GELOOF AAN DE GODEN Thema’s uit de godsdienst- geschiedenis van de antieke wereld Dr. F.G. Naerebout
Rooster 10/9college 1 5/11college 8 17/9 college 212/11college 9 24/9college 319/11college 10 1/10college 4 26/11college 11 8/10college 5 3/12college 12 15/10college 610/12 college 13 29/10college 7 Zaal: Lipsius/011
Te bestuderen stof 5 ECTS voor studenten GLTC (= hoorcollege in combinatie met Methodenblok OG): alleen de collegestof 5 ECTS: collegestof en Sarah Iles Johnston ed., Religions of the ancient world. A guide (Cambridge, Mass.: The Belknap Press of Harvard University Press 2004) pp. ix-xiv, 1-240, en van ieder thema (de 20 key topics op pp ) de introductie en de delen over Griekenland, Etrurië en/of Rome
College-thema’s 1Inleiding: religie en religies 2Cosmologie: bovennatuurlijke wezens [Deities and demons; Monotheism and polytheism] 3Cosmologie: mythe [Cosmology: time and history; Myth; Theology, theodicy, philosophy; Myth and sacred narrative ] 4‘Heilige’ tijd en ruimte [Sacred times and spaces] 5(On)reinheid [Pollution, sin and atonement; Sin, pollution and purity] 6Ziekte en dood [Illness and other crises; Death, afterlife and other last things] 7Intermediairs [Religious personnel] 8Tekst(en) [Religion and writing; Sacred texts and canonicity] 9Offer [Sacrifice, offerings, and votives] 10Divinatie [Divination and prophecy] 11Mysterieculten [Mysteries] 12Magie [Magic] 13Synthese Bij de elf thema’s staat aangegeven welke delen van het boek relevant zijn voor het betreffende thema: indien gewenst kan men met de colleges meelezen. NB: dit overzicht omvat niet alle te lezen pagina’s. Men dient de lectuur ook zelf te plannen.
Bovennatuurlijke wezens Zijn met velen. Polytheisme: ‘veelgodendom’, dient letterlijk genomen. Vele goden in vele pantheons. Vormen een hiërarchie: grote goden, mindere goden, demonen, halfgoden, enzovoort, in talloze varianten. Vormen geen scherp afgegrensde categorie: denk met name aan de vergoddelijkte mens (levend of dood). Polytheïsme is een ‘open systeem’: pantheons zijn dynamisch.
Manifesteren zich op talloze wijzen. Kunnen zichtbaar zijn – maar in welke gedaante? Kunnen op bepaalde wijzen door de gelovigen worden gevisualiseerd. we moeten onderscheiden: 1 (vermeende) werkelijke vorm 2 (vermeende) manifestatie, zichtbare vorm 3 visualisatie (hoe afgebeeld)
Bovennatuurlijke wezens: visualisaties 1) An-iconische voorstellingen (baityloi; symbolen), pars pro toto, de overgang naar antropomorfie
Bovennatuurlijke wezens: visualisaties 2) (gedeeltelijke) antropomorfie
Bovennatuurlijke wezens: visualisaties 3) (gedeeltelijke) teriomorfie
Bovennatuurlijke wezens: visualisaties 4) géén visualisatie
Maar visualisatie is een krachtige neiging!
Conclusie Overal en altijd omgeven door vele bovennatuurlijke wezens Consequenties: Een makkelijk ‘systeem’: (de) goden zijn nabij Een moeilijk ‘systeem’: “hoe vind ik de juiste god?” Een open ‘systeem’ – voor mensen en voor ‘vreemde’ goden. Polytheïsme is inherent instabiel en dynamisch, en kiest dat bewust als uitgangspunt: “wie zijn we vergeten?” Dus: de overgrote meerderheid van de mensen in de oudheid was polytheïst; deze mensen leefden in “a world full of gods”. Die veelheid aan bovennatuurlijke wezens was tegelijk geruststellend en verontrustend, behulpzaam en verwarrend