende zelfstandigheid van steden Les 1 - Groei van de Steden.
Oriëntatie │_______│________ | _______________
de tijd van burgers en stoommachines
Kenmerk 14 a Opkomst van de stedelijke burgerij en b De toenemende zelfstandigheid van steden Les 15 - Groei van de Steden.
Kenmerk 11 De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd.
De Republiek in Europa Les 21: Concurrenten op zee
H7:§ 1:p160-2 Eerste Expansie De Portugezen vestigden factorijen op verschillende plaatsen in Azië en Afrika Vanuit zo’n handelspost werd(en) Handel gedreven.
de tijd van burgers en stoommachines
Kenmerk 30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en taatsburgerschap Les 1: Oorzaken.
De tijd van Tijd van jagers en boeren – – 3000 VC
H7:§ 3:p168-9 Verlichte Macht In de 18e zijn er absolute vorsten van het Ancien Régime die hun macht op sommige gebieden wijs aanwenden Zij voerde een.
de tijd van burgers en stoommachines
H7:§ 2:p164-6 Rationeel optimisme Onderzoekers (lees: Verlichters) in de 18e eeuw vormen een andere visie op onderzoek en kijk op de wereld Met verstand.
De Industriële Revolutie
Hoofdstuk 2.
De opkomst van de middeleeuwse stad
Tijd van jagers en boeren
Hoofdstuk 4: Industriële revolutie.
de tijd van burgers en stoommachines
Geschiedenis hoofdstuk 1
Industriële Revolutie
3 Industrialisatie en Ismen
Tijd van burgers en stoommachines,
Wat moet je weten aan het eind van de les?
3 Industrialisatie en Ismen
2VMBO B/K Mens & maatschappij
M. GIMBRERE Tijd van burgers en stoommachines,
Wat moet je weten aan het eind van de les?
4.5 De Nederlanden onder de Bourgondiërs - de Gewesten
Tijd van de burgers en stoommachines ( )
Tijd van burgers en stoommachines,
Paragraaf 1 De welvaart neemt toe.
 Industriële revolutie Uitleg  Periode waarin de landbouw voor de meeste mensen in Europa als belangrijkste middel van bestaan verdrongen werd door.
Het Kapitalisme Handelskapitalisme Oostzeevaart VOC/WIC
Vragen vorige les. Uitleg. Opdracht. Quiz. Afsluiting.
‘De Industriële revolutie is goed geweest voor de mensheid’
H9.1 De Industriële revolutie
Revoluties in Europa. Les 3 Naar de fabriek Doelen van les 3 Je kunt het begrip Industriële Revolutie uitleggen. Je kunt beschrijven welke rol de stoommachine.
5.1 Industriële Revolutie Tijd van burgers en stoommachines
De industriële revolutie
Burgers en stoommachines §5.1 Industrie en samenleving
Blok 2 Milieuvervuiling,
Industrie en samenleving
Hoofdstuk 2 Nederland als industriële samenleving § 4
Cursus 4.3 Ander soort samenleving Klas 2 KGT Lesweek 2
Cursus 4.2 Hoe ontstond de industrie Klas 2 BK Lesweek 2
Cursus 4.2 Hoe ontstond de industrie Klas 2 KGT Lesweek 2
Cursus 4.3 Ander soort samenleving Klas 2 KGT Lesweek 2
Blok 2 Milieuvervuiling,
de tijd van burgers en stoommachines
Kenmerk 14 a Opkomst van de stedelijke burgerij en b De toenemende zelfstandigheid van steden Les 30 - Groei van de Steden.
§3.1 Industrie en samenleving
Blok 2 Aantekening: Stoommachines Gevolgen voor de samenleving
Transcript van de presentatie:

de tijd van burgers en stoommachines 1800-1900 Kenmerk 33 De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving. Les 32: Ontstaan van de industriële samenleving

Middelen van bestaan veranderen en daarmee de samenleving! H5:§ 1-2:p91 1700 1720 1740 1760 1780 1800 1820 1840 1860 1880 Middelen van bestaan veranderen en daarmee de samenleving! Van jager/verzamelaars via de neolithische revolutie naar boeren agrarische samenleving Van agrarische samenleving met dorpen, naar een samenleving waarin de stad voor nijverheid en handel een (grote) gaat spelen agrarische-stedelijke samenleving Naar een samenleving die verandert door de Industriële revolutie in een industriële samenleving

