glycemiebeleid bij type 2 diabetes : “treat to target”

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Spelen met insuline bij type 2 diabetes
Advertisements

Het directe en onder hoge druk inspuitsysteem door
Een keersom uitrekenen… tafel van 5
GONIOMETRIE UITLEG 8.2 TANGENS
Van tabel naar formule Hoofdstuk 8 Klas 1
Indicaties voor screening buiten bevolkingsonderzoek
De kringloop van het leven
diabetescaroussel OLVG
offshore-outsourcing (import)
Voorraadwaardering LIFO FIFO GEMIDDELDE INKOOPPRIJS
Netwerkbijeenkomst Kwetsbare ouderen Lemsterland, 10 juli 2012 Programma – Welkom – Kennis maken – Het project netwerkontwikkeling.
SOM 2 REMMENDE HARDLOPER
Personeelsbeleid en personeelszaken in de dagelijkse praktijk
Introductie eerste diabetessymposium regio OLVG 21 november 2012.
Bariatrische chirurgie
Diabetes Project Vlaanderen module diabetespas
Sterkte brillenglazen
Ontwikkeling van de insulineresistente mens
DIABETES MELLITUS BIJ KINDEREN Roel Visser April 2007 Deventer Ziekenhuis Jeugdzorg.
Maand Acties Geldig van 1 oktober t/m 31 november €13.20 €11.50
Elke 7 seconden een nieuw getal
Aquarellen van Marcel REYNAERT
Valentijns Gedeelte Eerste dia. Pyramide Puzzel Ok, Hier zie je een pyramide  Het bovenste blok is 1 nop bij 1 nop. Of 1X1 Die daaronder is 3X3, want.
H 7 Krachten Deel 3 krachten meten.
Nieuwe behandeling bij Type 2
Een volledig gamma insulines, insulinetoedieningssystemen en services
De Cirkel des Levens Wat is succes ? Als je 3 bent is succes : Niet in je broek kakken.
Optellen en aftrekken tot 100 TE + E = TE mb
We leren % van waar we over gediscussieerd hebben met anderen
Sunday, 03 August 2014 zondag 3 augustus 2014 Click Klik.
De tafel van:. Deze tafel is helemaal niet moeilijk! Kijk maar: 1 x 10 = 102 x 10 = 20 3 x 10 = 304 x 10 = 40 5 x 10 = 506 x 10 = 60 7 x 10 = 708 x 10.
Neem over en zet de aangegeven hoek uit bij de blauwe punt
lenzenformule De lenzenformule geeft het verband aan tussen de
Opdracht 1 37 o a) 1,00 cm = 5,0 N ^ c) De lengte van F span is 5,25 cm 1,00 cm = 5 N ^ 5,25 cm = 26,5 N ^ d) De lengte van F voorwerp is 6,49 cm 1,00.
Plaats en tijd opgave 1 25 s 26 s 27 s a) Baan 4. b) (De zwemmer is weer bij het Startpunt) c) Na 76 s is afgelegd:
1x5= 2x5= 3x5= 4x5= 5x5= Om te controleren: Ga met je muiswijzer over de som tot het een handje wordt. Klik dan en je ziet het goede antwoord! 6x5= 7x5=
Workshop: gender mainstreaming
Naar meer rendement van het weidevogelbeheer Kerngebieden Weidevogellandschap, Tweede bijeenkomst met provincies 17 november 2011, Ede.
Afschrijving aanschafprijs : levensduur kapitaalgoedlevensduuraanschafprijsjaarlijkse afschrijvingen oven8 jaar € 8000 A ijskast6 jaar B € 300 frituur.
Opt In Verslag werkgroep en plan
Welkom namens collega’s en studenten. Hermien Miltenburg Wageningen University and Research Centre.
Een bakje kwark kost € 1,27. Hoeveel kosten vijf bakjes? 5 x € 1,27 = 5 x € 1,00 = € 5,00 5 x € 0,20 = € 1,00 5 x € 0,07 = € 0, € 6,35 Een.
Waarom insuline-therapie door de huisarts?
Coachingsessie week
Voorraadwaardering LIFO FIFO GEMIDDELDE INKOOPPRIJS of
Diabetes bij jongeren.
Hoe gaat dit spel te werk?! Klik op het antwoord dat juist is. Klik op de pijl om door te gaan!
1 Bijlagen. 2 Resultaten inventarisatie Feitenanalyse Prognose jeugdleden Aanname 1: 60% uitstroom 20 jarigen -Aanname 2: 10% uitstroom
© Prof.dr Jouke van Dijk TxU-4, 29 april 2004 Evaluatie - 4 Hoogeveen, 29 april 2004 Prof. dr Jouke van Dijk Hoogleraar regionale arbeidsmarktanalyse Faculteit.
K.O.: het getal is x A.: het getal is 60. K.O.: de getallen zijn x, x +1 en x +2 A.: de getallen zijn 72, 73 en 74.
Inhoud Korte inleiding Kwantitatieve- en kwalitatieve krimp Krimp en ruimte Conclusie * Vragen na de presentatie svp.
Mijn spreekbeurt : De hond
De otter Mijn spreekbeurt.
begin>  Wat is de verjaardag van obama? 4augustus9april6juli9mei13juni.
Stanines z Stanines
Niet- rokersfaciliteiten in de Horeca. Bron: OIVO Rookvrije plaatsen? 25% 34% 31% 10% Moeilijk Eerder moeilijk Eerder gemakkelijk Gemakkelijk - 59% +
Diabetes en depressie, een zorgelijk samenspel
Fusie tussen A en B Betrokken ondernemingen: A B 280 milj. omzet 118 milj. omzet 195 milj. omzet 77 milj. omzet Meldingsplicht: ja A en B.
tafel van 1 tafel van 1 x 1 = 1 x 1 = 1 2 x 1 = 2 3 x 1 = 3 4 x 1 = 4
LOB in Entree Platform Entree 20 juni 2014.
9.50 uur = 1 uur na zonsopgang uur11.50 uur12.50 uur 21 december kortste dag zon het laagst schaduw van een gebouw 60 m lang, 40 m breed, 40 m hoog.
Warffum cursus: bariatrie
Vraagstuk: korting ( type 1)
Hoofdstuk 7 Concept Check De evolutie van het hartinfarct Of
Mentale fitheid, onmisbaar bij chronische ziekten
A B Laag Hoog Leverancierswaarde voor klant Segment 1 Segment 2 Segment 3 Segment 4 Hoog Klantwaarde voor leverancier Laag.
Gemaakt door Sophie & Dide
Kruiden Niveau Schuin gedrukt niveau 4 Allium schoenoprasum
De tafel van 4.
Transcript van de presentatie:

