Hoofdstuk 5: De middeleeuwen, een landbouwsamenleving Middeleeuwen was een landbouwsamenleving. 90% van de mensen waren boeren en werkten en leefden van de landbouw. de Landbouw was een noodzaak
Landbouwsamenleving De eerste middeleeuwen Bijna geen werkmateriaal – spierkracht Tekort aan “know-how” (= Kennis) Klimaat was ongunstig Geen/weinig bemesting (meststof) Tweeslagstelsel (braak) De landbouwopbrengst was zeer laag autarkie
Landbouwsamenleving de tweede middeleeuwen Klimaat verandering/verbetering Bevolkingstoename Meer landbouwgrond en weides (ontbossing en inpoldering) Meer stalmest Technologische vernieuwingen drieslagstelsel De landbouwopbrengsten stijgen handel een marktgerichte landbouwsamenleving
Stijgende bevolking kon opgevangen worden door: efficiënter te gaan werken Drieslagstelsel
Stijgende bevolking kon opgevangen worden door: efficiënter te gaan werken Drieslagstelsel Ze gingen hun landerijen verdelen in delen (=slagen) Elke slag kreeg een andere functie. Zomergewassen : 5maanden Braak: 14 maanden Wintergewassen: 10 maanden Braak 7maanden braak 36 maanden = 3 jaar = 2 oogsten
Efficiënt? 3 jaren, 2 oogsten? 15 maanden bewerkt 21 maanden braak Stijgende bevolking kon opgevangen worden door: efficiënter te gaan werken Drieslagstelsel Efficiënt? 3 jaren, 2 oogsten? 15 maanden bewerkt 21 maanden braak Tweeslagstelsel= 12 maanden bewerkt 12 maanden braak
drieslagstelsel
Stijgende bevolking kon opgevangen worden door: efficiënter te gaan werken Meer vee laten leven tijdens de winter = meer mest= meer bemesting = vruchtbare grond
Stijgende bevolking kon opgevangen worden door: Nieuwe landbouwgronden te gaan ontginnen. Ontbossing
Stijgende bevolking kon opgevangen worden door: Inpolderen (van Vlaanderen)
Technologische innovaties De keerploeg
Technologische innovaties De keerploeg Haakploeg 1ste Middeleeuwen Keerploeg 2de Middeleeuwen
Van Haakploeg naar Keerploeg
Gevolg Vanaf de 2de middeleeuwen stegen de landbouwopbrengsten weer. Landbouw werd een marktgerichte economie Vanaf de 2de middeleeuwen stegen de landbouwopbrengsten weer.
Januari: Grondwerken, karweien, dammen maken Februari: grond bemesten Maart: grond klaarmaken voor de nieuwe zaai. April: schapen scheren voor wol Mei: haviken jacht voor de heer Juni: gras maaien voor hooi Juli: graan oogsten Augustus: graan dorsen September: inzaaien Oktober: druiven persen November: varkens noten laten eten in het bos December: slachtmaand
6. Lees de Bron “Horigen: Laten en lijfeigenen” 6. Lees de Bron “Horigen: Laten en lijfeigenen”. Naast De vrije boeren had je ook twee soorten “horigen”. Welke, en wat waren de verschillen tussen de twee.
Je had de Laten en Lijfeigenen De laten waren gedeeltelijk onvrij. Ze bewerkten grond die eigendom was van de heer. In ruil daarvoor waren ze verplicht karweien te doen of in natura te betalen. De Lijfeigenen bezaten zelf hun eigen lichaam niet. Het waren de “slaven” van de Middeleeuwen. Ze bezaten niets en de heer besliste over hun leven.
bronvermelding Illustraties: Historia 3, pg 20-21, Doc 1,2,4. Construire l’histoire 2,