Grammaire chapitre 2 2 havo/vwo.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Havo 3 Grammaire chapitre 4.
Advertisements

PASSÉ COMPOSÉ VERVOEGD MET ÊTRE
Grammaire chapitre 4 1 hv.
Grammaire chapitre 5 3 havo.
2 hv en 2 A+ Grammaire chapitre 4.
3 vwo+ Grammaire chapitre 2
REGELMATIGE WERKWOORDEN OP -ER
Voltooid tegenwoordige tijd
Bezittelijk voornaamwoord
Persoonsvorm Saskia Hoekx.
REGELMATIGE WERKWOORDEN OP -RE
Grammaire thème 5 4 vwo.
Vous avez passé de bonnes vacances de Noël?
Bienvenue à tous.
Bijvoeglijk naamwoord
Grammaire thème 4.
Havo 3 Grammaire chapitre 6.
3 VWO (+) Grammaire chapitre 3. Bijvoeglijke naamwoorden: bijzondere vormen Sommige bijv. nw. veranderen wanneer ze vóór een mannelijk zn. staan dat begint.
Passé composé.
Franse Les Les 15 Vorige les & huiswerk Extra oefenen meew. Vw.
 Devoirs  Voyages unité 8  Décrire un objet  Unité 8 – jeu p. 60/61 Aujourd’hui nous sommes le 4 mars 2015 Aujourd’hui nous sommes le 4 mars 2015.
Franse Les Les 16 Anne chapitre 1 à 4 Aujourd’huis nous sommes vendredi le 13 février 2015 QUEL JOUR SOMMES-NOUS?
Franse Les Les 18 Vorige les & huiswerk Zinnen maken / herhalen
 Monsieur Ibrahim la fin  Trientsje - présentation  Voyages unité 7  Unité 7 p. 54/55  San Francisco Chanson Aujourd’hui nous sommes le 4 février.
Franse Les Les 17 Vorige week Anne chapitre 4/5 Voyages p. 26
 Interrogation écrite  Voyages unité 7  Unité 7 p. 56/57  Il faut … / Il ne faut pas…  Unité 8  San Francisco Chanson Aujourd’hui nous sommes le.
Franse Les Les 19 Vorige les & huiswerk Voyages unité 8 Écouter Pirates chapitre 6 & 7 Vorige les & huiswerk Voyages unité 8 Écouter Pirates chapitre 6.
Regelmatige werkwoorden op –er
Grammaire chapitre 3 3 havo.
Franse Les Les 16 Vorige les & huiswerk Voyages unité 7 p. 55/56/57
2 hv en 2 vwo+ Grammaire chapitre 5.
Franse Les Les 15 Vorige week Anne chapitre 3 Voyages p. 25/26
Vergelijkingen 2HAVO-VWO - Frans.
Het lijdend voorwerp 3 VMBO - Frans.
Connaitre 3M – week 40 - Frans.
Franse Les Les 3 Vorige week Qu’est-ce qu’il y a Voyages p. 9/10/11
Franse Les Les 12 Vorige les & huiswerk Voyages chapitre 7 die/deze hij/zij/het/hen Alma 2 Anne chapitre 5 et 6 Vorige les & huiswerk Voyages chapitre.
Hallo! Goedendag! Bonjour!
Het bijvoeglijk naamwoord
Franse Les Les 4 Vorige week Voyages p. 12/13 Il y a une fille … Vorige week Voyages p. 12/13 Il y a une fille … Nous sommes mercredi le 8 avril 2015.
Faire 3 VMBO - Frans.
Het Bijvoeglijk Naamwoord
De verleden tijd - imparfait
Venir 2 VMBO - Frans.
L’IMPARFAIT, LE PASSÉ COMPOSÉ, LE PASSÉ SIMPLE
HET PERSOONLIJK VOORNAAMWOORD
Lire 3 VMBO - Frans. Wat moet je weten om dit onderdeel te begrijpen?: Wat een onregelmatig werkwoord is De tegenwoordige tijd (présent) De verleden tijd.
Het werkwoord être (= zijn)
Bijvoeglijk naamwoord Functie: zegt iets over het zelfstandig naamwoord voorbeeldde grote auto la grande voiture het blauwe boek le livre bleu.
Les verbes.
Vorige week Unité 3 p.26/27 voor/achter/naast/tussen devoirs Vorige week Unité 3 p.26/27 voor/achter/naast/tussen devoirs Quel jour sommes-nous aujourd’hui?
Avoir (= hebben) vervoegingvertaling j’aiik heb tu asjij hebt il/elle/on ahij/zij/men heeft nous avonswij hebben vous avezjullie hebben/u heeft ils/elles.
Imparfait Nederlands:onvoltooid verleden tijd voorbeeldIk keek een film. Wij waren in Frankrijk.
Voorzetsels bij landen en steden
TAALREGELS 33 DE VRAGENDE ZIN
Quel jour sommes-nous aujourd’hui ?
Passé composé (voltooid tegenwoordige tijd)
DE PASSÉ COMPOSÉ de voltooid tegenwoordige tijd.
Franse Les – 1e jaar Les 9 Aujourd’hui nous sommes …. Unité 2 page 25
BIJWOORD.
Quel jour sommes-nous aujourd’hui ?
Trappen van vergelijking
Benadrukt persoonlijk voornaamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Persoonlijk voornaamwoord
Regelmatige werkwoorden op - er
BIJVOEGLIJK NAAMWOORD
Onregelmatig werkwoord être
Grammaire L’adverbe.
Vergelijkingen Minder dan moins + bijvoeglijk naamwoord + que
Transcript van de presentatie:

Grammaire chapitre 2 2 havo/vwo

Het bijvoeglijk naamwoord In het Frans past het bn. zich aan bij het zn. Exemples: un grand jardin  deux grands jardins une grande maison deux grandes maisons Let op! Bn. die eindigen op een e, krijgen geen extra e in de vrouwelijke vorm: Il est calme elle est calme

De plaats van het bijv. nw. Altijd na het zn. behalve: Beau, haut, jeune, gros, nouveau, bon, long, vieux, mauvais, autre, joli, petit, grand, méchant, large. Deze komen dus altijd vóór het zn.

De afwijkende vrouwelijke vormen van het bijv. nw. beau belle Nouveau nouvelle bon bonne long longue vieux vieille gros grosse blanc blanche cher chère premier première

L’imparfait (de o.v.t) Allereerst, wat is dat in het Nederlands? Werkwijze: 1- Je vormt de stam van het ww. door de nous vorm in de tt. tijd zonder ‘nous’. Nous habitons habit 2- Je zet de uitgangen van de imparfait erachter:

Uitgangen van de imparfait J’habitais  ik woonde Tu habitais jij woonde Il/elle/on habitait  hij/zij/men woonde Nous habitions  wij woonden Vous habitiez  u woonde/jullie woonden Ils/elles habitaient  zij woonden En nu even oefenen op het bord…