glycemiebeleid bij type 2 diabetes : “treat to target” lesmodule Diabetes Project Aalst opgesteld door de werkgroep huisartsen-specialisten

Waarom scherpe HbA1c nastreven bij type 2 diabetes ?

goede glycemiecontrole  complicaties  Improving the Prognosis of Patients with Type 2 Diabetes Slide 46. UKPDS: Association of Hyperglycaemia and Complications. Type 2 diabetes United Kingdom Prospective Diabetes Study (UKPDS) 60 50 Myocardial 40 infarction % Incidence per 1000 patient years The consequences of failure-based management approaches in diabetes can be severe, as inadequate control of blood glucose causes unnecessary exposure of patients to additional risk of microvascular and macrovascular complications. In UKPDS, increasing HbA1C from 6% to 9% approximately doubles the risk of a myocardial infarction. In addition, the risk of microvascular complications increases markedly as HbA1C rises. Management approaches which achieve near normal glycaemic control are likely to have the biggest impact in reducing the incidence of heart attacks. 30 Microvascular disease 20 10 <6 6-<7 7-<8 8-<9 9-<10 10+ Updated HbA1c (%) UKPDS 35. BMJ 2000; 321: 405-412.

goede glycemiecontrole  complicaties  Improving the Prognosis of Patients with Type 2 Diabetes Slide 46. UKPDS: Association of Hyperglycaemia and Complications. Type 2 diabetes United Kingdom Prospective Diabetes Study (UKPDS) 60 HbA1c  7 à 7.5 % 50 Myocardial 40 infarction % Incidence per 1000 patient years The consequences of failure-based management approaches in diabetes can be severe, as inadequate control of blood glucose causes unnecessary exposure of patients to additional risk of microvascular and macrovascular complications. In UKPDS, increasing HbA1C from 6% to 9% approximately doubles the risk of a myocardial infarction. In addition, the risk of microvascular complications increases markedly as HbA1C rises. Management approaches which achieve near normal glycaemic control are likely to have the biggest impact in reducing the incidence of heart attacks. 30 Microvascular disease 20 10 <6 6-<7 7-<8 8-<9 9-<10 10+ Updated HbA1c (%) UKPDS 35. BMJ 2000; 321: 405-412.

