All Right 3hv Unit 1 Grammar 4.1

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
1.There’s Tim! Look, he's wearing his new jeans. 2.What are you doing? We are doing our homework. Je gebruikt de present continuous voor iets dat nu aan.
Advertisements

Voorbeeld: I walk He walks You walk She walks
Vragend en Ontkennend maken
Instructie grammatica
Stepping Stones II Chapter 6 Grammar.
Grammar. When : wanneer, op het moment dat : The doctor said I had to take these pills when I wake up. If : als, voorwaarde : The doctor said I had to.
Instructie grammatica
In het Nederlands antwoord je vaak heel kort:
Engels periode 3 en 4 MOH 2 en MOH 3.
Everything you need to know for your test in the test week!
Grammar Unit 1.
Adjectives and Adverbs
Present simple & continuous
Grammar Chapter 3 – G1 If en When.
Woordvolgorde met woorden van tijd
Chapter 5 Hit the road Grammar Stepping Stones 2 kgt.
Chapter 6 Sounds cool! Grammar Stepping Stones 2 kgt.
Adverb = bijwoord (beschrijft bijvoeglijk naamwoord of werkwoord)
Vragen stellen Vormen van ‘to be’ kunnen de enige werkwoorden in de vraagzin zijn. Ben ik je beste vriend? Am I your best friend?
bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden
bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden
She is beautiful/beautifully.
Grammar 4.1: Present Simple
Plaats van always (altijd), usually (meestal), often (vaak), normally(normaal gesproken), never (nooit) Bijwoorden als always, usually, often, normally.
Grammar 4.2 Will, shall & to be going to
A LL R IGHT 1 THV U NIT 5 GRAMMAR 4.1 EN 4.2. M AAK DE VOLGENDE ZINNEN VRAGEND ! I am your best friend. She is at home. We are late. I can help you.
All right 1thv unit 7 gr 2.1 en 2.2.
grammar 3.1 en 3.2 the present perfect
past simple en present perfect
4.1 present simple de present simple = de gewone tegenwoordige tijd: Ik loop = I walk Jij slaapt = you sleep etc! Je gebruikt deze tijd om aan te geven.
Present Simple & Present Continuous
Woordvolgorde Bepaling van tijd.
Grammar Unit 5 HD 5.1 t/m 5.9.
De aktieve tijd Nehalennia VMBO 2 M. Jeras.  I sit in the classroom  Of:  I am sitting in the classroom.
Present Continuous Deel 1: Functie & Vorm
Present Simple Tegenwoordige Tijd.  Om aan te geven dat iets nu een gewoonte is. Er zijn een aantal woorden die aangeven dat het om een gewoonte gaat.
The Future Hoe spreek je over toekomstige activiteiten in het Engels?
All Right 1thv Unit 3 Grammar 4.2 Question tags (aangeplakte vragen)
Present Simple >< Present Continuous
Allesvoorengels.nl. 1. Wat betekenen aangeplakte vragen? 2. Aangeplakte vragen na am, is, are, can, could, will, have 3. Aangeplakte vragen na andere.
Allesvoorengels.nl. 1. Wat zijn bijvoeglijke naamwoorden? 2. Wat zijn bijwoorden? 3. Oefening 4. Hoe maak je bijwoorden? 5. Samenvatting allesvoorengels.nl.
 Grammar year 1 Everything you need to know for your test in the test week!
Grammar – period 2.
Ontwerpen Naam auteur(s) Drs. Nadine Kim de Boer Vakgebied Engels
Engels Alles nog even herhalen hoofdstuk 13 Nu Engels boek B
De Onvoltooid Verleden Tijd
Bijwoorden van tijd allesvoorengels.nl.
Toekomende tijd: met “going to”
Word order.
Ontkenningen in de Present Simple (t.t.)
Simple en continuous tenses
Present simple Grammar.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
Vragen in de Present Simple (t.t.)
Past simple vs Past continuous
Vragen in de Past Simple (V.t.)
Grammar in a Nutshell Skills 1.
Chapter 1 Looking back Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
New Interface Grammar: Unit 1.
Chapter 1 Body and mind Grammar Stepping Stones 3gt
Toekomende tijd: met “will”
NEW INTERFACE UNIT 2 : GRAMMAR
Chapter 3 Who dares? Grammar Stepping Stones 3 havo
Chapter 6 Sounds cool! Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
THEME 12 TOPIC 1 Repetitie Theme 12.
Chapter 5 Hit the road Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
Hoe maak je zinnen vragend in het Engels.
Gerund or Infinitive 6.4.
When to use “the” Unit 4 studybox 2.
Adverbs and Adjectives
Transcript van de presentatie:

All Right 3hv Unit 1 Grammar 4.1

Susan is a beautiful dancer. She dances beautifully.

Regel: * een bijvoeglijk naamwoord zegt iets van een zelfstandig naamwoord : a beautiful dancer bijv nmw zelfst nmw en geeft antwoord op de vraag: wat voor...?

* Een bijwoord zegt iets van een werkwoord: She dances beautifully ww bijw en geeft antwoord op de vraag: Hoe..? Dus: * je maakt een bijwoord door -ly achter het bijv. nmw. te zetten.

voorbeelden: - careful = carefully - extreme = extremely - sudden = suddenly uitzonderingen: - good = well en: hard, fast, late en long krijgen NOOIT -ly erachter!

Een bijwoord kan ook iets zeggen van: - een ander bijvoeglijk naamwoord: She was a really good dancer bw bnw znw - of van een ander bijwoord: It happened awfully quickly! ww bw bw

Plaats van het bijwoord in de zin: - aan het einde: als het over de hele zin gaat bijv. Close the door slowly! - voor het hoofdwerkwoord: minder nadruk bijv. The car suddenly stopped

Let op bijwoorden die aangeven hoe vaak iets gebeurt: I always go to school at 8 I never do my homework at night Maar: She is always on time I am never late We are often late for school

Dit zijn: always ever never often sometimes usually