Werkzitting II Prof. F. Claessens
Definities Escherichia coli Bacteriofaag Attenuatie Promotor Nucleosoom
Wobble Nucleotide excision repair Leucine zipper
Meerkeuzevragen: Een mRNA heeft 1, 2, 3 of 4 leesramen. AUG GCC CAG GCU A A UGG CCC AGG CUA AU GGC CCA GGC UA Een DNA streng heeft 2, 4, 6 of 8 leesramen.
Een monomeer DNA-bindend domein contacteert meestal ongeveer_____ A. Één bp B. 12 bps C. 6 bps D. 2 bps Welke component staat in voor de herkenning van de ribosoom-bindingsplaatsen? eIFs B. tRNAi C. 23S rRNA D. 16S rRNA De regeling van de expressie van het lactose operon door een tekort aan glucose, wordt ___genoemd. A. De-repressie B. Activatie C. Attenuatie D. Repressie
Welke van deze vier is GEEN codon voor Arginine? CGA CGU AGA AGU
GCCGGATATGCCAATATGCTTTCCCGGG… A B C D B C D B C D F E E E Duidt aan: 5’UTR 3’UTR ORF Startcodon Stopcodon RBS Hieronder staat de sequentie van het eerste exon van een gen. Geef de eerste aminozuren van het eiwit dat hierdoor gekodeerd wordt GCCGGATATGCCAATATGCTTTCCCGGG…
GCCGGAU AUG CCA AUA UGC UUU CCC GGG…
Trp Met His His Lys Leu Ser Arg Leu Arg Uit een kleine hoeveelheid van een eiwit hebt u de volgende fragmenten kunnen identificeren: Ontwerp een oligonucleotide die als probe kan dienen om het mRNA dat voor dit eiwit te identificeren Trp Met His His Lys Leu Ser Arg Leu Arg
Trp Met His His Lys Leu Ser Arg Leu Arg
Wat is het effect van deze mutatie? De insertie van één nucleotide nabij het einde van een mRNA Deletie van één nucleotide in de eerste twintig codons van een ORF Deletie van drie opeenvolgende nucleotiden middenin een ORF Een mutatie van de onderlijnde C in GCCGGAU’AUG’CCA’AUA’UGC… naar U, naar G naar A
Het DNA fragment tussen de twee pijlen moet worden geamplificeerd. Welke DNA primers zou u daar voor nemen? AGGCTATATAATTTAAGCTAGATACCAGATAGATACCCCaCCAA AAGTCATCAGTATaaaGATCAGATcaggtcccgaattacggtc tgttcttaacgagttattcccgccgtaatacatggtacctgaca AGGCTATATAATT TAAGCTAGATACC ATTCGATCTATGG AATTATATAGCCTT TACATGGTACCTGACA ATTACGGCGGGAA TTCCCGCCGTAAT CAGGTACCATAGTA