UKPDS risk engine http://www.dtu.ox.ac.uk

UKPDS risk engine 10y-CHD risk 29,8 % http://www.dtu.ox.ac.uk

UKPDS risk engine 10y-CHD risk 29,8 % 1 factor : HbA1c : 23,6 % http://www.dtu.ox.ac.uk

UKPDS risk engine 10y-CHD risk 29,8 % 1 factor : HbA1c : 23,6 % smoking : 23,0 % http://www.dtu.ox.ac.uk

UKPDS risk engine 10y-CHD risk 29,8 % 1 factor : HbA1c : 23,6 % smoking : 23,0 % BP : 27,7 % http://www.dtu.ox.ac.uk

UKPDS risk engine 10y-CHD risk 29,8 % 1 factor : HbA1c : 23,6 % smoking : 23,0 % BP : 27,7 % lipids : 21,4 % http://www.dtu.ox.ac.uk

UKPDS risk engine 10y-CHD risk 29,8 % 1 factor : HbA1c : 23,6 % smoking : 23,0 % BP : 27,7 % lipids : 21,4 % smoking, BP, lipids : 15,1 % http://www.dtu.ox.ac.uk

UKPDS risk engine 10y-CHD risk 29,8 % 1 factor : HbA1c : 23,6 % smoking : 23,0 % BP : 27,7 % lipids : 21,4 % smoking, BP, lipids : 15,1 % idem + HbA1c : 11,8 % http://www.dtu.ox.ac.uk

goede glycemiecontrole  complicaties  Improving the Prognosis of Patients with Type 2 Diabetes Slide 46. UKPDS: Association of Hyperglycaemia and Complications. Type 2 diabetes United Kingdom Prospective Diabetes Study (UKPDS) 60 HbA1c  7 à 7.5 % 50 Myocardial 40 infarction % Incidence per 1000 patient years The consequences of failure-based management approaches in diabetes can be severe, as inadequate control of blood glucose causes unnecessary exposure of patients to additional risk of microvascular and macrovascular complications. In UKPDS, increasing HbA1C from 6% to 9% approximately doubles the risk of a myocardial infarction. In addition, the risk of microvascular complications increases markedly as HbA1C rises. Management approaches which achieve near normal glycaemic control are likely to have the biggest impact in reducing the incidence of heart attacks. 30 Microvascular disease 20 10 <6 6-<7 7-<8 8-<9 9-<10 10+ Updated HbA1c (%) UKPDS 35. BMJ 2000; 321: 405-412.

naar welke glycemie streven om een bepaalde HbA1c te bereiken ? Yki-Järvinen H, et al. Ann Intern Med 1999;130:389-96 nuchtere glycemie  110-120 mg/dl

Combinatie orale antidiabetica + NPH of glargine "Treat-to-Target" = haalbaar ! Combinatie orale antidiabetica + NPH of glargine 756 patients Mean FPG (mg/dL) level during study (both groups) Mean HbA1c (%) level during study (both groups) 9.0 8.5 8.0 7.5 7.0 6.5 250 200 150 120 100 8.6 7.5 7.1 6.9 206 175 159 142 135 128 121 118 117 153 135 125 116 5 10 15 20 5 10 15 20 Weeks in study Weeks in study “Treat-to-Target Trial” Riddle MC et al. Diab Care 2003;26:3080-6

hypoglycemie : type 2 ≠ type 1 !

