Oppervlaktematen en landmaten Les 49 Oppervlaktematen en landmaten
Er zijn 2 afmetingen nodig om een oppervlakte te berekenen: Lengte en breedte of basis en hoogte Het teken duidt aan dat je de 2 afmetingen moet gebruiken. ‘²’ Elke oppervlaktemaat is 100 x groter dan de kleinere oppervlaktemaat: 1 m² = 100 dm² les 49 oppervlaktematen en landmaten
Lees nu aandachtig je onthoudboek nummers 87; 101 en 102 les 49 oppervlaktematen en landmaten
oppervlaktematen en landmaten Een oefening: Neem je kopieerblad K 18 Noteer op de ene lijn in de hoofding de oppervlaktematen Noteer op de andere lijn de landmaten op de passende plaats Noteer in de tabel: 12 135 m² Noteer het meetresultaat in landmaten naast de tabel Je krijgt dan het volgende... les 49 oppervlaktematen en landmaten
oppervlaktematen en landmaten km² 10 000 m² 100 m² m² dm² cm² mm² Land - maten ha a ca 1 2 3 5 1ha 21a 35ca Zat je ergens fout? Kijk het dan nog eens na! 1 x 10 000 m² + 21 x 100 m² + 35 x m² 1 ha + 21 a + 35 ca les 49 oppervlaktematen en landmaten
We proberen er nog een paar: Je schrijft de oppervlaktematen in je schema en de landmaten ernaast. Net zoals de vorige oefening. 3 ha 5 ca = ...m² Oplossing: 3 x 10 000 m² en 5 m² = 30 005 m² 25 km² = ....ha Oplossing: 2500 ha les 49 oppervlaktematen en landmaten
oppervlaktematen en landmaten Kijk nu in je bundel welke opdrachten je moet maken. Laat je oefeningen verbeteren door je leerkracht les 49 oppervlaktematen en landmaten