Vervoeging Zwakke en sterke werkwoorden o.t.t. voltooid deelwoord
Vervoeging Zwakke werkwoorden o.t.t.
Zó wordt een zwak werkwoord vervoegd: Je neemt de STAM van een werkwoord en daarachter zet je een uitgang. bijvoorbeeld: spielen spiel + uitgang STAM uitgang ich spiel e du st er t sie es wir en ihr Sie
Bij de meeste werkwoorden haal je heel gemakkelijk -en weg bij het werkwoord. Maar sommige werkwoorden hebben geen -en! bijv: flüstern (= fluisteren) Als een werkwoord geen -en heeft, dan haal je alleen de -n weg. Niet meer letters! STAM uitgang ich flüster e du st er t sie es wir n ihr Sie flüstern STAM flüster
En dan zijn er ook nog werkwoorden, waarbij de STAM eindigt op een “s-klank”: -s -ss -z -ß Dan krijg je bij du alleen een -t (i.p.v. -st) bijvoorbeeld: reizen - reisen reis zweten - schwitzen schwitz eten - essen ess bijten - beißen beiß STAM uitgang ich reis e du t er sie es wir en ihr Sie
Bij sommige werkwoorden eindigt de STAM op een d of een t. Bijvoorbeeld: reden (= praten) en warten (= wachten). Dan krijg je bij du , bij er/sie/es en bij ihr een extra-e. STAM uitgang ich red e du st er t sie es wir en ihr Sie STAM uitgang ich wart e du st er t sie es wir en ihr Sie
Ook bij sommige werkwoorden, waarbij de STAM een beetje ‘raar’ eindigt, krijg je een extra-e. ademen = atmen regenen = regnen rekenen = rechnen tekenen = zeichnen STAM atm regn rechn STAM uitgang ich atm e du st er t sie es wir en ihr Sie zeichn
En zó maak je een voltooid deelwoord van een zwak werkwoord. ge + STAM + t bijv: spielen ge spiel t machen kaufen hören ge mach t ge kauf t ge hör t
Bij het voltooid deelwoord krijg je een extra-e , wanneer de STAM van een werkwoord op een d of t eindigt en bij werkwoorden met een ‘rare’ STAM. ge + STAM + e + t reden warten atmen ge red e t ge wart e t ge atm e t
Vervoeging sterke werkwoorden o.t.t.
sterke werkwoorden met een e in de stam bijvoorbeeld: brechen (breken) essen (eten) werfen (werpen, gooien) lesen (lezen) sehen (zien) empfehlen (aanbevelen) e uitgesproken als een “korte e” e uitgesproken als een “lange ee”
sterke werkwoorden met een e in de stam uitgesproken als een “korte e” Bij du en bij er/sie/es : e i STAM uitgang ich werf e du wirf st er t sie es wir en ihr Sie
sterke werkwoorden met een e in de stam uitgesproken als een “lange ee” Bij du en bij er/sie/es : e ie STAM uitgang ich seh e du sieh st er t sie es wir en ihr Sie
bij gehen , stehen , bewegen : géén e ie opmerking 1 bij gehen , stehen , bewegen : géén e ie STAM uitgang ich geh e du st er t sie es wir en ihr Sie STAM uitgang ich steh e du st er t sie es wir en ihr Sie STAM uitgang ich beweg e du st er t sie es wir en ihr Sie
opmerking 2 bij treten : géén extra e achter de stam (hoewel de stam wel eindigt op een t) - let op de spelling bij du en bij er/sie/es STAM uitgang ich tret e du tritt st er trit t sie es wir en ihr Sie
bij nehmen : let op de spelling bij du en bij er/sie/es opmerking 3 bij nehmen : let op de spelling bij du en bij er/sie/es STAM uitgang ich nehm e du nimm st er t sie es wir en ihr Sie
bij geben : een “lange ee”, toch krijg je bij du en er/sie/es een i opmerking 4 bij geben : een “lange ee”, toch krijg je bij du en er/sie/es een i STAM uitgang ich geb e du gib st er t sie es wir en ihr Sie
sterke werkwoorden met een a in de stam bijvoorbeeld: lassen (laten) fallen (vallen) tragen (dragen) halten (houden, stoppen) schlagen (slaan) schlafen (slapen)
Sterke werkwoorden met een a in de stam Bij du en bij er/sie/es : a ä STAM uitgang ich fall e du fäll st er t sie es wir en ihr Sie
bij halten : bij du geen extra e achter de stam opmerking 1 bij halten : bij du geen extra e achter de stam let op de spelling bij er/sie/es STAM uitgang ich halt e du hält st er - sie es wir en ihr t Sie
Ook stoßen en laufen krijgen een Umlaut opmerking 2 Ook stoßen en laufen krijgen een Umlaut STAM uitgang ich stoß e du stöß t er sie es wir en ihr Sie STAM uitgang ich lauf e du läuf st er t sie es wir en ihr Sie