2. Grammatica en spelling Blok 2 Blz. 37 2. Grammatica en spelling
Persoonsvorm (= vorm van een werkwoord) Blz.12 + 37 Persoonsvorm (= vorm van een werkwoord) Je kunt de persoonsvorm vinden door: Deze persoonsvorm van tijd te veranderen tegenwoordige tijd (tt) en verledentijd (vt) Meneer Romers eet graag spruitjes. Meneer Romers at graag spruitjes. 2. De zin vragend maken Eet meneer Romers graag spruitjes?
Blz. 37
Blz. 38
Schrijf een zin op en zoek de zinsdelen. Oefenen! Wat? Schrijf een zin op en zoek de zinsdelen. Wanneer? Wat is de persoonvorm? Waar? Wat of wie? Waarom?
Blz. 39
lopen zitten beantwoorden praten worden bereiden zeveren Oefenen! zitten In tweetallen beantwoorden praten worden bereiden zeveren
Blz. 39
Is de persoonsvorm GOED of FOUT gespeld Is de persoonsvorm GOED of FOUT gespeld? Stuur je antwoorden in door op dit bericht te reageren. SUCCES! 1. Meneer Cosse vindt het eten lekker. 2. Juffrouw van Kempen beantwoordt de vraag. 3. Bereidt jij dit voor?