Een taalopdracht maken (e-ee/ u-uu/o-oo/a-aa)
o oo uu u a ee aa e (let op de puntjes) Welk letter moet ik invullen ? B . . R
o oo oo uu uu u u a ee aa e e (let op de puntjes) Welk letter moet ik invullen ? Welk letter moet ik invullen ? o oo oo uu uu u u a ee aa e e P . . R
o oo uu u a ee aa e (let op de puntjes) Welk letter moet ik invullen ? H . N D
o oo uu u a ee aa e (let op de puntjes) Welk letter moet ik invullen ? H . N D
o oo uu u a ee aa e (let op de puntjes) Welk letter moet ik invullen ? B . . R D
o oo uu u a ee aa e (let op de puntjes) Welk letter moet ik invullen ? B . . S
o oo uu u a ee aa e (let op de puntjes) Welk letter moet ik invullen ? B . . M
o oo uu u a ee aa e (let op de puntjes) Welk letter moet ik invullen ? M . L
o oo uu u a ee aa e (let op de puntjes) Welk letter moet ik invullen ? P . N
o oo uu u a ee aa e (let op de puntjes) Welk letter moet ik invullen ? V . . r
goed gedaan, je bent klaar ! Stop
Oeps, niet goed !