Notenschrift test jezelf Hoe lees je noten? Hoe speel je die noten op een piano of klokkenspel
Vraag 1 Welke lijn geeft de G aan?
Antwoord 1 De tweede lijn van onderen geeft de G aan. Deze lijn zit in het rondje van de G sleutel. Alle noten op die lijn heten G
Vraag 2 - Welke letters horen bij deze noten?
Antwoord 2 - Deze noten heten allemaal G.
Vraag 3 - Op welke plaatsen op een notenbalk kan een noot staan Vraag 3 - Op welke plaatsen op een notenbalk kan een noot staan? Geef vier antwoorden.
Antwoord 3 op een lijn tussen twee lijnen onder de notenbalk boven de notenbalk
Vraag 4 Hoe weet je welke letter hoort bij noten ver onder of boven de notenbalk?
Antwoord 4 - Tel verder met hulplijntjes Gebruik daarvoor de hulplijntjes boven de notenbalk. of gebruik daarvoor de hulplijntjes onder de notenbalk.
Vraag 5 Welk patroon herken je op een piano bij de zwarte toetsen?
Antwoord 5 Bij een piano wisselen groepjes van twee en drie zwarte toetsen elkaar af.
Vraag 6 - Wijs de G aan. Rechts zie je een groepje van drie zwarte toetsen (Z) en vier witte toetsen (W) Welke van de vier witte toetsen is de G? W Z W Z W Z W
Antwoord 6 - De grote W is de G Z W Z W Z W
Vraag 7 Hoe beschrijf je de postie van de G op een piano met woorden?
Antwoord 7 Tussen drie zwarte toetsen zitten twee witte toetsen. De linker van die twee is de G.
Vraag 8 Vier vragen over het alfabet in muziek: Welke letters gebruiken we in de muziek? Hoeveel letters gebruiken we in de muziek? Rechts van de G komt weer een ? Links van de A komt weer een ?
Antwoord 8 We gebruiken alleen: A B C D E F G Zeven letters, meer letters gebruiken we niet. Rechts van de G komt weer een A. Links van de A komt weer een G
Vraag 9 Welke letters gebruiken we op een Duits klokkenspel? Hoeveel letters gebruiken we daar?
Antwoord 9 A H C D E F G Zeven letters, meer letters gebruiken we niet.
Wij gebruiken drie typen letters. Welke zijn dat? Vraag 10 Wij gebruiken drie typen letters. Welke zijn dat?
Antwoord 10 HOOFDLETTERS met een vierkantje HOOFDLETTERS kleine letters
Vraag 11 Bij welke letter wisselt het type letter bij een piano?
Antwoord 11 Het type letter wisselt bij bij alle C’s Bijvoorbeeld: [B C D of B c d
Vraag 12 - Wijs de zeven letters vanaf G naar beneden aan.
Antwoord 12 G F E D C [B [A
Vraag 13 - Wijs de zeven letters vanaf G naar boven aan.
Antwoord 13 f e d c B A G
g f e d c B A G F E D C Vraag 14 Kan je in gedachten deze letters van boven naar beneden en omgekeerd opzeggen? Zo ja, dan zou je de test moeten kunnen.
De test – Antwoord 14 Wijs de. aan De test – Antwoord 14 Wijs de ? aan. De docent noemt een hoofdletter of een kleine letter.
Vraag 15 - Hoe werkt hoog en laag bij notenschrift en piano? Hoge tonen staan in de notenbalk (hoger / lager) Lager tonen staan in de notenbalk (hoger / lager) Naar rechts op een piano klinken de tonen steeds ……. (hoger / lager) Naar links op een piano klinken de tonen steeds …….. (hoger / lager)
Vraag 15 - Hoe werkt hoog en laag bij notenschrift en piano? Hoge tonen staan in de notenbalk hoger. Lager tonen staan in de notenbalk lager. Naar rechts op een piano klinken de tonen steeds hoger. Naar links op een piano klinken de tonen steeds lager.
Vraag 16 - Ezelsbrug: Hoe vind ik een toets op een piano? De D zit altijd ………. De C zit altijd ……….. De F zit altijd ……….. De G zit altijd ………..
Antwoord 16 De D zit altijd tussen twee zwarte noten. De C zit altijd links van twee zwarte noten. De F zit altijd links van drie zwarten. De G zit tussen drie zwarte toetsen in en is dan de linker toets.
Vraag 17 Hoe noem je een afstand in tussen twee letters? Welke acht namen hebben deze afstanden? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Antwoord 17 Bcde Dit zijn vier letters. Rechts zie je bij vier stippen Een afstand tussen twee letters noem je een interval. Een voorbeeld: Hoe noem je het interval b - e? Bcde Dit zijn vier letters. Rechts zie je bij vier stippen Kwart…. Het interval b - e noemen we een kwart. Priem . Secunde . . Terts . . . Kwart . . . . Kwint . . . . . Sext . . . . . . Septime . . . . . . . Oktaaf . . . . . . . .