Mijn vader (Tino) Mijn moeder (Margreth) Mijn broer (Mike)
Opa (Frans) Oma (Lia) Peet Oom (Carl) Peet Tante (Anja) Neef (Regi) Oom (Arno) Tante (Corriene) Nichtje (Britt) Neefje (Jim)
Opa (Jan) Oma (Nel) Oom (Louis) Tante (Jolanda) Neef (Ricardo) Neef (Patrick) Nicht (Samantha) Vriend van me nicht (Menno) Oom (John) Tante (Mathilde) Nicht (Sabrina) Neef (Dennis) Oom (René) Tante (Judith) Nichtje ( Angelique) Neefje ( Jeffrey)
Vader (Tino)= Ict-er Moeder (Margreth)= doet het huishouden Broer (Mike)= Scholier
Opa (Frans) = is thuis (maar wandelt graag) Oma (Lia)=is thuis (breidt kleren voor arme kinderen) Peet oom (Carl)= Werkt op kantoor Peet tante (Anja)= Werkt in de zorg Neef (Regi)= Scholier Oom (Arno)= Boekhouding Tante (Corriene)= Werkt in de zorg Nichtje (Britt)= Scholier Neefje (Jim)= Scholier
Opa (Jan)= is thuis ( Doet graag dingen, zoals planten verzorgen) Oma (Nel)= is thuis (kan goed koken) Oom (Louis)= Eigen bedrijf (Bouwbedrijf) Tante (Jolanda)= Werkt in een kledingwinkel Neef (Ricardo)= Werkt op kantoor Neef (Patrick)= Werkt in een videotheek Nicht (Samantha)= Werkt in de zorg Vriend van me nicht (Menno)=werkt bij Bouwmarkt Oom (John)=werkt op kantoor bij de vreesmachines Tante (Mathilde=huishouden bij mensen Nicht (Sabrina)=Scholier Neef (Dennis)= Werkt bij C 1000 Oom (René)= Eigen bedrijf (Drukbedrijf) Tante (Judith)= Huishouding+boekhouding bij René Nichtje (Angelique)= Scholier Neefje (Jeffrey)= Scholier