Aanbevelingen bij het gebruik van smartboard in de klas Aanleiding: sommige leerlingen rapporteren frequente visuele klachten bij het gebruik van smartboard in de klas, terwijl ze op het medisch onderzoek en bij de oogarts een normale gezichtsscherpte hebben. Bronnen: VWVJ: aanbevelingen gebaseerd op een rapport opgesteld op vraag van de Minister van Onderwijs in Frankrijk door LUTIN (Laboratoire des Usages en Technologies de l’Information Numérique) (LUTIN, 2011). Idewe: informatiefiche over het digitaal schoolbord of SMART board. Ik heb geprobeerd om hiervan een overzichtelijke, bruikbare samenvatting te maken, waar toch alle ‘kleine’ details in vermeld staan. Ik heb mijn powerpoint en de twee documenten waarop ik mij gebaseerd heb doorgegeven aan Marleen Paryen zodat ze deze naar jullie kan doormailen. Notitie nemen is dus overbodig.
Scherm-technologie Touch screen (vinger of pen) Elektromagnetisch (enkel stift) Laser-, infrarood- en/of ultrasoon technologie (detectie van de positie van de stift, niet van de aanraking, kan ook met het gewone ontspiegelde whiteboard of met een witte, matte muur) Werking: Projectie met beamer Via software wordt contact met het bord omgezet in een muisklik of digitale markering Extra informatie kan bijgeschreven worden op het scherm Het geheel kan digitaal opgeslagen worden Schermen: Touchscreen: twee elektrische geleide folies, gescheiden door een dunne laag lucht/ zacht bordoppervlak/ pen of vinger (gezond verstand-bedenking: duurzaamheid en jonge kinderen die nog hard duwen op het scherm letters die minder scherp omrand worden op termijn????) Electromagnetisch: een net van dunne kabels achter het bord reageert met de spoel die in de stift zit/ hard oppervlak/ speciale stiften nodig Laser-, infrarood – en of ultrasoontechnologie: positie van de stift zelf wordt gedetecteerd (dus niet de eigenlijke aanraking van het scherm)/ kan ook werken met het gewone whiteboard of zelfs met een mat stuk witte muur.
Aankoop Vermijd beamertechnologie met een externe spiegel: kwaliteit neemt in de tijd af (stofgevoelig) Resolutie van het bord: minimum 1024 x 768 pixels (een hoge resolutie resulteert enkel in een scherp beeld als de geprojecteerde beelden ook een hoge resolutie hebben) Type lamp: fluorescentielamp met ballast of neon met starter: indirecte verlichting (projectorlamp type TL-verlichting 100HZ kan visuele stress veroorzaken) Hoge resolutieborden : ook niet in laten ‘beetnemen’
Aankoop Smartboards met een hogere intrinsieke helderheid: leveren hogere kwaliteit stellen minder hoge eisen aan de omgevingsverlichting optimaal als de lux-waarde die het bord zelf produceert groter is dan 300 lux. Klasomgeving: is al een moeilijke evenwichtsoefening tussen een goede beeldkwaliteit en een aangename klasomgeving voor de kinderen (verduistering is nodig) en voldoende verlichting voor de kinderen zodat ze ook nog notities kunnen nemen (meer dan 300 - 500 lux optimaal).
Aanbevelingen voor een: optimale zichtbaarheid - projectiekwaliteit - bordkwaliteit - omgeving optimale leesbaarheid optimaal begrip leerlingen met leesmoeilijkheden
Optimale zichtbaarheid Plaatsing smartboard: - Montage dwars op de richting van de ramen en kijkrichting parallel met de ramen. - Onderkant van het bord enkele cm van de muur verwijderen (inclinatiehoek van 5 tot 10°) beperkt de visuele storing door weerspiegeling. Komt beiden nog terug in de dia’s bij optimale zichtbaarheid
Omgeving Vermijd verblinding of reflectie op het smartboard door: Lichte kanteling van het bord onderaan Verduistering Bij projectie op een uitwisbaar whiteboard: ontspiegelende laag erop plaatsen Bij projectie op een muur: witte, matte muur De lichtsterkte van het smartboard variëren (om voor een hoger of lager contrast te zorgen als dat nodig is). 2. Daglicht is nodig om visueel onbehagen in een verduisterd lokaal te vermijden, maar verduistering moet mogelijk zijn. 3. Er ontstaat een verblindingsfenomeen door een reflectie van de projectorlamp op een uitwisbaar whiteboard ( foto p.3 op de aanbevelingen van de VWVJ). 5. Dus een regelbare lichtsterkte van het smartboard is wenselijk.
Omgeving Vermijd scherpe contrasten tussen het bord en het omgevingslicht: Gemiddelde lichtsterkte van 300 – 500 lux in het klaslokaal 2. Gemiddelde lichtsterkte van 500 lux op de oppervlakte van witte, zwarte of groene borden 2. Het maakt dus niet uit of het een smartboard is of een krijtbord: 500 lux op het bord gemiddeld is van belang voor een goede zichtbaarheid.
