GELOOF AAN DE GODEN Thema’s uit de godsdienst- geschiedenis van de antieke wereld Dr. F.G. Naerebout
Te bestuderen stof 5 ECTS voor studenten GLTC (= hoorcollege in combinatie met Methodenblok OG): alleen de collegestof 5 ECTS: collegestof en Sarah Iles Johnston ed., Religions of the ancient world. A guide (Cambridge, Mass.: The Belknap Press of Harvard University Press 2004) pp. ix-xiv, 1-240, en van ieder thema (de 20 key topics op pp ) de introductie en de delen over Griekenland, Etrurië en/of Rome 10 ECTS: collegestof en het gehele boek
College-thema’s 1Inleiding: religie en religies 2Cosmologie: bovennatuurlijke wezens [Deities and demons; Monotheism and polytheism] 3Cosmologie: mythe [Cosmology: time and history; Myth; Theology, theodicy, philosophy; Myth and sacred narrative] 4‘Heilige’ tijd en ruimte [Sacred times and spaces] 5(On)reinheid [Pollution, sin and atonement; Sin, pollution and purity] 6Ziekte en dood [Illness and other crises; Death, afterlife and other last things] 7Intermediairs [Religious personnel] 8Tekst(en) [Religion and writing; Sacred texts and canonicity] 9Offer [Sacrifice, offerings, and votives] 10Divinatie [Divination and prophecy] 11Mysterieculten [Mysteries] 12Magie [Magic] 13Synthese Bij de elf thema’s staat aangegeven welke delen van het boek relevant zijn voor het betreffende thema: indien gewenst kan men met de colleges meelezen. NB: dit overzicht omvat niet alle te lezen pagina’s. Men dient de lectuur ook zelf te plannen.
DEEL I: RELIGIE – RELIGIES
Lived religion
Religie = geloof in/aan een bovennatuur die betrokken is bij het leven op aarde en daar een zekere invloed op kan uitoefenen, en waar de mens mee in contact kan treden teneinde die invloed te erkennen en/of te sturen, benevens alle in dat verband verrichte handelingen, met inbegrip van alle gebezigde taaluitingen. ‘Lived religion’ i.p.v. meta-niveau Vooronderstelling van universele fenomenen binnen het veld dat wij als ‘religie’ aanduiden vs. ‘fremdsetzen’ Probleem ligt eerder bij ‘religies’ dan bij ‘religie’: afbakening wordt problematischer naar mate doctrinaire eenheid ontbreekt
wie, waar, wanneer, hoe, waarom tekst (legomena) verbaal handeling (dromena) niet-verbaal hulp, troost verklaring vraag en antwoord reciprociteit geven en krijgen
DEEL II: DYNAMIEK
intern onder externe invloed –diffusie, syncretisme, acculturatie Cultuurcontact door rijksvorming (hellenistische wereld, Rome) gemaximaliseerd
monotheïsme / dualisme –evolutionary, revolutionary De overgang naar een revolutionair monotheïsme (jodendom, christendom, islam) is de meest ingrijpende gebeurtenis in de geschiedenis van de antieke religies