Quiz. Vraag 1 A: 321 B: 312 C: 231 D: 213 Antwoord vraag 1.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Koolhydraten BINAS 67A Algemene formule (CH2O)n
Advertisements

DNA Korte herhaling.
Hoofdstuk 3: DNA Eiwitten zijn belangrijk als bouwstof en het regelen van processen. In DNA zit de informatie voor het maken van eiwitten. DNA kan gebruikt.
21.3 PCR-techniek Dubbelstrengs DNA verhitten, resultaat: enkelstrengs DNA Afkoelen Binding complementaire DNA-primers op specifieke plekken los DNA.
Landbouw, industrie en diensten B126, B127 en B128
Bedrijfskolommen en -sectoren
1 van genotype tot fenotype
6 VWO B2 deel 2 A1.1 vraag 3 Karl Friedrich Gauss.
Oefenvragen 4.1 en 4.2.
DNA en chromosomen (4.6).
EIWITSYNTHESE.
H6 werken Paragraaf 1+2.
Quiz Gelijkvormigheid
Voorbeeld a5a · 4b = 20ab b-5a · 4a = -20a 2 c-2a · -6a = 12a 2 d5a · -b · 6c = -30abc e-5b · 3a · -2 = 30ab f-2 · -a = 2a opgave 1 a7a + 8a = 15a b6a.
1 van genotype tot fenotype
AI21  Deel I: Terminologie Voorbeelden Zoekrichting (forward, backward)  Deel II: Zoekmethoden depth-first breadth-first iterative-deepening eigenschappen.
6 VWO B2 deel 2 A1.1 vraag 4. u 1 + u 2 + u 3 + … + u n-1 + u n = ? Vertaal de termen van de rij naar een rekenkundige rij. n termen !!!
Hoofdstuk 10 : Van DNA tot eiwit
Thema 4 DNA Paragraaf 1 BINAS 76A Chromosoom DNA-molecuul
EIWITSYNTHESE.
Van genotype tot fenotype
DNA Erfelijke materiaal Twee nucleotiden ketens
Transcriptie en translatie van het DNA
Bedrijfbezoek.
Leer van de cellen.  Plantaardige cellen ◦ Zonnenergie (en water) omzetten in suikers ◦ Tijdens proces zuurstof afgeven  Dierlijke cellen ◦ Verbuiken.
Werkzitting I Prof. F. Claessens.
Centrale vraag Hoe kunnen inzichten in de moleculaire biologie helpen om ziektes te begrijpen, te voorkomen en te genezen?
Het kwadraat van een getal
Keuze-opdracht 3-1.
5.1 Wat kun je doen met groen?
DNA en eiwitten.
Paragraaf 3.3 DNA vertaald.
HIV replicatie.
Atoombindingen Covalent: sterk, elektronenpaar gedeeld
DNA 5 havo 2014.
Thema 7 Genexpressie DEEL 3 Gentisch materiaal en celdelingen.
Corneille Guillaume Beverloo
Hoofdstuk 14 Chemie van het leven.
Thema 8 Moleculaire genetica
Thema 8 Moleculaire genetica
De structuur van de economie
Hoofdstuk 9: Zindelijk worden en zindelijkheidsstoornissen
of de synthese van eiwitten
From Gene to Protein (CHMBCM21) College 2, CHMBCM21
De quiz Gemaakt door: Lotte, Kavitha, Rachida en Jacqueline.
Expressie van het DNA De translatie vindt plaats in het cytoplasma.
DNA, RNA en Eiwitsynthese
B5 translatie en eiwitsynthese
Thema 4 Watson en Crick. Hoe ziet DNA eruit? Dubbele helix Wat doet DNA? Coderen voor eigenschappen Eiwitten Waar zit DNA? Nucleus Wat doet een eiwit?
13.4. t/m De ruimtelijke vorm van eiwitten Nadat een eiwit in de cel is aangemaakt, vouwt het zich spontaan in een kluwen, die kenmerkend is voor.
6A1-Stofwisseling. B4 Eiwitsynthese (les3). Hoe haal je de INFO van het DNA? Volgorde van de ‘letters’ A-T-G-C = info. Één gen bevat de info voor één.
B4 TRANSCRIPTIE. DEZE LES Uitleg B4 Transcriptie Nakijken opdrachten B3 Opdrachten maken B4.
Thema 4 DNA. Genotype - Fenotype genotype: de erfelijke eigenschappen die vastliggen in het DNA (in de genen). fenotype: alle uiterlijk waarneembare kenmerken.
Quiz kampioen Beantwoord je de vragen goed dan ga je voor goud, maar gaat er één fout dan ben je alles kwijt!!!
SN 2013fs Nature Physics Supernova van rode superreus
6A1-Stofwisseling. B4 Eiwitsynthese (les3).
Ons zonnestelsel QUIZ.
Rekenbingo Negatieve getallen
Van RNA naar DNA HOE DAN?!?! Damla Baspinar, Jonelle Marasigan, Lotti Denslagen, Grisha Prevoo.
2 VWO deel Diagrammen Driehoeksdiagram 1 1.
Naam Quiz Free Powerpoint Templates.
DNA & Mutaties
Verschil tussen RNA en DNA
Eiwit synthese.
Voedsel Koolhydraten Vetten eiwitten.
DNA, RNA en Eiwitsynthese
A F K x B E M H C 16 Afwenden bij A en C Secties voor X
Quiz over [uw onderwerp]
Dit is de vraag Hier komen allerlei antwoorden!!! antwoord 1
Voedsel Koolhydraten Vetten eiwitten.
Transcript van de presentatie:

Quiz

Vraag 1 A: 321 B: 312 C: 231 D: 213

Antwoord vraag 1

Vraag 2 A: B: C: D: Welke uitspraak is waar?

Antwoord vraag 2

Vraag 3 A: 237 B: 123 C: 236 D: 245 Welke onderdeel bevat DNA?

Antwoord vraag 3

Vraag 4 A: B: C: D: Welk mRNA codon wordt als eerste gesynthetiseerd?

Antwoord vraag 4  Sjabloonstreng dient als mal  Uracil i.p.v. Thymine  DNA gelezen van 3’ naar 5’

Vraag 5 Welke tRNA is als eerste bij het translatieproces betrokken? 1 ste A4 B6 C1 D3

Antwoord vraag 5  mRNA gelezen van 5’ naar 3’  5 ‘ cap = geen deel codon

Vraag 6 Welke tRNA is als laatste bij het translatieproces betrokken? laatste A5 B2 C5 D6

Antwoord vraag 6  Laatste codon releasefactor

Vraag 7 A: 3214 B: 4312 C: 2431 D: 2143 Plaats de blokken in de volgorde: Primaire, secundaire, tertiaire quartaire structuur

Antwoord vraag 7

Vraag 8 A: B: C: D: Plaats de blokken in de juiste volgorde

Antwoord vraag 8

Winnaar ???