Hoofdstuk V: Rome Les 3 - par 2 – Romeinse samenleving

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Samenleving en cultuur
Advertisements

Romeinse tijd De Romeinen.
Tijdvak: Steden en Staten
Hoofdstuk 4: Pruiken en Revoluties
Kenmerk 6: De groei van het Romeinse imperium, waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 2: De Romeinse klassenmaatschappij.
Vrij en onvrij Grieken en Romeinen Vroegmoderne tijd Moderne tijd
Burgers regelen het zelf
De samenleving in de Vroege Middeleeuwen
H.4 – Steden en Staten Paus en keizer De kruistochten Ontstaan steden
Hoofdstuk 3 De grieken.
De Romeinen Hoofdstuk 4.
Paragraaf 1: Frankrijk in de 18e eeuw
Middeleeuwen: Monniken en Ridders
De Republiek in een tijd van vorsten
Kenmerk 6: (a) De groei van het Romeinse imperium, (b) waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 8: Romeinen en Christenen.
Kenmerk 11 De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd.
Kenmerk 4: De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en de ontwikkeling van het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat Les 2: Van.
Kenmerk 4: De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en de ontwikkeling van het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat Les 1: Graecia;
Les 5 - Groei van de Steden
Kenmerk 4: De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en de ontwikkeling van het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat Les 4: Griekenland,
Hoge en lage edelen Het merendeel der adel bestond uit lage adel
Kenmerk 6: (a) De groei van het Romeinse imperium, (b) waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 6: De Romeinen en hun bestuur.
Kenmerk 6: (a) De groei van het Romeinse imperium, (b) waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 1: De Romeinen en hun imperium.
Kenmerk 6: (a) De groei van het Romeinse imperium, (b) waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 2: De Romeinen en hun bestuur.
Kenmerk 14 a Opkomst van de stedelijke burgerij en b De toenemende zelfstandigheid van steden Les 15 - Groei van de Steden.
Kenmerk 11 De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd.
Kenmerk 7: 07 b De confrontatie tussen de Romeinse en Germaanse cultuur van Noordwest-Europa Les 1: Het Romeinse Rijk valt uiteen.
Kenmerk 6: De groei van het Romeinse imperium, waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 4: Octavianus a.k.a. Augustus.
Kenmerk 30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en taatsburgerschap Les 1: Oorzaken.
Kenmerk 5 (a) De groei van het Romeinse imperium, (b) waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 14: Van Republiek naar Keizerrijk.
Hoofdstuk 5 |de Verenigde Staten worden een wereldmacht.
Hoofdstuk V: Rome Les 8: Opkomst van het Christendom
Hoofdstuk V: Rome Les 7: Neergang van het Westen.
Hoofdstuk 2.
Rome!.
De Romeinse samenleving
Machtige heren, halfvrije boeren
Het bestuur van de republiek
De Romeinen en hun staatsvorm
Kenmerk 5 De groei van het Romeinse imperium, waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 12: Het Bestuur.
Hoofdstuk V: Rome Les 3: Het Bestuur
Romeinse stad en platteland
Hoofdstuk 3 De Romeinen.
Kenmerk 6: (a) De groei van het Romeinse imperium, (b) waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 7: De Romeinen, Romanisering.
Hoofdstuk 3.
Hoofdstuk V: Rome Les 4 - par 3A – De Cultuur van het Rijk
Hoofdstuk V: Rome Les 4: Veroveringen en Caesar
Hoofdstuk V: Rome Les 6: Romanisering
Hoofdstuk V: Rome Les 2 - par 1B Het bestuur
Paragraaf 4.2 Romeinse samenleving.
Hoofdstuk III: Griekenland Les 3: Par 2, Het bestuur van de polis
Hoofdstuk V: Rome Les 5: Keizer Augustus
Nederland Les 6: De Gouden Eeuw; Sociale aspecten
Hoofdstuk 4 De Nederlanden
De late middeleeuwen, 900 – 1600.
De tijd van Grieken en Romeinen
Hoofdstuk V: Rome Les 1: Van dorp tot imperium
Hoe werkt de maatschappij? Is deze maakbaar? Hoe beïnvloed je de economie?
Mare nostrum ’onze zee’
Opkomst van machtige vorsten 1.4. Vorsten brengen een scheiding aan tussen Kerk en Staat Tot de dertiende eeuw dachten de meeste Europeanen dat God maar.
K.A. 3. het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
Tijd van Grieken en Romeinen 4.2 De Romeinse samenleving.
De economie van het Romeinse Rijk 200 v.C. – 200 n.C.
Koning: 3 functies Legerbevelhebber Opperpriester Opperrechter 6.
23 Het streven van vorsten naar absolute macht 27 Rationeel optimisme en een ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving:
Hoofdstuk 4 De Romeinen.
Hoofdstuk 4 De Romeinen.
Kenmerk 5: De groei van het Romeinse imperium, waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 11: De Romeinse klassenmaatschappij.
Par 3: Oorzaken van de Franse Revolutie
§2.1 Van stad tot wereldrijk
Transcript van de presentatie:

Hoofdstuk V: Rome Les 3 - par 2 – Romeinse samenleving

Economie Rome werd niet alleen militair machtig, maar ook het economische hart van de wereld, door Haar gunstige ligging (aan zee, aan de Tiber) Centrale ligging in de laars (lees: huidige Italië) Haar grote afzetmarkt (veel consumenten) Haar rijken en machtige families die heel veel geld en goederen uit de imperium haalden Alle interessante, mooie en goede (belangrijke) goederen/producten kon je in Rome verkrijgen, tegen de juiste prijs natuurlijk!

Maatschappij en sociale verhoudingen De patriciërs vormden een gesloten groep (adel) Waren de bestuurders; de officieren; de grootgrondbezitters Het overgrote deel van de Romeinse bevolking werd het plebs (het volk) genoemd Ook zelfs rijk geworden plebejers mochten zich de eerste eeuwen niet met de patriciërs mengen De onderkant van de samenleving werd gevormd door de proletariërs; zij waren arm en hadden geen invloed Deze groep werd steeds groter doordat boeren hun werk/land verloren en naar de stad trokken Zij waren eerst rechteloos, later kregen ze wel stemrecht Door hun armoede verbonden zij zich aan een patroon (baas van een wijk). Hiervoor kregen ze eten en bescherming

Maatschappij en sociale verhoudingen Vrouwen kenden geen formele macht; wel informele natuurlijk. Slaven waren bezit Motor van de (landbouw-) economie Armen (plebejers & proletariërs) konden tot slaaf vervallen Meestal een ellendig leven

Invloed van het Plebs politiek-sociale strijd 3000 2000 1500 1000 700 400 200 1 Invloed van het Plebs politiek-sociale strijd Tussen de patriciërs en het plebs. De economisch en militaire betekenis van het volk wordt steeds groter, naarmate Rome (lees: het Imperium) groter wordt Voor de handel en als militairen In 366 VC wordt de eerste niet-patriciër tot consul gekozen Vanaf die tijd konden steeds vaker mensen uit het plebs in alle bestuursfuncties gekozen worden (zelfs tot senator)

Sociale lagen

Huiswerk Lees: par 2 Maak par 2: 1-3