Het bijvoeglijk naamwoord

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
4) sterke werkwoorden Sterke werkwoorden hebben minimaal twee stam-
Advertisements

Herhaling van hoofdstuk
Het deelwoord ‘t kofschip / soft ketchup
Bijvoeglijk gebruikt werkwoord
Taaloefeningen.
Werkwoordspelling invulschema.
Persoonsvorm Saskia Hoekx.
STAPPENPLAN GRAMMATICUS.
Wat gaan we doen vandaag?
STAPPENPLAN GRAMMATICUS.
Vervoegingen van de Duitse werkwoorden
College Schrijfvaardigheid
Taaloefeningen.
Taaloefeningen.
Het hele werkwoord.
Het Voltooid Deelwoord
Voltooid deelwoord.
5) sterk/zwakke werkwoorden
WERKWOORDSPELLING Hoe doe je dat ?.
Taaloefeningen.
Taaloefeningen.
Taaloefeningen.
Brugklas Werkwoordspelling.
Taaloefeningen.
Taaloefeningen.
Heel werkwoord en bijwoord
Taaloefeningen.
Taaloefeningen.
De persoonsvorm verleden tijd
WERKWOORDSPELLING Met dit overzicht vind je uit hoe je de werkwoordsvorm moet schrijven. Dit is de knop om te beginnen.
Het voltooid deelwoord
Taaloefeningen.
Voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord en bijvoeglijk naamwoord
Voltooid deelwoord en bijvoeglijk naamwoord
Hoe gebruik ik -d & -t? Leren en oefenen Maar eerst…….
Taaloefeningen.
De gebiedende wijs De enkelvoudige zin en samengestelde zin
Naam: 1 Bijvoeglijk naamwoord: Type je naam in het vak en druk op de play knop Beantwoord de vragen en kijk hoeveel je er goed had succes.
Werkwoordspelling -d of –t?
Bijvoeglijk naamwoord
Werkwoordspelling Tegenwoordige tijd. Stam zoeken (infinitief –en) PersoonVormPersoon Ik …Stam Je/JijStam + t StamJe Hij/zij/hetStam + t Wij/jullie/zijStam.
Werkwoordsvormen. Spoorboekje 1)Wat weet je al? 2)Oefening werkwoordsvormen 3)Bespreken 4)Zelfstandig aan het werk Wat gaan we leren? - Je kunt werkwoordsvormen.
SPELLING BIJVOEGLIJK GEBRUIKT DEELWOORD HOOFDLETTERGEBRUIK.
Inleiding Bijbelwetenschappen Online School of Catholic TheologyDr. Archibald L.H.M. van Wieringen pr. W ERKWOORDSTIJDEN (in plaats van ‘werkwoordelijke.
Hoofdstuk 6 Spelling Voltooid deelwoord en bijvoeglijk naamwoord.
Cursus werkwoordspelling Goed spellen? Kwestie van regels.
Cursus werkwoordspelling Goed spellen? Kwestie van regels.
Werkwoorden vervoegen
Werkwoordspelling.
Spelling 1 3 vwo Op niveau, 1e druk (2014)
Onvoltooid deelwoord/bijvoeglijk gebruikt deelwoord
Verschil: redekundig en taalkundig ontleden
Werkwoordspelling. Werkwoordspelling Tegenwoordige tijd Als de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd staat, kun je kiezen uit drie vormen: 1 = ik-vorm.
verleden tijd STERKE WERKWOORDEN infinitief stam (ik in tt)
voltooid deelwoord zwakke werkwoorden
Stijlfouten.
Grammatica Stappenplan wg of ng??.
Spreken en gesprekken 2.2 en 2.3 Schrijven 1.5 en 1.6 Grammatica 3.3
De spelling van de werkwoorden in het Nederlands
Schrijven 1.3 en 1.4 Spreken en gesprekken 1.3 en 2.1 Grammatica 3.2
Extra oefenen Hoofdstuk 1 & 2 Ta!ent: Grammatica & Spelling
Spelling.
Voltooid deelwoord 1A3 en 1A4.
Bijvoeglijk gebruikt deelwoord hoofdlettergebruik
BINGO! Persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde, naamwoordelijk gezegde, onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, bijwoordelijke bepaling en voorzetselvoorwerp.
sterke werkwoorden Sterke werkwoorden hebben minimaal twee stam-
Spelling.
Werkwoordspelling: een werkwoord als bijvoeglijk naamwoord
sterke werkwoorden Sterke werkwoorden hebben minimaal twee stam-
WOORDSOORTEN HAVO-2.
Transcript van de presentatie:

