Oganische stof en bodemvruchtbaarheid: mogelijkheden en beperkingen met eindproducten van de mestverwerking Jan Bries, Gino Coppens Bodemkundige Dienst van België W. de Croylaan 48 3001 Heverlee Tel. 016/31.09.22 Fax 016/22.42.06 Email: info@bdb.be website www.bdb.be
Inhoud Belang van organische stof voor bodemvruchtbaarheid, actuele toestand Behoefte aan organische stof Wat betekenen producten van de mestverwerking? Digestaat en spuiwater Koolstofsimulator Besluit
1. Functies van organische stof (humus) en bodemvruchtbaarheid Indicator : C-gehalte in de bouwlaag (factor = 1.72) vb. bouwlaag van een leemgrond met C % = 1.6 O.S. % = 2.76 45.3 ton C/ha 78.1 ton O.S./ha Functies : fysische bodemeigenschappen : structuur, slempgevoeligheid bewerkbaarheid waterbergend vermogen chemische bodemeigenschappen afbraak : mineralisatie buffer Verandering in organische stoftoestand leiden tot veranderingen in bodemvruchtbaarheid
1.1 Wat is bodemstructuur? OS-gehalte Bodemstructuur Ruimtelijke ordening in de bodem: A: zandkorrels B: kleipakketjes C: organische stof D: poriën
Wat is bodemstructuur? OS-gehalte Bodemstructuur Vorming van aggregaten en hogere porositeit
OS-gehalte Bodemeigenschappen en bodemstructuur Bodemstructuur infiltratiesnelheid van neerslag waterhoudend vermogen bodemverluchting, -leven landbouwproductie porositeit (vol%) en schijnbare dichtheid (g/cm³) aggregaat-stabiliteit weerstand tegen verslemping en afspoeling, runoff en erosie
Bodemstructuur beoordelen en meten Als akkerbouwer zelf beoordelen Metingen: verslempingsindex aanwezigheid van regenwormen infiltratiesnelheid aggregaatstabiliteit bodemverdichting (schijnbare dichtheid) waterhoudend vermogen (bodemvochtretentie) Toelichten aan de hand van metingen op meerjarig GFT-proefveld te Boutersem
GFT- compostproef te Boutersem, sinds 1997 Project uitgevoerd door Bodemkundige Dienst met financiële steun van Provincie Vlaams-Brabant en Vlaco en Ecowerf gelegen te Boutersem
gekoppeld aan organisch stofgehalte Effecten op bodemfysische kwaliteiten gekoppeld aan organisch stofgehalte Streefzone
Effecten op bodemfysische kwaliteiten Verslempingsindex IB = [(1.5 x LF + 0.75 x LG)/(A + 10 x MO)] — C (ref. INRA Laon) Op basis van metingen in 2008 (12 augustus 2008): zeer slempgevoelig | slempgevoelig | weinig slempgevoelig
Effecten op bodemfysische kwaliteiten Aanwezigheid van regenwormen in de bodem tellingen en weging (12 - 14 augustus 2008) Besluiten: Duidelijke trend tot toename van de populatie regenwormen
Effecten op bodemfysische kwaliteiten Infiltratiesnelheid in de bodem van neerslag meting met dubbele ringinfiltrometer Besluiten: Gevoelige toename van de infiltratiesnelheid na herhaalde GFT-toediening (werd reeds vastgesteld na minder dan 5 jaar toediening) Bij een fikse bui, stroomt de regen oppervlakkig af daar waar geen GFT werd toegediend
Effecten op bodemfysische kwaliteiten Aggregaatstabiliteit meting Procedure: - luchtdroog bodemmateriaal (diepte 5-10 cm) - uitzeven van aggregaten: grootteorde 1-2 mm - blootstelling aan destructieve kracht (nat zeven) - restfractie bepalen (zand, steentjes…) Stabiele aggregaten in % (augustus 2008) : Besluit: In 2008 werd een betekenisvolle toename vastgesteld van de aggregaatstabiliteit na GFT-toediening
Effecten op bodemfysische kwaliteiten Bodemverdichting meting bodemdichtheid en poriëngehalte Besluit: Significant afnemende bodemverdichting en toenemende porositeit door GFT-toediening
Effecten op bodemfysische kwaliteiten meting op ongestoorde bodemstalen (2005) Waterhoudend vermogen Totale opneembare waterreserve (in volume% van de bodem) Gemakkelijk opneembaar water (in volume% van de bodem) Besluit: De bodem kan meer water vasthouden, en dit water is ook beter beschikbaar voor het gewas na GFT-toediening
Algemeen C% Effecten op bodemfysische kwaliteiten Besluiten Oordeelkundige toepassing van GFT: verlaagde slemp- en erosiegevoeligheid verbeterde infiltratiesnelheid hogere aggregaatstabiliteit lagere bodemverdichting toenemend waterhoudend vermogen en toenemende waterbeschikbaarheid enkel op basis van bodemfysische kenmerken reeds belangrijke invloed op landbouwproductie
Vragen? Moet het humusgehalte van “onze” (lees de afzetgebieden van de eindproducten) gronden verhoogd worden? Zo ja, kunnen we dit realiseren met producten van de mestverwerking?