Hoe het eerst ging In de middeleeuwen was 90 procent van de bevolking boer Dit was geen keuze, maar noodzaak De opbrengt van de grond lag laag! Ondanks de middeleeuwse verbeteringen Nieuwe ploeg, nieuwe gereedschappen, nieuw zaaigoed en de introductie van het drieslagstelsel Men leefde in dorpsgemeenschappen Naast de akkerbouwgrond had men ook gemene gronden waar men het vee liet scharrelen (common fields in Engeland) Daarnaast maakte men ook gebruik van de natuurlijke hulpbronnen in de omgeving

Agrarische Revolutie Vanaf ongeveer 1700 willen de grootgrondbezitters meer land hebben omdat de verkoop van handelsgewassen steeds lucratiever werd Hoe kwamen zij aan dit land? Afpakken van de common fields Uitkopen kleine boertjes Op de grotere aaneengesloten stukken land gingen deze boeren Efficiënter (laten) werken & experimenteren met nieuwe gereedschappen en gewassen; specialiseren in een gewas

Gilden vs huisnijverheid De economische macht in de steden lag bij de gilden; zij bepaalde wat/hoe er geproduceerd werd. Eind 15e eeuw komt de huisnijverheid op Op het platteland; uit de greep van de gilden De (koopman-)handelaar speelde een centrale rol Hij voorzag de boeren van grondstoffen Hij haalde het (eind-)product weer op Voor de boeren was dit heel nuttig Ze konden het werk naast het boerenwerk doen voor het noodzakelijke (extra) geld

Spinnen Weven

Spinning Jenny James Hargreaves vindt een machine (engine = jenny) uit die meerdere draden tegelijk kan spinnen: Spinning Jenny (1764) Dankzij deze uitvinding kan er beter aan de vraag naar garen worden voldaan

Huisnijverheid wordt halnijverheid Ondanks de komst van de schietspoel en de Spinning Jenny bleef het werk van de boeren – en het ritme van het werk – hetzelfde! Dit verandert met de uitvinding van Richard Arkwright: the water frame (1769) Een zware spinmachine die op waterkracht werkt Het werk gaat zich verplaatsen van het huis naar een hal naast stromend water

water frame

Ontstaan van de fabriek Met de waterframe en andere grote machines zoeken ondernemers gebouwen bij stromend water voor waterkracht aandrijving Eén machine loonde niet, maar meerdere wel Schaalvergroting Arbeiders worden naar het werk Gehaald Gelokt; of hadden weinig anders De fabriek ontstaat!

Het werk verandert Wat huisnijverheid fabriek tempo; werkdruk zelf opzichter; hoog duur directeur; 12-16u output – hoeveel maak je genoeg om te eten steeds meer en meer drukte rustig herrie omgevingsatmosfeer schoon vies; benauwd; donker gevaarlijk beperkt oncontroleerbaar & gevaarlijk

Van water naar stoom Principe stoommachine al paar duizend jaar oud! Begin 18e eeuw veel gebruikt als pomp in de mijnbouw James Watt maakt van de pomp een machine om kracht over te brengen op een draaiende as

Werking stoommachine

Grote veranderingen door de stoommachine Fabrieken zijn vrij van snelstromend water Maar waar gaan ze zich vestigen? Zij vestigen zich van eind 18e eeuw daar waar de arbeiders zijn, en/of daar waar de afzetmarkt is of daar waar de meeste brandstof te vinden was (op de mijn) Explosieve groei van de productie in de fabrieken Er ontstaat een industriële samenleving Er ontstaat zeer grote behoefde aan de import van grondstoffen

Huiswerk Lezen Maken/meenemen blz. 184-5 Maakwerk in de klas Van vorige les: Opdracht 1, 3 & 5 (p.170) (Waar: toetsvraag met bron bij Tijdvak 7) Deze les: Opdracht 1, 2 & 6 (p.184-5) (Waar: toetsvraag zonder bron bij Tijdvak 8) Huiswerk Lezen blz. 184-5 Maken/meenemen Een afbeelding vroege fabriek (begin 19e eeuw)