DNA en eiwitten
Structuur van eiwit
Bouw eiwit 20 verschillende aminozuren Aminogroep carbonzuurgroep Restgroep = 20 x variabel
Voorbeelden restgroep Arginine Glutamine Histidine Lysine Asparagine Asparaginezuur
Peptidebinding Aminogroep + carboxylgroep binden < 100 = petiden > 100 = eiwit C-C-N-C-C-N
Primaire structuur van eiwitten Aantal typen en volgorde aminozuren
Secundaire structuur van eiwitten Waterstofbrug tussen amino(+) - corboxyl(–) Alfahelix Betaplaat
Tertiaire structuur van eiwitten Waterstofbrug op grotere afstand Zwavelbrug (S-S) Hydrofiel: buitenzijde Hydrofoob: binnenzijde
Quaternaire structuur van eiwitten Meerdere polypeptideketens
Van DNA naar eiwit Gen = stuk DNA dat codeert voor 1 eiwit Transcriptie mRNA cytoplasma Translatie ribosomen + tRNA aminozuur Vouwen aminozuurketens functie Transport naar lokatie Eiwitproductie
} } Bouwstenen DNA = polymeer van nucleotiden 1 x suiker (desoxyribose) 1 x fosfaatgroep 1 x stikstofbase Adenine Thymine Guanine Cytosine Dubbele streng } }
Desoxyribose Bevat 5 koolstofatomen Genummerd 1’ t/m 5’
} } Bouwstenen DNA = polymeer van nucleotiden 1 x suiker (desoxyribose) 1 x fosfaatgroep 1 x stikstofbase Adenine Thymine Guanine Cytosine Dubbele streng } }
3’ uiteinde & 5’ uiteinde Koppeling P – suiker – P - suiker - Koppeling waardoor 3’ uiteinde & 5’ uiteinde ontstaat
} } Bouwstenen DNA = polymeer van nucleotiden 1 x suiker (desoxyribose) 1 x fosfaatgroep 1 x stikstofbase Adenine Thymine Guanine Cytosine Dubbele streng } }
Baseparen Waterstofbrug A-T C-G
Opdracht 1 DNA model Begin met het coderende deel van de DNA streng. Leg de complementaire streng met de losse nucleotiden.
Pakking van DNA Chromatinedraad
Meer pakking
Chromatide Centromeer
Genoom = complete set chromosomen Chromosoom
Karyotype = kenmerkende vorm en grootte
1 x dubbele helix
Dubbele helix opent zich
Replicatie 2 DNA strengs lopen tegengesteld 3’ – 5’ en 5’ – 3’ Replicatie begint links & rechts tegelijk DNA streng wordt afgelezen van 3’ naar 5’ Complementaire streng “groeit” aan 3’ kant
Plaatsen nucleotiden
2 x dubbele helix
Opdracht 2 DNA model Repliceer de dubbele DNA streng zodat er 2 volledige DNA strengen ontstaan
Mutaties Belangrijkste reden Fout bij replicatie Ioniserende straling UV straling Chemische stoffen Belangrijkste reden?
Codon = 3 opeenvolgende basen
DNA dat codeert voor eiwit } 10%
Transcriptie Coderend deel, Sjabloon deel Transcriptie-eiwit bindt zich aan promotor DNA-polymerase schuift over DNA
Transcriptie Copy van sjabloon is mRNA Desoxyribose ribose Thymine Uracil
Transcriptie Synthese mRNA 5’ 3’ mRNA komt los van gen Dubbele helix sluit zich
Transcriptie Transcriptie stopt bij stopcodon
Transcriptie Aan uiteinden mRNA worden nucleotiden gekoppeld: Bescherming Koppeling ribosomen
Transcriptie Animatie
Opdracht 3 DNA model Voer transcriptie uit Hints: Resultaat is enkelstrengs mRNA U i.p.v. T Wordt sjabloon/coderend deel gelezen? Definieer promotor (TATA-box) Na TATA-box (TATAAA) begint transcriptie Transcriptie eindigt na AATAA
Translatie mRNA + ribosoom binden 1ste codon gelezen tRNA moet aminozuur aan juiste codon binden
Translatie tRNA bindt levert aminozuur Ribosoom schuift 1 codon verder
Translatie Aan 2de codon hecht nieuw tRNA
Translatie Proces herhaalt zich vorming polypeptide
Translatie Laatste codon = stopcodon Geen tRNA maar releasefactor vrijkomen polypeptide
Translatie Ribosomen ontkoppeld mRNA afgebroken of hergebruikt Animatie translatie
Opdracht 4 DNA model Voer translatie uit Verplaats mRNA naar Ribosomen Koppel juiste tRNA Koppel aminozuren aan elkaar Hints: Let op: start codon / stop codon
Adressering 1ste 15-60 aminozuren coderen voor: Zie animatie transport Waar translatie en bewerking Uiteindelijke bestemming Zie animatie transport
Samenvatting Eiwit productie