De opkomst van Holland
Holland rond 1500 Holland had veel binnenmeren. Deels ontstaan door turfwinning, deels door overstromingen Daardoor was er in de 16e eeuw te weinig landbouwgrond
Urbanisatie Daardoor woonden rond 1500 al 45% van de bevolking in steden als Amsterdam De steden lagen gunstig voor de internationale handel Elke stad probeerde het recht van Stapelmarkt te krijgen
Levensonderhoud Wie niet van de landbouw kon leven zocht andere bestaansmiddelen Visserij Trafieken Nijverheid
Visserij De haringvisserij bevorderde vele andere bedrijfstakken Bijvoorbeeld scheepsbouw en touwslagerijen Daarnaast waren houtzagerijen en zoutziederijen nodig (bewerking van grondstoffen ofwel trafieken)
Nodig voor de visserij: de haringbuis
Graanprijzen Als de bevolking groeit, stijgen de voedselprijzen. Dit leidt tot verarming en zelfs sterfte Deze ontwikkelingen worden genoemd: de malthusiaanse spanningen Maar Holland ontsnapte aan deze spanningen
Hollandse graanhandel Al rond 1500 kochten Hollandse kooplieden goedkoop graan in landen aan de Oostzee
Oorlog met de Hanze steden Viermaal werd er oorlog gevoerd tegen de Hanzesteden aan de Oostzee Zij zagen de Hollanders als gevaarlijke concurrenten
Driehoekshandel Aan de Oostzee verkochten de Hollanders wijn en zout uit Frankrijk en Spanje, en textiel uit de Zuidelijke Nederlanden Ze namen naast graan ook hout mee terug Dit alles in één vaarseizoen, dat lukte alleen de Hollanders
Schepen en rederijen Er kwam een nieuw scheepstype, geschikt voor grote hoeveelheden: het fluitschip Kooplieden deelden het risico via partenrederijen
Moderne landbouw Boeren verdienden niet veel aan graan Ze begonnen handelsgewassen te verbouwen Bijvoorbeeld hennep, nodig voor de touwslagerijen
Waterschappen Zo kwamen ze aan geld om hun aandeel in het waterschap te betalen Ze hoefden niet meer zelf de dijk te onderhouden Bovendien hadden ze geen last van de adel Ze konden zelf over hun bedrijf beslissen