progressieve achteruitgang van de -cell functie bij type 2 diabetes 100 ? 80 60 -cell function (% ) 40 20 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 1 2 3 4 5 6 Years Adapted from UK Prospective Diabetes Study (UKPDS) Group. Diabetes 1995

treat to target : HbA1c 7% 7% Dieet en Lichaams- beweging Monotherapie (metformine voorkeur) Combinatie van Orale Antidiabetica Insuline +/- Orale Antidiabetica Current Treatment Paradigm This slide shows unpublished survey data from primary care physicians in the US. The figures on the arrow show the average values of fasting plasma glucose at which the physicians were prepared to intervene to intensify therapy with each type of regimen. Primary care physicians were more likely to intensify antidiabetic therapy at a time when control of glycaemia has already been lost Physicians tolerated higher severities of hyperglycaemia as the complexity of the antidiabetic regimen increased 7%

treat to target : HbA1c 7% 7% Leg aan patiënt bij de diagnose uit dat de pancreas verder gaat “verslijten” en dat de pilletjes geleidelijk zullen moeten opgedreven worden en uiteindelijk insuline nodig zal zijn ! Dieet en Lichaams- beweging Monotherapie (metformine voorkeur) Combinatie van Orale Antidiabetica Insuline +/- Orale Antidiabetica Current Treatment Paradigm This slide shows unpublished survey data from primary care physicians in the US. The figures on the arrow show the average values of fasting plasma glucose at which the physicians were prepared to intervene to intensify therapy with each type of regimen. Primary care physicians were more likely to intensify antidiabetic therapy at a time when control of glycaemia has already been lost Physicians tolerated higher severities of hyperglycaemia as the complexity of the antidiabetic regimen increased 7%

Reageer op tijd ! 7% Dieet en Lichaams- beweging Monotherapie (metformine voorkeur) Combinatie van Orale Antidiabetica Insuline +/- Orale Antidiabetica Current Treatment Paradigm This slide shows unpublished survey data from primary care physicians in the US. The figures on the arrow show the average values of fasting plasma glucose at which the physicians were prepared to intervene to intensify therapy with each type of regimen. Primary care physicians were more likely to intensify antidiabetic therapy at a time when control of glycaemia has already been lost Physicians tolerated higher severities of hyperglycaemia as the complexity of the antidiabetic regimen increased 7%

Reageer op tijd ! 8% 7% Monotherapie (metformine voorkeur) Combinatie van Orale Antidiabetica Insuline +/- Orale Antidiabetica 150 mg% 8 % Dieet en Lichaams- beweging 8% Current Treatment Paradigm This slide shows unpublished survey data from primary care physicians in the US. The figures on the arrow show the average values of fasting plasma glucose at which the physicians were prepared to intervene to intensify therapy with each type of regimen. Primary care physicians were more likely to intensify antidiabetic therapy at a time when control of glycaemia has already been lost Physicians tolerated higher severities of hyperglycaemia as the complexity of the antidiabetic regimen increased 7%

Reageer op tijd ! 9% 8% 7% Combinatie van Orale Antidiabetica Insuline 170 mg% 9 % Monotherapie (metformine voorkeur) 9% 150 mg% 8 % Dieet en Lichaams- beweging 8% Current Treatment Paradigm This slide shows unpublished survey data from primary care physicians in the US. The figures on the arrow show the average values of fasting plasma glucose at which the physicians were prepared to intervene to intensify therapy with each type of regimen. Primary care physicians were more likely to intensify antidiabetic therapy at a time when control of glycaemia has already been lost Physicians tolerated higher severities of hyperglycaemia as the complexity of the antidiabetic regimen increased 7%

Reageer op tijd ! 10% 9% 8% 7% 220 mg% 10 % Insuline +/- Orale Antidiabetica 220 mg% 10 % Combinatie van Orale Antidiabetica 10% 170 mg% 9 % Monotherapie (metformine voorkeur) 9% 150 mg% 8 % Dieet en Lichaams- beweging 8% Current Treatment Paradigm This slide shows unpublished survey data from primary care physicians in the US. The figures on the arrow show the average values of fasting plasma glucose at which the physicians were prepared to intervene to intensify therapy with each type of regimen. Primary care physicians were more likely to intensify antidiabetic therapy at a time when control of glycaemia has already been lost Physicians tolerated higher severities of hyperglycaemia as the complexity of the antidiabetic regimen increased 7%

Hoe praktisch organiseren ?