Actuele toestand, uitgave: Bodemkundige Dienst Laatste decennia: Neerwaartse trend in koolstofvoorraad
alle gronden behalve leem Beoordeling koolstofgehalte %, Bemex Akker Weiland Beoordelingsklasse Zand Zandleem-Leem Polders alle gronden behalve leem Leem 4. Streefzone 1,8 - 2,8 1,2 - 1,6 1,6 - 2,6 3,6 - 5,5 2,6 - 4,2 Zeer laag Laag Tamelijk laag Normaal - Streefzone Tamelijk hoog Hoog Zeer hoog
GEMEENTENIVEAU 2004 - 2007 Akkerbouw % C Bron: Bodemkundige Dienst
Frankrijk 2005 - 2007 Standaardgrondontleding : Agroconseil – Bodemkundige Dienst
2. Behoefte aan organische stof Standaardgrondontleding
Afbraak compenseren door aanvoer van effectieve organische stof (eos), Eos is dat gedeelte van de organische stofaanbreng dat na 1 jaar nog in de bodem aanwezig is en bijdraagt tot humusopbouw. Humificatiecoëfficiënt: compost, stalmest > groenbemester > drijfmest > vers bladmateriaal
Verklarende nota organische stof Overzicht aanvoerposten van effectieve organische stof organisch materiaal aanvoer effectieve OS (kg/ha) oogstresten stoppel van wintergraangewassen 1.500 stro van graangewassen 1.300 stoppel van snijmaïs 700 Stoppel en stro van dorsmaïs 2.400 bietenkoppen en -loof 1.200 aardappelloof 850 groenbemesters mosterd 850 Italiaans raaigras 1.200 dierlijke en andere mesten (per 10 ton product) varkensdrijfmest 200 runderdrijfmest 300 runderstalmest 800 slachtkippenmest 1.800 GFT-compost 2.000 groencompost 1.600 champignonmest 1.250 24
Aanbreng organische stof, uitgave: Bodemkundige Dienst
3. Wat betekenen producten mestverwerking? Aanbreng droge stof en organische stof
3. Wat betekenen producten mestverwerking? Aanbreng effectieve organische stof
3. Wat betekenen producten mestverwerking? Aanbreng effectieve organische stof/ kg N
4. Wat met digestaat?
4. Wat met spuiwater van luchtwassers?
Spuiwater van luchtwassers Brengt geen organische stof noch fosfaat aan Bestaat uit ammoniumsulfaat Voorjaarsmeststof Opgepast voor bladverbranding (hoge EC, lage pH) Hou rekening met hoge zwavelaanbreng vb. Bij 30 kg N/ha geef je al 84 kg S03 Niet in contact laten komen met kalkmeststoffen Bij voorkeur bij bewolkt windstil weer toedienen Zuurwerkend effect
5. Koolstofsimulator: adviessysteem voor het koolstofbeheer in akkergronden Ontwikkeld door: - Bodemkundige Dienst van België en Vakgroep Bodembeheer, - in opdracht van Vlaamse Overheid, Dienst Land en Bodembescherming Wat: - gebruiksvriendelijk en interactief programma inschatting lange termijnevolutie organische C-gehalte in akkerbouwpercelen i.f.v. gewasrotatie en bemestingspraktijk. Gebaseerd op: Roth-C model (landbouwk. onderzoeksstation Rothamsted) Toepasbaar op: - de meeste gangbare akkerbouwpraktijksituaties in Vlaanderen
Varkensdrijfmest
Varkensstalmest
GFT-compost
6. Algemeen besluit Organische stofaanbreng speelt cruciale rol in bodemvruchtbaarheid (chemisch, bodemfysisch) Grondanalyseverslag geeft perceelsspecifieke organische stofbehoefte Eindproducten van mestverwerking: mogelijke aanvoer EOS wordt bepaald door: samenstelling humificatiecoëfficiënt Koolstofsimulator geeft bijkomend inzicht in mogelijkheden en beperkingen. Vraag uw exemplaar aan via mail naar land@lne.vlaanderen.be met vermelding van naam en adres