Het bijvoeglijk naamwoord Aflevering 4: Het bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord Werkwoord Persoonsvorm Voltooid deelwoord Bijvoeglijk naamwoord Heel werkwoord Bijwoord ‘te’ Tegenw. tijd Stam + ‘lopen’ Zo kort mogelijk Verl. Tijd ZWAK Stam + T eXKoFSCHiP Verl. Tijd STERK Uit het hoofd leren Heel ww + d

Bijvoeglijk naamwoord Werkwoord Persoonsvorm Voltooid deelwoord Bijvoeglijk naamwoord Heel werkwoord Bijwoord ‘te’ Tegenw. tijd Stam + ‘lopen’ Zo kort mogelijk Verl. Tijd ZWAK Stam + T eXKoFSCHiP Verl. Tijd STERK Uit het hoofd leren Heel ww + d

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

Wat is een bijvoeglijk naamwoord? De rode hoed Het grote huis De briljante professor De gebakken vis

De grote regelquiz Wat is correct? De regels 1. 2. 3. 4. 5.

De grote regelquiz De regels Wat is correct? Het verbrandde huis Het verbrande huis De vergrote foto De vergrootte foto Het verbreden pad Het verbrede pad De regels 1. 2. 3. 4. 5.

De grote regelquiz De regels Wat is correct? Het verbrandde huis Het verbrande huis De vergrote foto De vergrootte foto Het verbreden pad Het verbrede pad De regels 1. 2. 3. 4. 5.

De grote regelquiz De regels Wat is correct? Het verbrandde huis Het verbrande huis De vergrote foto De vergrootte foto Het verbreden pad Het verbrede pad De regels 1. 2. 3. 4. 5.

De grote regelquiz De regels Wat is correct? Het verbrandde huis Het verbrande huis De vergrote foto De vergrootte foto Het verbreden pad Het verbrede pad De regels 1. 2. 3. 4. 5.

De grote regelquiz De regels Wat is correct? Het verbrandde huis Het verbrande huis De vergrote foto De vergrootte foto Het verbreden pad Het verbrede pad De regels 1. Zo kort mogelijk 2. 3. 4. 5.

De grote regelquiz De regels Wat is correct? De geredde skiër De gerede skiër Het bezete gebied Het bezette gebied De beklade muur De bekladde muur De regels 1. Zo kort mogelijk 2. 3. 4. 5.

De grote regelquiz De regels Wat is correct? De geredde skiër De gerede skiër Het bezete gebied Het bezette gebied De beklade muur De bekladde muur De regels 1. Zo kort mogelijk 2. 3. 4. 5.

De grote regelquiz De regels Wat is correct? De geredde skiër De gerede skiër Het bezete gebied Het bezette gebied De beklade muur De bekladde muur De regels 1. Zo kort mogelijk 2. 3. 4. 5.

De grote regelquiz De regels Wat is correct? De geredde skiër De gerede skiër Het bezete gebied Het bezette gebied De beklade muur De bekladde muur De regels 1. Zo kort mogelijk 2. 3. 4. 5.

De grote regelquiz De regels Wat is correct? De geredde skiër De gerede skiër Het bezete gebied Het bezette gebied De beklade muur De bekladde muur De regels 1. Zo kort mogelijk 2. Zonder klankverandering 3. 4. 5.

De grote regelquiz De regels Wat is correct? De te verkopen goederen De te verkope goederen Het uit te geve bedrag Het uit te geven bedrag De te bakke vis De te bakken vis De regels 1. Zo kort mogelijk 2. Zonder klankverandering 3. 4. 5.

De grote regelquiz De regels Wat is correct? De te verkopen goederen De te verkope goederen Het uit te geve bedrag Het uit te geven bedrag De te bakke vis De te bakken vis De regels 1. Zo kort mogelijk 2. Zonder klankverandering 3. 4. 5.