praktisch reageer zodra HbA1c > 7.5 % optimaliseer levens-stijlmaatregelen optimaliseer orale antidiabetica overweeg glycemie zelfcontrole

klasse generische naam producten biguaniden metformine Glucophage®, Metformax®, Merck-metformine® gliniden repaglinide NovoNorm® sulphonylurea gliclazide Diamicron®, Merck-Gliclazide® glipizide Glibenese®, Minidiab® gliquidone Glurenorm® glibenclamide Bevoren®, Daonil®, Euglucon® gliclazide L.A. Uni diamicron® glimepiride Amarylle® glitazones pioglitazone Actos® rosiglitazone Avandia® glucosidase remmers acarbose Glucobay®

klasse generische naam producten biguaniden metformine Glucophage®, Metformax®, Merck-metformine® gliniden repaglinide NovoNorm® sulphonylurea gliclazide Diamicron®, Merck-Gliclazide® glipizide Glibenese®, Minidiab® gliquidone Glurenorm® glibenclamide Bevoren®, Daonil®, Euglucon® gliclazide L.A. Uni diamicron® glimepiride Amarylle® glitazones pioglitazone Actos® rosiglitazone Avandia® glucosidase remmers acarbose Glucobay®

klasse generische naam producten biguaniden metformine Glucophage®, Metformax®, Merck-metformine® gliniden repaglinide NovoNorm® sulphonylurea gliclazide Diamicron®, Merck-Gliclazide® glipizide Glibenese®, Minidiab® gliquidone Glurenorm® glibenclamide Bevoren®, Daonil®, Euglucon® gliclazide L.A. Uni diamicron® glimepiride Amarylle® glitazones pioglitazone Actos® rosiglitazone Avandia® glucosidase remmers acarbose Glucobay®

hoe keuze maken ? werkingskracht werkingsmechanisme gevaar voor hypo’s contraïndicaties tolerantie gebruiksgemak Leer met enkele producten werken !

 + sulfonylurea gliniden - glucosidaseremmers insuline glucose biguaniden + glitazones glimepiride (Amaryl) : = langwerkend sulfonylureum (bindt op ander deel van SU-receptor ) => vooral maaltijd gerelateerde  breektabl/ 2 mg : beginnen met ½/d, zo nodig  tot 2/d (Z tot 3/d) onmiddellijk voor of tijdens ontbijt (30’ voor maaltijd nemen  geen beter effect) max. effect pas na > 14d (zoals bij andere SU) geen ervaring met ernstige nier- of leverschade FI : andere prod. met eiwitbinding  repaglinide (NovoNorm) : sluit ATP afhankelijke K-kanalen in de Mb van de beta-cel / doeleiwit verschillend van SU => depolarisatie => influx Ca => insulinesecretie voordelen : snelle resorptie => mag onm. voor mlt ingenomen worden T1/2 1u => weinig laattijdige hypo's, minder hyperinsulinisme (mogelijk beter voor complicaties) vooral hepatische klaring via CyP3A4 / < 8% renaal => mag gebruikt worden bij NI, niet bij LI start 0.5-1 mg, max 4 mg bij elke mlt (tabl. 0.5 - 1 - 2 mg) FI : CyP3A4 remmers (azoles, erytro, mibefradil) / inductoren (rifampycine, fenytoine) ? combinatie met SU zinvol ? vrij duur glitazones : zwakke glycemie  en 1/4 primair falen, G , TG  HDL  maar LDL , cave leverinsuff., bruikbaar bij NI duur ++ werkingsmechanisme (nog niet goed gekend) : PPAR activatie =>  lipolyse (vandaar G ) =>  FFA => hep.glucoseprod  en gluc.verbruik spieren 

 + sulfonylurea gliniden - glucosidaseremmers insuline glucose hypo's ! insuline - glucosidaseremmers glucose  biguaniden + glitazones glimepiride (Amaryl) : = langwerkend sulfonylureum (bindt op ander deel van SU-receptor ) => vooral maaltijd gerelateerde  breektabl/ 2 mg : beginnen met ½/d, zo nodig  tot 2/d (Z tot 3/d) onmiddellijk voor of tijdens ontbijt (30’ voor maaltijd nemen  geen beter effect) max. effect pas na > 14d (zoals bij andere SU) geen ervaring met ernstige nier- of leverschade FI : andere prod. met eiwitbinding  repaglinide (NovoNorm) : sluit ATP afhankelijke K-kanalen in de Mb van de beta-cel / doeleiwit verschillend van SU => depolarisatie => influx Ca => insulinesecretie voordelen : snelle resorptie => mag onm. voor mlt ingenomen worden T1/2 1u => weinig laattijdige hypo's, minder hyperinsulinisme (mogelijk beter voor complicaties) vooral hepatische klaring via CyP3A4 / < 8% renaal => mag gebruikt worden bij NI, niet bij LI start 0.5-1 mg, max 4 mg bij elke mlt (tabl. 0.5 - 1 - 2 mg) FI : CyP3A4 remmers (azoles, erytro, mibefradil) / inductoren (rifampycine, fenytoine) ? combinatie met SU zinvol ? vrij duur glitazones : zwakke glycemie  en 1/4 primair falen, G , TG  HDL  maar LDL , cave leverinsuff., bruikbaar bij NI duur ++ werkingsmechanisme (nog niet goed gekend) : PPAR activatie =>  lipolyse (vandaar G ) =>  FFA => hep.glucoseprod  en gluc.verbruik spieren 

