Hoofdstuk 4 Geluid Sharon Huwel – 1GMB
De functies van geluid Geluidsweergave Sfeersuggestie Emotionele suggestie Continuïteitsuggestie Suggestie van gebeurtenissen buiten beeld Het sturen van de aandacht
Iemand willen zien/horen praten Bijhorende geluiden zijn belangrijk Geluidsweergave Iemand willen zien/horen praten Bijhorende geluiden zijn belangrijk
Sfeersuggestie Via geluid de sfeer in een scène bepalen Geluid aanpassen naar de soort scène vb: Eng geluid > krakend huis
Emotionele suggestie Romantische muziek bij zwemelscène Scherpe of hoge toon > meer horror Lage of zachte toon > dreiging Extra perspectief aan een scène geven Krijsende violen helpt om de gevoelens aan te voelen
Suggestie gebeurtenissen buiten beeld Meestal verwaarloosd door beginners Meer inleving in de scène Harde muziek bij andere kant van het huis terwijl de deur wordt toegesmeten
Continuïteitssuggestie Door je geluid uit te zetten zal de scène onsamenhangend zijn. Continu geluid over niet-continue beelden zetten > resultaat: doorlopend geheel Vooral bij historische films
Aandacht sturen Geluid is belangrijk > sturen van aandacht voor de kijker Vb: Autogeluid bij benadering van auto Zo zal de auto beter opvallen
Soorten geluid Direct geluid > Wordt tegelijk met het beeld opgenomen. Sfeer- en locatiegeluid > Bepaalt de sfeer en locatie van de scène. Effectgeluid > vb. Deur die dichtslaat. > Elk geluid dat je bij een bepaalde gebeurtenis hoort Muziek > 3 soorten: Filmmuziek, sfeermuziek en bijhorende scène muziek. Voice-over > Vertelstem of gedachtestem > Achteraf opgenomen of toegevoegd.
Dynamiek = Variatie tussen hard en zacht geluid. De dynamiek van een video is niet groot. De kwaliteit van het geluid hangt af van de dynamiek en de gebruikte apparatuur. Bij een goedkope tv moeten de details nog hoorbaar zijn. Vb. Regendruppels.
Geluidsapparatuur Microfoons > Microfoon dichtbij : gesloten opname > Microfoon verder af: open opname > 3 soorten: Rondom gevoelige-, Cardioïde –en Hypercardioïdemicrofoon. Hengel > = een lange stok en aan het uiteinde de microfoon Dasspeldmicrofoons > = microfoons die aan de persoon zelf vastzitten gemaakt. > Onderscheid: Gewone & zendmicrofoons Koptelefoon > Kwaliteit van het op te nemen geluid controleren. Mixer > Als je met meer dan 2 microfoons werkt Geluidsrecorder > Samen opnemen met beeld of achteraf toevoegen.
Opname Als geluidman moet je weten wat er gefilmd zal worden We gebruiken meestal een hengel. Richt goed op de mond van de spreker. Hou het zo dicht mogelijk bij de geluidsbron. Geluidsniveau moet altijd zo hoog mogelijk zijn. Zorg dat het niveau niet in het rood staat. Altijd ruim buiten het kader staan zodat er geen schaduw in het beeld komt van de geluidsman. Vraag om een stuk sterkte om het geluidsniveau in te stellen. Denk aan de geluidscontinuïteit.
Mono of stereo Geluid wordt mono opgenomen. 1 geluidsspoor tenzij je met meerdere microfoons werkt die op verschillende mensen staan gericht. Dit wordt op verschillende sporen opgenomen. Daarna gemixt naar mono > 1 spoor
Geluidscontinuïteit We willen continuïteit suggereren Problemen die de continuïteit kunnen verbreken: > Ongewenste bijgeluiden vb: vliegtuig > Hou hier rekening mee! Voorbereiding > Op zoek gaan naar bronnen van eventuele bijgeluiden. > Zorg dat je ze hebt uitgeschakeld voor je begint te filmen > Zo kan je locaties afkeuren. Gewenste bijgeluiden > Bijgeluiden moeten los opgenomen worden. > In een documentaire is dit moeilijk op te lossen.
Geluid achteraf Er wordt achteraf nog veel geluid bijgemaakt. Wilds = Geluidopnames die op de set los van het beeld gemaakt worden. Dit wordt vooral gedaan voor: Effectgeluid Geluid buiten beeld Sfeermuziek
Geluidsmontage en nabewerking Alle stemmen moeten kloppen en synchroon zijn met het beeld. Elke persoon krijgt een krijgt een apart geluidsspoor. Zo kan alles apart gemixed worden. Mixage: > Bepaald de hardheid van de muziek > Dit wordt via mengpanelen gedaan. > Geluidssporen kunnen mono, stereo of surround zijn. Het geluid moet de ervaring van een beeld versterken.