Besturingssysteem Vaak wordt de Engelse term gebruikt: Operating System ( OS ) Plaats van het OS in een computersysteem: Hardware Applicatie Operating System Laag tussen de hardware en de applicaties (programma’s)

Functie van het Operating System 1.Het beheer Reguleren van het gebruik van de verschillende bronnen door de applicaties, bijvoorbeeld intern geheugen, CPU. Bestandsbeheer: Het OS houdt een administratie bij van de programma- en gegevensbestanden. Verwerken van de in-en output. 2.Fundament voor de applicaties OS vormt de basis waarop een applicatie draait. Een belangrijk deel van de functionaliteit van een applicatie wordt uitgevoerd door het OS, bijvoorbeeld het printen, het opslaan van data. Om dat mogelijk te maken maakt een applicatie gebruik van een API (Application Programming Interface), een set procedures (library) die systeemaanroepen doen om het werk te doen.

Extra functionaliteit 1.Multitasking: Meerdere programma’s worden tegelijk gebruikt zonder elkaar te storen. Windows is een voorbeeld van een OS met multitasking functionaliteit. Het oude MS-DOS kende geen multitasking. 2.Multi-user Meerdere gebruikers kunnen gelijktijdig gebruik maken van het systeem. Voorbeelden van multi-user besturingssystemen zijn UNIX, Novell Netware, Windows 2000/XP

Extra functionaliteit 3.Multiprocessing Bij multiprocessing (ook wel parallel processing genoemd) stelt het OS een applicatie in staat het werk over meerdere CPU’s te verdelen. De applicatie moet zo geprogrammeerd zijn dat het multiprocessing aan kan. Voorbeelden van dergelijke OS zijn UNIX en Windows 2000/XP. 4.Multithreading Verschillende onderdelen van een programma kunnen gelijktijdig actief zijn.

Voorbeeld van een OS: Microsoft Windows Eerste versies van Windows waren geen echt besturingssysteem maar een grafische schil rond MS-DOS (Windows 1.0 – 3.11) een voor de consumentenmarkt: Windows 95 / 98 / ME een voor de zakelijke markt: Windows NT / 2000 In de jaren 90 ontwikkelde Microsoft twee verschillende versies van Windows: De opbouw van beide versies was anders. De Windows 95–familie ondersteunde MS-DOS volledig en was daardoor minder stabiel. Deze versie kende weinig beveiligingsmogelijkheden. De Windows NT-familie was veel stabieler, maar kon lang niet alle DOS- programma’s meer draaien. Ook waren de beveilingsmogelijkheden veel beter. Met de komst van Windows XP is het verschil tussen beide versies verdwenen. XP is geheel gebouwd volgens het ontwerp van NT.