 + sulfonylurea gliniden - glucosidaseremmers insuline glucose biguaniden + glitazones glimepiride (Amaryl) : = langwerkend sulfonylureum (bindt op ander deel van SU-receptor ) => vooral maaltijd gerelateerde  breektabl/ 2 mg : beginnen met ½/d, zo nodig  tot 2/d (Z tot 3/d) onmiddellijk voor of tijdens ontbijt (30’ voor maaltijd nemen  geen beter effect) max. effect pas na > 14d (zoals bij andere SU) geen ervaring met ernstige nier- of leverschade FI : andere prod. met eiwitbinding  repaglinide (NovoNorm) : sluit ATP afhankelijke K-kanalen in de Mb van de beta-cel / doeleiwit verschillend van SU => depolarisatie => influx Ca => insulinesecretie voordelen : snelle resorptie => mag onm. voor mlt ingenomen worden T1/2 1u => weinig laattijdige hypo's, minder hyperinsulinisme (mogelijk beter voor complicaties) vooral hepatische klaring via CyP3A4 / < 8% renaal => mag gebruikt worden bij NI, niet bij LI start 0.5-1 mg, max 4 mg bij elke mlt (tabl. 0.5 - 1 - 2 mg) FI : CyP3A4 remmers (azoles, erytro, mibefradil) / inductoren (rifampycine, fenytoine) ? combinatie met SU zinvol ? vrij duur glitazones : zwakke glycemie  en 1/4 primair falen, G , TG  HDL  maar LDL , cave leverinsuff., bruikbaar bij NI duur ++ werkingsmechanisme (nog niet goed gekend) : PPAR activatie =>  lipolyse (vandaar G ) =>  FFA => hep.glucoseprod  en gluc.verbruik spieren  geen hypo's !

klasse generische naam producten biguaniden metformine Glucophage®, Metformax®, Merck-metformine® gliniden repaglinide NovoNorm® sulphonylurea gliclazide Diamicron®, Merck-Gliclazide® glipizide Glibenese®, Minidiab® gliquidone Glurenorm® glibenclamide Bevoren®, Daonil®, Euglucon® gliclazide L.A. Uni diamicron® glimepiride Amarylle® glitazones pioglitazone Actos® rosiglitazone Avandia® glucosidase remmers acarbose Glucobay®

metformine 1ste keuze, want geen hypo’s geen gewichtstoename bewezen effect op harde eindpunten (evidence based medicine) bij obese (insuline resistente) patiënten gunstiger effect op cardiovasculaire outcome dan sulfonylurea of insuline (verbetering van het ‘metabool syndroom’)

metformine maar gastro-intestinale intolerantie (± 1 patiënt op 20)  dosis niet te snel  minder goede klaring van lactaat  niet gebruiken in situaties die lactaatacidose kunnen veroorzaken - nierinsufficiëntie (creat > 1.5 mg/dl) - ernstige hartdecompensatie (rec. longoedeem) - ernstige COPD (rec. resp. insufficiëntie) - ernstig leverlijden (levercirrhose Child C) - stoppen avond voor chirurgische ingreep, iv. contrastonderzoek

metformine : praktisch eerste keuze (zeker bij obese patiënten) let op voor contraïndicaties (bij start, en tijdens R/) mag vroeg worden opgestart (geen hypoglycemie) lage startdosis, langzaam opdrijven (per wk) vb. Metformax 850 ½-0-0  ½-0-½  ½-½-½  1-½-½  1-½-1  1-1-1