De grote regelquiz De regels Wat is correct? De te verkopen goederen De te verkope goederen Het uit te geve bedrag Het uit te geven bedrag De te bakke vis De te bakken vis De regels 1. Zo kort mogelijk 2. Zonder klankverandering 3. 4. 5.

De grote regelquiz De regels Wat is correct? De te verkopen goederen De te verkope goederen Het uit te geve bedrag Het uit te geven bedrag De te bakke vis De te bakken vis De regels 1. Zo kort mogelijk 2. Zonder klankverandering 3. 4. 5.

De grote regelquiz De regels Wat is correct? De te verkopen goederen De te verkope goederen Het uit te geve bedrag Het uit te geven bedrag De te bakke vis De te bakken vis De regels 1. Zo kort mogelijk 2. Zonder klankverandering 3. ‘te’ + heel werkwoord 4. 5.

De grote regelquiz De regels Wat is correct? Het gelekde geheim Het gelekte geheim De gelobde bal De gelobte bal Het beloofde cadeau Het beloofte cadeau De regels 1. Zo kort mogelijk 2. Zonder klankverandering 3. ‘te’ + heel werkwoord 4. 5.

De grote regelquiz De regels Wat is correct? Het gelekde geheim Het gelekte geheim De gelobde bal De gelobte bal Het beloofde cadeau Het beloofte cadeau De regels 1. Zo kort mogelijk 2. Zonder klankverandering 3. ‘te’ + heel werkwoord 4. 5.

De grote regelquiz De regels Wat is correct? Het gelekde geheim Het gelekte geheim De gelobde bal De gelobte bal Het beloofde cadeau Het beloofte cadeau De regels 1. Zo kort mogelijk 2. Zonder klankverandering 3. ‘te’ + heel werkwoord 4. 5.

De grote regelquiz De regels Wat is correct? Het gelekde geheim Het gelekte geheim De gelobde bal De gelobte bal Het beloofde cadeau Het beloofte cadeau De regels 1. Zo kort mogelijk 2. Zonder klankverandering 3. ‘te’ + heel werkwoord 4. 5.

De grote regelquiz De regels Wat is correct? Het gelekde geheim Het gelekte geheim De gelobde bal De gelobte bal Het beloofde cadeau Het beloofte cadeau De regels 1. Zo kort mogelijk 2. Zonder klankverandering 3. ‘te’ + heel werkwoord 4. TeXKoFSCHiP 5.

De grote regelquiz De regels Wat is correct? Het verlate eiland Het verlaten eiland De gelezen krant De geleze krant De gebakke vis De gebakken vis De regels 1. Zo kort mogelijk 2. Zonder klankverandering 3. ‘te’ + heel werkwoord 4. TeXKoFSCHiP 5.

De grote regelquiz De regels Wat is correct? Het verlate eiland Het verlaten eiland De gelezen krant De geleze krant De gebakke vis De gebakken vis De regels 1. Zo kort mogelijk 2. Zonder klankverandering 3. ‘te’ + heel werkwoord 4. TeXKoFSCHiP 5.

De grote regelquiz De regels Wat is correct? Het verlate eiland Het verlaten eiland De gelezen krant De geleze krant De gebakke vis De gebakken vis De regels 1. Zo kort mogelijk 2. Zonder klankverandering 3. ‘te’ + heel werkwoord 4. TeXKoFSCHiP 5.

De grote regelquiz De regels Wat is correct? Het verlate eiland Het verlaten eiland De gelezen krant De geleze krant De gebakke vis De gebakken vis De regels 1. Zo kort mogelijk 2. Zonder klankverandering 3. ‘te’ + heel werkwoord 4. TeXKoFSCHiP 5.

De grote regelquiz De regels Wat is correct? Het verlate eiland Het verlaten eiland De gelezen krant De geleze krant De gebakke vis De gebakken vis De regels 1. Zo kort mogelijk 2. Zonder klankverandering 3. ‘te’ + heel werkwoord 4. TeXKoFSCHiP 5. Uit het hoofd leren

Bijvoeglijk naamwoord Werkwoord Persoonsvorm Voltooid deelwoord Bijvoeglijk naamwoord Heel werkwoord Bijwoord ‘te’ Tegenw. tijd Stam + ‘lopen’ Zo kort mogelijk Verl. Tijd ZWAK Stam + T eXKoFSCHiP Verl. Tijd STERK Uit het hoofd leren Heel ww + d