Omgeving Kunstmatige verlichting: Gebruik lichtbronnen die het licht diffuus verspreiden (indirect licht of armaturen met lamellen én langwerpige armaturen parallel met het bord hangen) Vermijd rechtstreekse lichtinval op het smartboard (lichtarmaturen kunnen best vooraan apart bediend en gedimd worden) Voor als er nieuwe armaturen aangekocht moeten worden…..op dat moment kan je hier best rekening mee houden…
Omgeving Natuurlijke verlichting: Hang het smartboard dwars op de ramen (kijkrichting ll. is parallel met de ramen) Zonwering is essentieel, bij voorkeur buitenzonwering (vooral vooraan in de klas zodat er geen zonlicht rechtstreeks op het bord valt)
Optimale leesbaarheid Brightness: Hoe helderder de omgeving, hoe helderder het scherm moet ingesteld worden. Contrast: Stel het contrast in in functie van de helderheid en de leesbaarheid. Let op: voor jonge kinderen is een groter contrast nodig. De helderheid en het contrast is meestal instelbaar op een smartboard (tenzij je met een gewoon whiteboard of een witte muur werkt).
Optimale leesbaarheid Kies een positief scherm (lichte achtergrond en donkere letters of beelden). Een donkere achtergrond vormt een te hoog contrast met de lichte tinten van de muren. Gebruik duidelijke kleuren. Zwart, rood, donker- of felgroen en felblauw zijn goed zichtbaar op een witte achtergrond. Geel is niet goed zichtbaar.
Optimale leesbaarheid De verhouding tussen de tekengrootte en de leesafstand is de belangrijkste beïnvloedende factor voor de leesbaarheid op het scherm. Minimale tekengrootte: 1/200 Dus op 2 meter van het bord moet een letter minimaal 1 cm hoog zijn om te kunnen lezen.
Optimale leesbaarheid Leesafstand (mm) = 200 x de hoofdletterhoogte (mm) Dus: Op 7 meter van het bord (achter in de klas?) wordt de minimale hoogte als volgt berekent: 7000 mm / 200 = 35 mm Dus de hoofdletters van het lettertype dat gebruikt wordt moet minimaal 35 mm hoog zijn op 7 meter van het bord. Nu anders verwoord en beter uit te rekenen voor in de klas. Minimaal! M.a.w. waarschijnlijk is wat groter toch aan te bevelen. De breedte van de hoofdletter moet dan minimaal 21 mm bedragen (volgend breedte-hoogte ratio) op de volgende dia.
Optimale leesbaarheid 1. Kies een lettertype ‘sans serif’ (zonder franjes). 2. Kies een lettertype met een breedte-hoogte ratio van min. 0,60, dus geen te smalle letters. Dit garandeert de leesbaarheid, ook uit een schuine kijkrichting met hoeken tot 45°.
Optimale leesbaarheid Lettertype Lettertype Voorbeeld Kenmerken Geschikt vr presentatie Verdana (9pt) Ergonomie Sans Serif, B-H ratio = 0.67 Geschikt - voorkeur Arial (9pt) Sans Serif, B-H ratio = 0.60 Geschikt Times New Roman (9pt) Sans Serif, B-H ratio < 0.50 Niet geschikt
Optimale leesbaarheid 3. Gebruik zo weinig mogelijk woorden volledig in hoofdletters gevormd. WOORDEN IN HOOFDLETTERS ZIJN MINDER LEESBAAR dan woorden in kleine letters.
Optimaal begrip 1. De tekst links uitlijnen levert de beste leesprestaties op. 2. Het leesbegrip is het best bij een gemiddelde regellengte van 55 tekens per regel. 3. Tekstindeling gebeurt best horizontaal t.o. v. verticaal.
Optimaal begrip 4. De vormgeving van de tekst beïnvloedt de leesbaarheid, de nauwkeurigheid en de leessnelheid. 5. Het visueel zoeken gebeurt sneller en nauwkeuriger bij navigatiestructuren (vb. de titel van een document) gelegen links bovenaan.
Leesmoeilijkheden Gebruik hetzelfde lettertype voor het hele document. Brede afstand tussen letters / regels / zinnen en paragrafen (evt. dubbel regelafstand). Vermijd het gebruik van tekst in het vet, cursief of onderlijnd (want het lijkt alsof de vorm van de letters hiermee wijzigt).
Leesmoeilijkheden 4. Elke paragraaf duidt slechts één idee. 5. Vermijd compacte blokken tekst. Verkies korte alinea’s en breng structuur d.m.v. opsommingtekens of nummers. 6. Gebruik brede marges, een tekst met uitlijning links en een ongelijke marge aan de rechterkant.
Leesmoeilijkheden 7. Plaats geen tekst boven een grafiek of in de achtergrond van een document (watermerk). 8. Beperk het gebruik van kleur (b.v.: enkel titels). 9. Bemerk dat sommige leerlingen het gemakkelijker vinden om te lezen op een gekleurde achtergrond (voorkeur voor kleur is sterk individueel bepaald). Dit wordt vaak gebruikt bij leerlingen die ook een beperkte gezichtsscherpte hebben.