Liedboek 35 Vers 1 Scheur, Heer, de heemlen, scheur ze wijd en treed uit uw verborgenheid! 't Valt ons zo lang te wachten, tot Gij zult tonen wie Gij zijt: de Heiland der verachten.
Liedboek 35 Vers 2 Ja, scheur de heemlen en daal neer, dat alle bergen beven, Heer, die machtigen der aarde. O God, verschijn als vuur, verteer ze als rijshout zonder waarde.
Liedboek 35 Vers 3 Doe zo uw naam, waarin wij staan, kennen aan wie in grootheidswaan zich tegen U verheffen, dat ieder volk van nu voortaan voor U zijn plaats beseffe.
Liedboek 35 Vers 4 Daal neer, dat voor uw aangezicht de bergen beven, - houd gericht! Waar zag men ooit verschijnen een God als Gij zo stralend licht, die intreedt voor de zijnen?
Liedboek 35 Vers 5 O God, Gij maakt het wachten goed! Gij komt met vrede tegemoet wie wandelt op uw wegen. Wie vrolijk recht en waarheid doet treedt Gij als Heiland tegen.