klasse generische naam producten biguaniden metformine Glucophage®, Metformax®, Merck-metformine® gliniden repaglinide NovoNorm® sulphonylurea gliclazide Diamicron®, Merck-Gliclazide® glipizide Glibenese®, Minidiab® gliquidone Glurenorm® glibenclamide Bevoren®, Daonil®, Euglucon® gliclazide L.A. Uni diamicron® glimepiride Amarylle® glitazones pioglitazone Actos® rosiglitazone Avandia® glucosidase remmers acarbose Glucobay®

insuline secretagogen : sulfonylurea, gliniden 2 de keuze, als metformine niet verdragen of gecontraïndiceerd bewezen gunstig effect op harde eindpunten (evidence based medicine)

sulfonylurea en gliniden : praktisch niet te vroeg opstarten, want gevaar voor hypoglycemie keuze : - beginnende DM : kortwerkend product - gevorderde DM : langwerkend product - ingekrompen nierfunctie : Glurenorm®, Novonorm® lage startdosis, langzaam opdrijven vb. Gliclazide 0-0-½  0-0-1  … dagkurves nodig om dosis af te stellen

klasse generische naam producten biguaniden metformine Glucophage®, Metformax®, Merck-metformine® gliniden repaglinide NovoNorm® sulphonylurea gliclazide Diamicron®, Merck-Gliclazide® glipizide Glibenese®, Minidiab® gliquidone Glurenorm® glibenclamide Bevoren®, Daonil®, Euglucon® gliclazide L.A. Uni diamicron® glimepiride Amarylle® glitazones pioglitazone Actos® rosiglitazone Avandia® glucosidase remmers acarbose Glucobay®

glitazones veelbelovend want verbeteren het metabool syndroom nog geen studies met harde eindpunten werken niet onmiddellijk (duurt enkele weken) veiligheid op lange termijn niet duidelijk : gewichtstoename, hartdecompensatie erg duur ( 15 x duurder dan metformine) enkel terugbetaald in combinatietherapie

glitazones praktisch indicaties : metformine gecontraïndiceerd of niet verdragen HbA1c > 7.5 % onder max. dosis van een insuline secretagoog praktisch : terugbetaling aanvragen 1 x per dag verwacht geen onmiddellijk effect cave hartdecompensatie : volg gewicht, oedemen (patiënteducatie !!)

Progressive decline of -cell function in UKPDS 100 ? 80 60 -cell function (% ) 40 20 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 1 2 3 4 5 6 Years Adapted from UK Prospective Diabetes Study (UKPDS) Group. Diabetes 1995

combinatietherapie : secretagoog + product dat gevoeligheid aan insuline verbetert klasse generische naam producten biguaniden metformine Glucophage®, Metformax®, Merck-metformine® gliniden repaglinide NovoNorm® sulphonylurea gliclazide Diamicron®, Merck-Gliclazide® glipizide Glibenese®, Minidiab® gliquidone Glurenorm® glibenclamide Bevoren®, Daonil®, Euglucon® gliclazide L.A. Uni diamicron® glimepiride Amarylle® glitazones pioglitazone Actos® rosiglitazone Avandia®

combinatieproduct ? Glucovance® = glibenclamide 2.5 / 5 + metformine 500 mg bij beginnende DM2 om meteen de 2 defecten (insuline resistentie, verminderde ß-celfunctie) aan te pakken ?  meer kans op hypoglycemie dan bij metformine monotherapie bij gevorderde DM2 om de therapietrouw te verbeteren ?  kan ook bij combinatie van langwerkend SU en metformine : - Glucovance 5/500 mg : 2-0-1 - Amarylle 4 mg 1-0-0 en Glucophage 850 mg 1-0-1 als je het gebruikt : ken de samenstelling

oefening

casus patiënt met pas ontdekte DM2 HbA1c 9 % creat 0.9 mg/dl welke therapie ? hoe opbouwen ? wat als patiënt metformine niet verdraagt ? wat als creat 2.3 mg/dl ?

casus patiënt met DM2 HbA1c 8.3 % creat 0.9 mg/dl huidige behandeling : metformine 850 mg 1-0-1 welke aanpassing ? hoe opbouwen ?

casus patiënt met DM2 HbA1c 8.3 % creat 1.8 mg/dl huidige behandeling : gliclazide 80 mg 1-0-2 welke aanpassing ? hoe opbouwen ? wat als patiënt bekend is met hartdecompensatie ?